3.4Het hof overweegt als volgt.
3.4.1De beslissing overwerk niet langer pensioengevend te laten zijn, betreft een relevante wijziging van de pensioenovereenkomst, de overeenkomst tussen werkgever en werknemer over het door de werknemer op te bouwen pensioen. Wijziging van deze overeenkomst is in beginsel alleen mogelijk met instemming van zowel werkgever als werknemer. Daar tussen partijen vaststaat dat op basis van het per 1 januari 1998 geldende Optas Reglement A, overwerk pensioengevend was, is het aan Matrans om te stellen en te bewijzen dat en hoe een daarvan afwijkende afspraak is gemaakt.
3.4.2Nu wijziging van pensioenaanspraken door partijen als collectieve zaak werd beschouwd in die zin dat hierover uitsluitend collectief werd onderhandeld is onvoldoende onderbouwd dat met de betreffende werknemers op individuele basis een van de collectieve afspraken afwijkende pensioenovereenkomst is gesloten. Dat geldt ook voor geïntimeerden die na 1 januari 2002 in dienst zijn getreden. Weliswaar is hen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst een pensioenregeling aangeboden volgens het Matrans Reglement A volgens welk overwerk niet meetelt voor de bepaling van de pensioengrondslag, maar daaruit mag niet worden afgeleid dat geïntimeerden daarmee instemden. Dit klemt te meer daar gesteld noch gebleken is dat met hen over het niet pensioengevend zijn van de overwerkvergoeding is gesproken. Van geïntimeerden, die ervan uit mochten gaan dat hun pensioenaanspraken collectief waren overeengekomen, kan niet worden verwacht dat zij – zonder dat zij daarop expliciet gewezen zijn – begrepen en geacht werden ermee in te stemmen dat de overwerkvergoeding (anders dan collectief was overeengekomen, daarover hieronder meer) niet meetelt voor de bepaling van de pensioengrondslag.
3.4.3Zoals gezegd, zijn partijen het erover eens dat dergelijke afspraken als regel collectief werden gemaakt en werden vastgelegd in de zogenoemde sector-CAO's en later in de Matrans-CAO. De kantonrechter heeft derhalve terecht onderzocht of de pensioengrondslag ten aanzien van overwerk na 1998 bij een van die (pseudo)-CAO's is gewijzigd .
3.4.4De omstandigheid dat de sector-CAO's nimmer zijn ondertekend en aangemeld brengt mee dat geen beroep kan worden gedaan op bepalingen uit de Wet op de Collectieve arbeidsovereenkomst, maar dat doet aan het vorenstaande niet af. FNV en Matrans waren immers beide partij bij de overeenkomsten, en deze zijn in de individuele arbeidsovereenkomst van geïntimeerden 4, 13, 16 en 20 geïncorporeerd. Voorts kunnen geïntimeerden 2 t/m 22, die allen lid zijn van FNV, geacht worden de in de sector-CAO's gemaakte afspraken als derdenbeding te hebben geaccepteerd
3.4.5Evenals de kantonrechter heeft het hof een dergelijke wijziging van de pensioengrondslag niet aangetroffen in de tot 1 juli 2009 geldende sector-CAO's. De vraag is of - zoals Matrans stelt - deze wijziging geacht moet worden (impliciet) overeengekomen te zijn, nu in de bijlage bij die CAO's is bepaald dat voor medewerkers van Matrans de arbeidsvoorwaarden van de ECT-CAO van toepassing zijn. Pensioen is immers een arbeidsvoorwaarde en bij ECT bouwen Optas A medewerkers al sedert 1 januari 2000 geen pensioen meer op over overwerk. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Een dergelijke verstrekkende uitleg (volgens de CAO-norm) van het in een bijlage van de sector-CAO opgenomen volgbeleid ligt niet in de rede, temeer niet omdat Matrans medewerkers nimmer gebonden kunnen zijn aan het ECT pensioenreglement (een pensioenreglement van een andere dan hun eigen werkgever) en in de sector-CAO zelf steeds is bepaald dat voor medewerkers vallend onder Optas A de "nieuwe standaardpensioenregeling" geldt. Onder "nieuwe standaardpensioenregeling" kan hier redelijkerwijs niets anders worden verstaan dan het Optas Reglement A, of na 1 januari 2002, het Matrans Reglement A, waarvan – zonder afwijkende afspraken, waarvan niet is gebleken – door Matrans medewerkers mag worden verwacht dat dit wat betreft de pensioengrondslag gelijkluidend is aan het Optas Reglement A. Daar komt nog bij dat FNV er terecht op wijst dat in artikel A21 van de sector-CAO 2006-2009 uitdrukkelijk is vermeld dat de in die sector-cao overeengekomen pensioenafspraken eveneens van toepassing zijn voor Matrans, dit in afwijking van het volgbeleid van de ECT-CAO. Dit betekent dat Matrans niet kan worden gevolgd in haar standpunt dat wijziging van de pensioenovereenkomst in de Matrans-CAO niet nodig was, omdat overwerk al lang geen onderdeel meer uitmaakte van de pensioengrondslag.
