[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1952,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 14 maart 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder feit 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een ambulante behandelverplichting. Voorts is er een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep, met de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Daarnaast is een beslissing genomen omtrent de in beslag genomen voorwerpen als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 2 april 2001 tot
2 maart 2006 te Rotterdam meermalen, althans eenmaal, (telkens) met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [benadeelde partij] (geboren op [geboortejaar] 1990), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het (telkens)
- betasten van de penis van die [benadeelde partij] en/of
- likken aan de anus van die [benadeelde partij] en/of
- aftrekken en/of pijpen van die [benadeelde partij];
2.
hij in of omstreeks de periode van 2 maart 2006 tot
2 april 2008 te Rotterdam meermalen, althans eenmaal, (telkens) met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige, te weten [benadeelde partij], geboren op [geboortejaar] 1990), ontucht heeft gepleegd, namelijk het (telkens)
- betasten van de penis van die [benadeelde partij] en/of
- likken aan de anus van die [benadeelde partij] en/of
- aftrekken en/of pijpen van die [benadeelde partij];
3.
hij in of omstreeks de periode van 2 april 2008 tot
1 mei 2013 te Rotterdam meermalen, althans eenmaal (telkens) door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [benadeelde partij], heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), namelijk het zich laten betasten aan zijn penis, zich laten aftrekken en/of zich laten pijpen, het geweld en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- misbruik maken van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht (te weten de relatie kind-opvoeder/verzorger) en/of het uit zijn, verdachtes, leeftijd voortvloeiende psychische en/of fysieke en/of geestelijke overwicht en/of het feit dat [benadeelde partij] tijdens zijn minderjarigheid, stelselmatig (langdurig) door verdachte (seksueel) was misbruikt en/of
- die [benadeelde partij] weigeren naar zijn broer te laten gaan als hij niet eerst bovenstaande ontuchtige handelingen met zich liet doen en/of
- die [benadeelde partij] meedelen dat als hij bovenstaande ontuchtige handelingen niet met zich liet doen, dat hij, verdachte, [benadeelde partij]’s familie en/of vrienden zou vertellen en/of laten zien waar hij, [benadeelde partij], mee bezig was en/of dat hij, verdachte, aan [benadeelde partij]’s familie en/of vrienden foto’s van de seksuele handelingen zou laten zien en/of
- ( aldus) een (dreigende) situatie doen ontstaan ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] onvoldoende in staat was om weerstand aan verdachte te bieden;
4.
hij op of omstreeks 13 mei 2013 te Rotterdam
[benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij] - via sms - dreigend de woorden toegevoegd :""Ik heb 10 jaar voor je gezorgd. En nou maak ik je helemaal kapot" en/of "Als het moet steek ik je neer".
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd behoudens ten aanzien van de in dat vonnis opgelegde straf, met dien verstande dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting bij Het Dok of een soortgelijke instelling.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 2 april 2001 tot
2 maart 2006 te Rotterdam meermalen,
althans eenmaal, (telkens)met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [benadeelde partij] (geboren op [geboortejaar] 1990), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het
(telkens)
- betasten van de penis van die [benadeelde partij] en
/of
- likken aan de anus van die [benadeelde partij] en
/of
- aftrekken en
/ofpijpen van die [benadeelde partij];
2.
hij in
of omstreeksde periode van 2 maart 2006 tot
2 april 2008 te Rotterdam meermalen,
althans eenmaal, (telkens)met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige, te weten [benadeelde partij], geboren op [geboortejaar] 1990
), ontucht heeft gepleegd, namelijk het
(telkens)
- betasten van de penis van die [benadeelde partij] en
/of
- likken aan de anus van die [benadeelde partij] en
/of
- aftrekken en
/ofpijpen van die [benadeelde partij];
3.
hij in
of omstreeksde periode van 2 april 2008 tot
1 mei 2013 te Rotterdam meermalen,
althans eenmaal (telkens)door
geweld en/of (een) anderefeitelijkhe
(i)d
(en
) en/of door bedreiging met geweld en/of door bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)iemand, te weten [benadeelde partij], heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handeling
(en
), namelijk het zich laten betasten aan zijn penis, zich laten aftrekken en
/ofzich laten pijpen,
waarbij dehet geweld en/of een anderefeitelijkhe
(i)d
(en
) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- misbruik maken van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht
(te
weten de relatie kind-opvoeder/verzorger) en/of hetuit zijn, verdachtes, leeftijd voortvloeiende psychische en/of fysieke en/of geestelijke overwicht en
/ofhet feit dat [benadeelde partij] tijdens zijn minderjarigheid, stelselmatig
(langdurig
)door verdachte
(seksueel
)was misbruikt en
/of
- die [benadeelde partij] weigeren naar zijn broer te laten gaan als hij niet eerst bovenstaande ontuchtige handelingen met zich liet doen en
/of
- die [benadeelde partij] meedelen dat als hij bovenstaande ontuchtige handelingen niet met zich liet doen, dat hij, verdachte, [benadeelde partij]’s familie en/of vrienden zou vertellen en/of laten zien waar hij, [benadeelde partij], mee bezig was en
/ofdat hij, verdachte, aan [benadeelde partij]’s familie en/of vrienden foto’s van de seksuele handelingen zou laten zien en
/of
-
(aldus
)een
(dreigende
)situatie
heeftdoen ontstaan ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] onvoldoende in staat was om weerstand aan verdachte te bieden;
4.
