Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1969, werd beschuldigd van het medeplegen van kraken, waarbij hij op 27 december 2014 samen met anderen wederrechtelijk een gebouw aan de Stationsweg 155 in 's-Gravenhage binnenging. In eerste aanleg was de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis. De benadeelde partij was niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding.
De raadsvrouw van de verdachte heeft in hoger beroep bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moet worden, omdat er onzorgvuldig onderzoek door de politie zou zijn verricht. Het hof oordeelde echter dat, hoewel er sprake was van slordigheden in het politieonderzoek, deze niet zodanig waren dat de beginselen van een behoorlijke procesorde ernstig waren geschonden. Het hof verklaarde het Openbaar Ministerie ontvankelijk in de vervolging en verwierp het verweer van de raadsvrouw.
Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 500,00, met de mogelijkheid van 10 dagen hechtenis bij niet-betaling. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat de behandeling daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en het vonnis waarvan beroep vernietigd, maar de verdachte wel schuldig bevonden aan het medeplegen van kraken.