ECLI:NL:GHDHA:2017:1806
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- A.N. Labohm
- A.H.N. Stollenwerck
- O.I.M. Ydema
- Rechtspraak.nl
Huwelijksgoederenrecht en de ontbinding van de wettelijke gemeenschap van goederen met betrekking tot een vennootschap onder firma
In deze zaak gaat het om de ontbinding van de wettelijke gemeenschap van goederen tussen een man en een vrouw, die eerder met elkaar getrouwd waren. De man is in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarin de vrouw werd veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de man. De man heeft grieven geformuleerd en de vrouw heeft incidenteel appel ingesteld. De rechtbank had in een eerdere beschikking bepaald dat de ondernemingen van de man en vrouw moesten worden verkocht, waarbij de overwaarde bij helfte moest worden gedeeld. Het hof oordeelt dat de vennootschap onder firma tussen de man en vrouw vóór de peildatum van 30 september 2009 is ontbonden en dat de man de onderneming als eenmanszaak heeft voortgezet. Het hof stelt vast dat de activa en passiva van de onderneming in de wettelijke gemeenschap van goederen vallen, maar dat de verliezen die de man na de ontbinding heeft geleden voor zijn rekening komen. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank voor wat betreft de vordering van de man en bekrachtigt het vonnis voor de overige onderdelen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.