In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, [appellant] en [appellante], tegen de rechtspersoon Bigfoot Ventures Limited. De zaak betreft de vraag of de borgtocht die [appellant] heeft verstrekt voor leningen aan Digidance B.V. onder de normale uitoefening van zijn bedrijf valt, en of hiervoor toestemming van zijn echtgenote [appellante] nodig was. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de borgtocht wel degelijk onder de normale uitoefening viel, maar de appellanten zijn het daar niet mee eens. Ze stellen dat de leningen voornamelijk zijn aangewend voor het aflossen van bestaande schulden en niet voor de normale bedrijfsvoering. Het hof heeft vastgesteld dat de financiële situatie van Digidance B.V. ten tijde van de lening verstrekkingen slecht was en dat de leningen niet bedoeld waren voor de normale uitoefening van het bedrijf. Het hof concludeert dat [appellante] haar toestemming had moeten verlenen voor de borgtocht, waardoor de garantieovereenkomsten vernietigbaar zijn. Het hof vernietigt de eerdere vonnissen en wijst de vorderingen van Bigfoot af, waarbij Bigfoot wordt veroordeeld in de proceskosten.