Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
voor de teelt van hennep.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte was eerder vrijgesproken van het telen van hennepplanten, maar de officier van justitie had hoger beroep ingesteld. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk telen en aanwezig hebben van hennepplanten in een pand te Leimuiden tussen 1 november 2013 en 11 februari 2014. Tijdens de zittingen heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. De verklaringen van de verdachte over zijn onwetendheid met betrekking tot de hennepkwekerij werden als onvoldoende geloofwaardig beschouwd, maar voldeden niet aan de strenge eisen voor een veroordeling. Het hof concludeerde dat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat de verdachte opzettelijk handelingen had verricht die leidden tot de teelt van hennep. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen.