ECLI:NL:GHDHA:2016:940
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep kort geding
- A.N. Labohm
- A.H.N. Stollenwerck
- C.M. Warnaar
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming voormalige echtelijke woning en afweging van belangen in kort geding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 5 april 2016 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding, waarin de man vorderingen heeft ingesteld tegen de vrouw met betrekking tot de ontruiming van de voormalige echtelijke woning. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. N. Schuerman, heeft in hoger beroep de vernietiging van het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 25 november 2015 gevorderd. De vrouw is in deze procedure verstek verleend.
De man heeft onder andere gevorderd dat de vrouw de woning binnen drie maanden dient te verlaten en dat zij inzage dient te geven in haar belastingaanslagen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de belangen van de vrouw, die met twee kinderen in de woning woont en beperkte financiële middelen heeft, zwaarder wegen dan de belangen van de man. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een vechtscheiding en dat de rechtsrelatie tussen de deelgenoten in een onverdeelde boedel wordt beheerst door de beginselen van redelijkheid en billijkheid.
Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de gebruiksvergoeding die de vrouw aan de man moet betalen te laag is vastgesteld, maar dat het kort geding zich niet leent voor een gedetailleerd onderzoek naar de hoogte van deze vergoeding. De vorderingen van de man tot afgifte van financiële stukken en betaling van een geldsom zijn afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond en het onduidelijk is wat de man in het kader van de verdeling toekomt. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd en de man veroordeeld in de proceskosten.