hij op
of omstreeks13 mei 2013 te Rotterdam
[benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij] - via sms - dreigend de woorden toegevoegd: "Ik heb 10 jaar voor je gezorgt. En nou maak ik je helemaal kapot" en
/of"Als het moet steek ik je neer".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Bewijsuitsluiting van de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte]
De raadsman heeft – op gronden als vermeld in zijn ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde en in het procesdossier gevoegde pleitnota – betoogd dat de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte] afgelegd op 26 juni 2013 en 30 april 2014 van het bewijs moeten worden uitgesloten. Daartoe heeft hij aangevoerd dat, gelet op het verloop van de verhoren, er niet op kan worden vertrouwd dat [medeverdachte] uit eigen waarneming of ondervinding heeft verklaard dat hij in 2005 voor het eerst seksfoto’s van het slachtoffer heeft gemaakt en dat de verdachte in 2005, toen het slachtoffer vijftien jaar was, voor het eerst seks met het slachtoffer heeft gehad.
Het hof overweegt dat het de verklaringen van [medeverdachte] ten aanzien van deze onderdelen niet zal bezigen voor het bewijs en dat het verweer van de raadsman derhalve geen bespreking behoeft.
Nadere bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde
De raadsman heeft – overeenkomstig zijn ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde en in het procesdossier gevoegde pleitnota – betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Daartoe is aangevoerd dat de aangifte alleen onvoldoende bewijs biedt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze feiten. De naaktfoto’s van het slachtoffer, voor zover daarvan al kan worden vastgesteld dat deze in 2005 zijn genomen, leveren geen steunbewijs op nu op deze foto’s geen seksuele handelingen te zien zijn en ook de verdachte daarop niet staat afgebeeld. En nu de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte] van het bewijs dienen te worden uitgesloten, kunnen ook deze verklaringen geen steun bieden aan de verklaring van het slachtoffer.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting en de gebezigde bewijsmiddelen gaat het hof uit van de navolgende feiten en omstandigheden.
De verdachte is de partner van [medeverdachte], zijnde de oom van het slachtoffer. Het slachtoffer was tien jaar toen oom [medeverdachte] en de verdachte voor het eerst op bezoek kwamen bij zijn moeder. De verdachte betastte het slachtoffer voor het eerst toen hij elf jaar was. Dit betasten vond plaats in de slaapkamer van het slachtoffer in de woning van zijn moeder. De verdachte wreef over de kleding van het slachtoffer over diens kruis en ging met zijn hand in zijn broek en zat dan aan zijn blote geslachtsdelen. Toen het slachtoffer twaalf jaar was, begon de verdachte hem ook af te trekken en te pijpen. Vanaf die leeftijd logeerde het slachtoffer ook regelmatig bij zijn ooms. Het slachtoffer moest dan van de verdachte naakt op bed gaan liggen en de verdachte verrichte dan seksuele handelingen met hem. Het slachtoffer was bang en deed mee uit angst.
Oom [medeverdachte] kwam erachter dat de verdachte seks met het slachtoffer had. Oom [medeverdachte] maakte foto’s van het slachtoffer als de verdachte seksuele handelingen met hem verrichtte.
Tijdens het seksueel misbruik lag het slachtoffer met een deken over zijn hoofd, omdat hij er niets mee te maken wilde hebben en er niet naar wilde kijken. Hij wist dat er foto’s van hem werden gemaakt, omdat hij vanonder de deken het licht van de flitser zag. De verdachte liet de foto’s een keer zien aan het slachtoffer. De verdachte bewaarde de foto’s op een SD-kaartje. De foto’s stonden niet opgeslagen op zijn computer voor het geval iemand daar eens op zou kijken. De verdachte dreigde de foto’s aan iedereen te laten zien en ook te vertellen wat het slachtoffer met zich liet doen, als het slachtoffer aangaf geen seks meer met hem te willen.
Vanaf zijn vijftiende woonde het slachtoffer permanent bij zijn ooms. Thuis wonen bij zijn moeder was niet meer mogelijk. De verdachte verrichtte ook toen regelmatig seksuele handeling met het slachtoffer. Als het slachtoffer geen seks met hem wilde, dan deed de verdachte moeilijk over bepaalde dingen. Het slachtoffer mocht dan bijvoorbeeld zijn broer of vrienden niet bezoeken of helemaal niet weg van huis. Of de verdachte zei het slachtoffer dat hij hem geld zou geven voor iets dat hij nodig had, nadat hij seks met hem zou hebben gehad. Ook zei de verdachte dat hij het slachtoffer zwart zou gaan maken, als hij mensen over de seks zou gaan vertellen. Het slachtoffer voelde zich afhankelijk van zijn ooms, omdat hij bij hen woonde en niet meer bij zijn moeder terecht kon.
