ECLI:NL:GHDHA:2017:1430

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
23 maart 2017
Publicatiedatum
22 mei 2017
Zaaknummer
22-005210-14
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Rotterdam inzake ernstige strafbare feiten met geweld en bedreiging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1995, werd beschuldigd van het samen met anderen plegen van ernstige strafbare feiten, waaronder afpersing en het wederrechtelijk van de vrijheid beroven van een slachtoffer. De feiten vonden plaats tussen 28 augustus en 10 september 2013 in Rotterdam, waar de verdachte en zijn mededaders het slachtoffer met geweld en bedreiging onder druk zetten om zijn bankpas en ID-kaart af te geven. Het slachtoffer werd bedreigd met een mes en een vuurwapen, gedwongen zich uit te kleden, en er werd gedreigd hem in brand te steken met benzine. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en de bijzondere voorwaarde dat hij zich moet melden bij Reclassering Nederland. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafmaat. De verdachte had geen eerdere veroordelingen, maar zijn rol in de feiten werd als minder groot beschouwd dan die van zijn medeverdachte. Het hof heeft ook rekening gehouden met de lange duur van de procedure, die niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, maar heeft vastgesteld dat deze vertraging deels aan de verdediging te wijten was. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing zijn op de feiten.

Uitspraak

Rolnummer: 22-005210-14
Parketnummer: 10-731073-14
Datum uitspraak: 23 maart 2017
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 18 november 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1995,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzittingen in hoger beroep van dit hof op 17 december 2015, 7 april 2016, 15 september 2016 en 9 maart 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 tweede cumulatief/alternatief en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot 15 maanden jeugddetentie, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich moet gedragen naar de aanwijzingen van Stichting Bureau Jeugdzorg, stadsregio Rotterdam, afdeling jeugdreclassering.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – voor zover in hoger beroep nog aan de orde - ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2013 tot en met 10 september 2013 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een pinpas en/of een ID-kaart en/of een geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
of
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een pinpas en/of een ID-kaart, in elk geval van enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- ( onder valse voorwendselen) die [slachtoffer] (mee)lokken naar een woning/pand, gelegen aan de Blokmakersstraat en/of
- ( aldaar) die [slachtoffer] (be)geleiden/dwingen naar de bovenste verdieping in dit/deze pand/woning en/of
- ( vervolgens) (aldaar) zich opdringen aan die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] omringen/insluiten en/of
- aan die [slachtoffer] gebieden om te gaan zitten en/of zich uit te kleden en/of
- ( vervolgens) (met een touw) vastbinden van de handen van die [slachtoffer] en/of
- aan die [slachtoffer] tonen en/of voorhouden van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp en/of
- duwen en/of drukken van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op/tegen de keel/hals van die [slachtoffer] en/of
- aan die [slachtoffer] tonen en/of voorhouden van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of
- duwen en/of drukken van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] en/of
- gieten van terpentine/benzine, althans een licht ontvlambare vloeistof, over/op het (naakte) lichaam van die [slachtoffer] en/of
- ( met kracht) slaan/stompen op/tegen het gezicht van die [slachtoffer] en/of
- filmen/maken van opnamen en/of foto's van die [slachtoffer] terwijl voornoemde geweldshandelingen/dreigende handelingen jegens die [slachtoffer] werden uitgeoefend en/of
- ( daarbij) aan die [slachtoffer] (dreigend) toevoegen van de woorden -zakelijk weergegeven-
* dat die [slachtoffer] hem, verdachte en/of zijn mededaders moest betalen en/of
* dat die [slachtoffer] niet naar de politie mocht gaan en/of