3.4.6Gelet op het vorenstaande kan niet worden aanvaard dat uit het enkele feit dat in de arbeidsovereenkomst van geïntimeerden 2 t/m 22 (met uitzondering van geïntimeerden 4, 13 16 en 20) de ECT-CAO geïncorporeerd is, volgt dat overwerk niet langer onderdeel uitmaakt van de pensioengrondslag. Dit geldt te meer nu de incorporatie van de ECT-CAO moet worden gezien in het licht van het door partijen gevoerde "volgbeleid", dat was vastgelegd in de sector-CAO, nu Matrans de door FNV geschetste ontstaansgeschiedenis en uitleg van dat beleid niet, althans onvoldoende gemotiveerd, heeft weersproken. Deze gang van zaken dient bij de uitleg van de (pseudo-)CAO’s te worden betrokken, ook voor zover deze voor niet bij deze regelingen betrokken derden niet kenbaar was. De CAO-norm strekt er in de eerste plaats toe te voorkomen dat de niet kenbare partijbedoeling wordt tegengeworpen aan deze derden, en daarvan is in dit geval geen sprake nu deze niet kenbare partijbedoeling wordt tegengeworpen aan Matrans, die blijkens de aanhef van die overeenkomsten de sector-CAO's mede heeft gesloten (HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2687, r.o. 3.3 – 3.6). 3.4.7Ten aanzien van het volgbeleid heeft FNV gesteld dat toen Matrans in 1990 de sjorwerkzaamheden overnam van ECT, ECT geen "gedoe" wilde met de sjorders van Matrans. Daarom werd afgesproken dat de primaire arbeidsvoorwaarden van Matrans en ECT gelijke tred zouden houden. De sector-CAO had onder meer tot doel dit te bewaken. Partijen bij de sector-CAO spraken af dat voor de sjorders in principe de ECT-CAO gevolgd zou worden. Een één op één volgen is echter nooit beoogd, zou dat wel zo zijn, dan had kunnen worden volstaan met de afspraak: Matrans volgt de ECT-CAO en waren verdere afspraken in een sector-CAO overbodig. De incorporatie van de ECT-CAO in de arbeidsovereenkomst van de meeste geïntimeerden, dient derhalve te worden beschouwd als ter uitvoering van de sector-CAO. Deze uitleg is ook de meest aannemelijke, aangezien anders de consequentie zou zijn dat voor geïntimeerden 4, 13, 16 en 20 andere arbeidsvoorwaarden zouden gelden dan voor de overige geïntimeerden die hetzelfde werk verrichten bij dezelfde werkgever, terwijl Matrans deze verschillen niet heeft verklaard. Indien de uitleg van Matrans zou worden gevolgd is voorts – bij gebreke van enige toelichting – moeilijk te begrijpen waarom de overwerkvergoeding voor sjorders in dienst van Matrans in de periode 1 januari 2000 tot 1 januari 2002 wel meetelde voor de pensioengrondslag, terwijl dit op basis van de ECT-CAO niet het geval zou moeten zijn.
3.4.8Voor zover Matrans zou willen betogen dat de wijziging voortvloeit uit de Matrans CAO geldt mutatis mutandis hetzelfde als ten aanzien van de sector-CAO: waar in artikel 14 wordt verwezen naar Optas A kan hieronder geen ander reglement worden verstaan dan het Optas Reglement A (althans een gelijkluidend Matrans Reglement A). Het enkele feit dat in artikel 14 de pensioengrondslag wordt aangeduid als “salaris minus franchise”, is onvoldoende om het begrip pensioengrondslag aldus uit te leggen dat hierbij overwerkvergoeding niet meetelt. Het begrip “salaris” is, anders dan de begrippen “basismaandsalaris” en “schemamaandsalaris”, in artikel 1 van de Matrans CAO niet nader omschreven, terwijl de betekenis van het begrip salaris in het normale taalgebruik geen eenduidige betekenis heeft. Het begrip salaris wordt zowel gebruikt in de zin van vast salaris, als in de zin van loon, inclusief toeslagen. Als door de CAO-partijen zou zijn beoogd om met artikel 14 van de Matrans CAO een wijziging van de pensioenovereenkomst te bewerkstelligen in die zin dat overwerkvergoeding niet langer zou behoren tot de pensioengrondslag, zou verwijzing naar het Optas Reglement A, zonder verdere aanvulling of toelichting, niet in de rede liggen. Dat (ook) FNV een dergelijke wijziging zou hebben beoogd en/of hiermee zou hebben ingestemd is geenszins aannemelijk geworden.