Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks6 augustus 2016 te Barendrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een pinautomaat en
/ofsealbagautomaat aan de Henry Dunantlaan weg te nemen een geldbedrag van zijn, verdachtes, en
/ofzijn mededaders gading
geheel of ten deletoebehorende aan de ABN-AMRO bank, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en
/ofzijn mededader
sen
zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geldbedrag van
zijn/hun gading onder
zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak
en/of verbrekingmet een hamer en/of breekijzer,
althans gereedschap,de lijst en
/ofhet toetsenbord en
/ofhet front van de pinautomaat en
/ofde buitenzijde van het sealbagapparaat heeft kapotgeslagen
en/of opengebroken en
/ofvervolgens het toetsenbord van de pinautomaat heeft verwijderd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks2 november 2016 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen chocolade en
/ofeen blikje drinken,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan COOP
bvB.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
diefstal.
€ 8.095,42 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer ABN-AMRO bank.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij ABN-AMRO bank
€ 8.095,42 (achtduizend vijfennegentig euro en tweeënveertig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 8.095,42 (achtduizend vijfennegentig euro en tweeënveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.