* dat die [slachtoffer] een vuurwapen op zijn hoofd ging krijgen en/of
* dat ze die [slachtoffer] gingen verbranden met de terpetine en/of
* dat die [slachtoffer] zijn kleren uit moest trekken,
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2013 tot en met 10 september 2013 te Rotterdam, in een woning/pand gelegen aan de Blokmakersstraat, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
- ( onder valse voorwendselen) die [slachtoffer] (mee)gelokt naar een woning/pand, gelegen aan de Blokmakersstraat en/of
- ( aldaar) die [slachtoffer] (be)geleid/gedwongen naar de bovenste verdieping in dit/deze pand/woning (te gaan) en/of
- ( vervolgens) (aldaar) zich opgedrongen aan die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] ingesloten en/of
- die [slachtoffer] geboden om te gaan zitten en/of zich te ontkleden en/of
- ( vervolgens) (met een touw) de handen van die [slachtoffer] vastgebonden en/of
- ( dreigend) aan die [slachtoffer] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp getoond/voorgehouden en/of
- ( daarbij) (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op/tegen de keel/hals van die [slachtoffer] gedrukt/geduwd en/of
- ( dreigend) aan die [slachtoffer] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, getoond/voorgehouden en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] gedrukt/geduwd en/of
- ( vervolgens) (daarbij) terpentine/benzine, althans een licht ontvlambare vloeistof,over/op het (naakte) lichaam van die [slachtoffer] gegoten en/of
- ( met kracht)op/tegen het gezicht van die [slachtoffer] geslagen/gestompt en/of
- opnamen en/of foto's van die [slachtoffer] gemaakt, terwijl voornoemde geweldshandelingen/dreigende handelingen jegens die [slachtoffer] werden uitgeoefend en/of
- ( daarbij) aan die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd -zakelijk weergegeven-
* dat die [slachtoffer] hem, verdachte en/of zijn mededaders moest betalen en/of
* dat die [slachtoffer] niet naar de politie mocht gaan en/of
* dat die [slachtoffer] een vuurwapen op zijn hoofd ging krijgen en/of
* dat ze die [slachtoffer] gingen verbranden met de terpetine en/of
* dat die [slachtoffer] zijn kleren uit moest trekken,
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 tweede cumulatief/alternatief en het onder 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 15 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met als bijzondere voorwaarde begeleiding door Reclassering Nederland.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 28 augustus 2013 tot en met 10 september 2013 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een pinpas en/of een ID-kaart en/of een geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
of
met het oogmerk om zich en
/of eenanderenwederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een pinpas en
/ofeen ID-kaart,
in elk geval van enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit het
- ( onder valse voorwendselen) die [slachtoffer]
(mee)lokken naar een
woning/pand, gelegen aan de Blokmakersstraat en
/of
- ( aldaar) die [slachtoffer] (be)geleiden/dwingen naar de bovenste verdieping in dit
/dezepand
/woningen
/of
- ( vervolgens) (aldaar) zich opdringen aan die [slachtoffer] en
/ofdie [slachtoffer] omringen/insluiten en
/of
- aan die [slachtoffer] gebieden om te gaan zitten en
/ofzich uit te kleden en
/of
- ( vervolgens) (met een touw) vastbinden van de handen van die [slachtoffer] en
/of
- aan die [slachtoffer] tonen en/of voorhouden van een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerpen
/of
- duwen en/of drukken van een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp op/tegen de keel/hals van die [slachtoffer] en
/of
- aan die [slachtoffer] tonen en/of voorhouden van een
vuurwapen, althans eenop een vuurwapen gelijkend voorwerp en
/of
-
duwen en/ofdrukken van een
vuurwapen, althans eenop een vuurwapen gelijkend voorwerp
op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] en
/of
- gieten van terpentine/benzine
, althans een licht ontvlambare vloeistof,over
/ophet (naakte) lichaam van die [slachtoffer] en
/of
- ( met kracht) slaan/stompen op/tegen het gezicht van die [slachtoffer] en
/of-
filmen/maken van
opnamen en/offoto's van die [slachtoffer] terwijl voornoemde geweldshandelingen/dreigende handelingen jegens die [slachtoffer] werden uitgeoefend en
/of
- ( daarbij) aan die [slachtoffer] (dreigend) toevoegen van de woorden -zakelijk weergegeven-
* dat die [slachtoffer] hem, verdachte en
/ofzijn mededaders moest betalen en
/of
* dat die [slachtoffer] niet naar de politie mocht gaan en
/of
* dat die [slachtoffer] een vuurwapen op zijn hoofd ging krijgen en
/of
* dat ze die [slachtoffer] gingen verbranden met de
terpentineen
/of
* dat die [slachtoffer] zijn kleren uit moest trekken,
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 28 augustus 2013 tot en met 10 september 2013 te Rotterdam, in een
woning/pand gelegen aan de Blokmakersstraat, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden, immers
heeft (hebben
)hij verdachte en
/of een of meer vanzijn mededader
(s
)met dat opzet
- ( onder valse voorwendselen) die [slachtoffer]
(mee)gelokt naar een
woning/pand, gelegen aan de Blokmakersstraat en
/of
- ( aldaar) die [slachtoffer] (be)geleid/gedwongen naar de bovenste verdieping in dit
/dezepand
/woning(te gaan) en
/of
- ( vervolgens) (aldaar)
zich opgedrongen aan die [slachtoffer] en/ofdie [slachtoffer] ingesloten en
/of
- die [slachtoffer] geboden om te gaan zitten en
/ofzich te ontkleden en
/of
- ( vervolgens) (met een touw) de handen van die [slachtoffer] vastgebonden en
/of
- ( dreigend) aan die [slachtoffer] een mes
, althans een scherp en/of puntig voorwerpgetoond/voorgehouden en
/of
- ( daarbij) (vervolgens) een mes
, althans een scherp en/of puntig voorwerp op/tegen de keel/hals van die [slachtoffer] gedrukt
/geduwden
/of
- ( dreigend) aan die [slachtoffer] een
vuurwapen, althans eenop een vuurwapen gelijkend voorwerp, getoond/voorgehouden en
/of
- een
vuurwapen, althans eenop een vuurwapen gelijkend voorwerp
op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] gedrukt
/geduwden
/of
- ( vervolgens) (daarbij) terpentine/benzine
, althans een licht ontvlambare vloeistof,over/op het (naakte) lichaam van die [slachtoffer] gegoten en
/of
-
(met kracht
)op/tegen het gezicht van die [slachtoffer] geslagen/gestompt en
/of
-
opnamen en/offoto's van die [slachtoffer] gemaakt, terwijl voornoemde geweldshandelingen/dreigende handelingen jegens die [slachtoffer] werden uitgeoefend en
/of
- ( daarbij) aan die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd -zakelijk weergegeven-
* dat die [slachtoffer] hem, verdachte en/of zijn mededaders moest betalen en
/of
* dat die [slachtoffer] niet naar de politie mocht gaan en
/of
* dat die [slachtoffer] een vuurwapen op zijn hoofd ging krijgen en
/of
* dat ze die [slachtoffer] gingen verbranden met de
terpentineen
/of
* dat die [slachtoffer] zijn kleren uit moest trekken
,
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1, tweede cumulatief/alternatief, bewezen verklaarde levert op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een tweetal zeer ernstige strafbare feiten. De verdachte en zijn mededaders hebben het slachtoffer, [slachtoffer], van zijn vrijheid beroofd. Daarbij is sprake geweest van geweld en bedreiging met geweld. Het slachtoffer is bedreigd met een mes en met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, hij heeft zich onder dwang geheel moeten uitkleden, hij is overgoten met benzine/terpentine en er is gedreigd hem in brand te steken. Ook is het slachtoffer gestompt. De verdachte en zijn mededaders hebben het slachtoffer vervolgens gedwongen tot afgifte van zijn bankpas en ID-kaart.
Evenals de rechtbank rekent het hof de verdachte deze feiten zwaar aan. Met zijn handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de bewegingsvrijheid van het slachtoffer en daarnaast ook ernstig inbreuk gemaakt op zijn lichamelijke en psychische integriteit. De verdachte heeft zich daarbij kennelijk mede laten leiden door financieel gewin. Uit zijn aangifte en aanvullende verklaringen bij de politie blijkt dat het voor het slachtoffer een zeer angstaanjagende ervaring geweest is. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van dergelijke feiten nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen kunnen ondervingen van hetgeen hen is aangedaan. Bovendien brengen dergelijke feiten in de regel ook gevoelens van angst en onveiligheid teweeg in de samenleving.