Het seksueel contact ging door totdat het slachtoffer drieëntwintig jaar was. Op die leeftijd heeft het slachtoffer de stap gezet niet langer bij zijn ooms thuis te verblijven, omdat er vaak ruzie was tussen hem en de verdachte en hij zich voelde als een gevangene in zijn eigen huis. De verdachte bedreigde het slachtoffer vervolgens per sms. Vanwege de ontstane situatie ging de wijkagent op gesprek bij de verdachte. In dit gesprek vertelde de verdachte geheel uit zichzelf dat hij een seksuele relatie had met het slachtoffer vanaf diens achttiende jaar. Dit vormde aanleiding tot nader onderzoek waardoor het seksueel misbruik aan het licht kwam.
Het hof overweegt allereerst dat de tenlastelegging een aaneengesloten periode betreft waarin seksueel contact heeft plaatsgevonden tussen de verdachte en het slachtoffer, welke periode juridische is opgesplitst in drie afzonderlijke ten laste gelegde feiten. Bij de beoordeling van de zaak gaat het hof uit van de periode in zijn geheel, waardoor de feiten en omstandigheden die in deze periode hebben plaatsgevonden als redengevend worden beschouwd voor alle drie de ten laste gelegde feiten.
Naar oordeel van het hof is de voor de verdachte belastende verklaring van het slachtoffer niet het enige bewijsmiddel voor de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, nu deze verklaring op onderdelen wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. Zo heeft de medeverdachte [medeverdachte](oom) verklaard dat hij foto’s heeft gemaakt als de verdachte met het slachtoffer bezig was. Daarnaast zijn op diverse gegevensdragers die in de woning van de verdachte zijn aangetroffen diverse foto’s aangetroffen van een naakte jongen met zijn gezicht onder de dekens. Enkele foto’s zijn gedateerd tussen 12 juni 2005 en 18 juli 2005. Het slachtoffer was toen net vijftien jaar. De verdachte heeft op deze foto’s zijn eigen slaapkamer en het slachtoffer herkend. Ook heeft hij verklaard dat het slachtoffer er altijd bij ging liggen zoals op de foto als zij seks met elkaar hadden. Tot slot is op de gegevensdrager ook een soortgelijke foto aangetroffen gedateerd 25 februari 2002. Het slachtoffer had toen de leeftijd van elf jaar. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep over deze foto verklaard dat hij hierop zijn slaapkamer herkent.
Voor zover de raadsman heeft gesteld dat niet kan worden vastgesteld dat de datering van vorenbedoelde foto’s correct is, overweegt het hof dat deze stelling niet voldoende concreet is onderbouwd en de juistheid van de datering bovendien niet door de verdachte noch door zijn medeverdachte is betwist.
Voor wat betreft het seksuele contact tussen de verdachte en het slachtoffer vanaf het moment dat het slachtoffer meerderjarig is, overweegt het hof nog het volgende.
Het slachtoffer is vanaf zijn elfde jaar stelselmatig onderworpen aan seksueel misbruik door de ruim veertig jaar oudere verdachte. Bovendien is het slachtoffer vanaf zijn vijftiende ook nog eens aan de zorg van de verdachte toevertrouwd geweest. Derhalve is vanaf jonge leeftijd sprake geweest van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, waarbij het slachtoffer zich in een kwetsbare en afhankelijke positie heeft bevonden ten opzichte van de verdachte. Daar komt bij dat de verdachte regelmatig heeft gedreigd aan vrienden en familie te vertellen wat het slachtoffer met zich liet doen en daar ook foto’s van te zullen laten zien op het moment dat het slachtoffer anderen zou inlichten over het seksueel misbruik. Ook mocht het slachtoffer niet weg uit huis om vrienden en familie te bezoeken als hij geen seks had met de verdachte. Deze dreigingen is de verdachte blijven uiten ook nadat het slachtoffer meerderjarig was.
Verder is gebleken dat de verdachte een zeer dominante persoonlijkheid en een opvliegend karakter heeft, waarbij hij (verbaal) agressief naar anderen kan zijn.
Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat het slachtoffer is opgegroeid met een volstrekt vertekend beeld van een normale relatie tussen een kind en zijn verzorger en dat het mede daarom voor hem, ook nadat hij achttien jaar was geworden, onmogelijk was om zich te ontworstelen aan het psychische overwicht dat de verdachte op hem had. Het hof gaat er dan ook vanuit dat de kwetsbare en afhankelijke positie waarin het slachtoffer zich bevond, is blijven voortbestaan ook nadat het slachtoffer meerderjarig is geworden en dat de verdachte van deze positie misbruik is blijven maken door seks van het slachtoffer te blijven verlangen.
Het vorenstaande brengt mee dat het hof wettig en overtuigend bewezen acht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Het verweer van de raadsman wordt mitsdien verworpen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
ontucht plegen met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op: