Uitspraak
Uitspraak van 2 mei 2017
[X] te [Z] , belanghebbende,
Navorderingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Loop van het geding in hoger beroep
Vaststaande feiten
Aandelen van de vennootschap
Eigendom van de vennootschap
"Initial Beneficiaries to the Foundation
Belize Foundation will hold the shares in
Beneficiary 1
- € 24.000 op 31 december 2009;
- € 137.395 in 2010;
- € 68.900 in 2011;
- € 49.912 in 2012.
- € 4.000 in 2010;
- € 1.000 in 2011;
- € 25.000 in 2012.
- in 2010 een winst van € 141.572;
- in 2011 een winst van € 178.604;
- in 2012 een verlies van € 10.908 en
- in 2013 een winst van € 34.917.
- voor 2009 een bedrag van € 24.000;
- voor 2010 een bedrag van € 137.395;
- voor 2011 een bedrag van € 67.900 en
- voor 2012 een bedrag van € 15.000.
Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen
Conclusies van partijen
Oordeel van de Rechtbank
Ontvangen gelden
Hof;zie 3.4, 3.7 en 3.13] bedoelde geldleningen zijn vormgegeven als geldleningsovereenkomsten.
Hof;zie 3.8] genoemde gelden, die [belanghebbende] in dat kader van Vennootschap A heeft ontvangen kwalificeren derhalve als een ontvangen lening. In zoverre is het beroep van [belanghebbende] gegrond.
Hof;zie 3.6], volgt dat de afstand van [belanghebbende] van het economisch eigendom van de aandelen van Vennootschap A wordt geaccepteerd per 30 maart 2010. Op [de Inspecteur] rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat – nu zij die stelling inneemt – in weerwil van deze schriftelijke vastlegging de 'werkelijkheid' anders is. Daartoe is onvoldoende dat [de Inspecteur] het niet waarschijnlijk acht dat de overdracht van het economisch eigendom van de aandelen zonder enige vorm van compensatie heeft plaatsgevonden, nu – wat daarvan verder overigens ook zij – [belanghebbende] dit ter zitting gemotiveerd heeft betwist. Derhalve is niet aannemelijk geworden dat [belanghebbende] na 30 maart 2010 uiteindelijk gerechtigde van Vennootschap A is gebleven.
Hof;zie 3.15.2], niet aannemelijk gemaakt dat [belanghebbende] de vervreemdingswinst willens en wetens niet in zijn aangifte heeft opgenomen. Het niet aangeven van de vervreemdingswinst door [belanghebbende] in zijn aangifte 2010 – terwijl de genoten vervreemdingswinst de enige correctiepost is van de navorderingsaanslag IB/PVV 2010 – wordt door [de Inspecteur] immers niet genoemd als reden om de vergrijpboete op te leggen. De opgelegde vergrijpboete voor het jaar 2010 moet dan ook worden vernietigd."
Beoordeling van het hoger beroep
'Nexus number'; zie onder 3.2.2).
'leads') in het Midden-Oosten, vormen een onvoldoende verklaring. Het had op belanghebbendes weg gelegen hiervoor met een nadere onderbouwing te komen, mede in aanmerking genomen dat vóór het opzetten van de structuur de winsten hem als ondernemer volledig toekwamen.
Proceskosten
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, en
- verklaart het beroep ongegrond.
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- de gronden van het beroep in cassatie.