Op dergelijke ernstige feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een vrijheidsstraf.
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft het hof evenwel in aanmerking genomen dat de rol van de verdachte, zoals de raadsman heeft betoogd, minder groot is geweest dan de rol van zijn medeverdachte [medeverdachte]. Immers kan op grond van de bewijsmiddelen worden vastgesteld dat de verdachte het op een vuurwapen gelijkende voorwerp en een mes in handen heeft gehad, maar is het medeverdachte [medeverdachte] geweest die het slachtoffer daarmee feitelijk heeft bedreigd. Ook het overgieten met terpentine is door die medeverdachte gedaan. [medeverdachte] is recent door de rechtbank veroordeeld tot 18 maanden waarvan 9 voorwaardelijk; dit vonnis is nog niet onherroepelijk. Het hof zal hier rekening mee houden en om de redenen als hiervoor genoemd als uitgangspunt een lagere straf bepalen dan de straf die aan [medeverdachte] is opgelegd.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 februari 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit. Het hof heeft eveneens rekening gehouden met het door verdachte ter terechtzitting in hoger beroep gemelde feit dat hij inmiddels 6 maanden gevangenisstraf heeft uitgezeten in België in verband met een Opiumwetdelict.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft het hof tevens acht geslagen op een tweetal oudere rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming, te weten een uitgebreid advies d.d. 8 oktober 2015 en een Rapport 2B d.d. 13 augustus 2014.
Nu de verdachte inmiddels de leeftijd van 21 jaren heeft bereikt, ziet het hof gelet op de ernst van het feit en de persoonlijkheid van de verdachte geen aanleiding om de verdachte volgens het strafrecht voor jeugdigen te berechten en zal het hof het strafrecht voor meerderjarigen toepassen. Het hof is - alles afwegende en mede in aanmerking genomen dat de verdachte (anders dan medeverdachte [medeverdachte]) ten tijde van het begaan van de bewezen verklaarde feiten nog minderjarig was - van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met de bijzondere voorwaarde van een meldplicht bij Reclassering Nederland, een passende en geboden reactie vormt.
Het hof overweegt nog volledigheidshalve dat het heeft vastgesteld dat de behandeling van de zaak in beginsel niet heeft plaatsgevonden binnen een redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, nu er tussen het instellen van het hoger beroep op 2 december 2014 en het wijzen van dit arrest op 23 maart 2017 een periode van meer dan 16 maanden is gelegen. Naar het oordeel van het hof zijn er evenwel ook omstandigheden aan de zijde van de verdachte en de verdediging aan te wijzen die van invloed zijn geweest op de lange duur van behandeling van de zaak. Immers is de zaak op 7 april 2016 naar aanleiding van het verweer van de verdediging dat de in het dossier genoemde [naam] of [naam] niet de verdachte betrof, verwezen naar de raadsheer-commissaris in dit gerechtshof ten behoeve van het horen van getuigen over met name de vraag of degene op de foto op pagina 245 van het proces verbaal nr. 2013294237 verdachte betrof. Voorts heeft de terechtzitting van 15 september 2016 geen doorgang kunnen vinden, omdat de verdachte op dat moment gedetineerd was in België en de verdediging te kennen gaf dat de verdachte nu wel van zijn aanwezigheidsrecht gebruik wilde maken. Mitsdien is het hof van oordeel dat de overschrijding van de redelijke termijn in belangrijke mate door de verdachte of de verdediging is veroorzaakt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 77b, 282, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 tweede cumulatief/alternatief en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 tweede cumulatief/alternatief en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de proeftijd te melden bij Reclassering Nederland, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. J.A.C. Bartels,
mr. C.P.E.M. Fonteijn-Van der Meulen en mr. H.C. Plugge, in bijzijn van de griffier mr. C. de Bruin.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 23 maart 2017.