ECLI:NL:GHDHA:2016:886
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep kort geding
- E.A. Mink
- A.N. Labohm
- A.H.N. Stollenwerck
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over opheffing van beslag voor achterstallige kinderalimentatie
In deze zaak gaat het om een executiegeschil tussen een man en een vrouw, die gewezen echtgenoten zijn, over de opheffing van een executoriaal beslag dat is gelegd voor achterstallige kinderalimentatie. De man is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag, waarin zijn vorderingen tot opheffing van het beslag zijn afgewezen. De man heeft in zijn appeldagvaarding zes grieven aangevoerd en verzocht om het bestreden vonnis te vernietigen en het beslag op te heffen.
De rechtbank had eerder bij beschikking van 30 september 2014 de kinderalimentatie vastgesteld op € 408,- per maand per kind, met ingang van 15 januari 2015. De vrouw heeft het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) opdracht gegeven om de achterstallige alimentatie te incasseren. De man had per 4 augustus 2015 een betalingsachterstand van € 35.161,21. Het hof overweegt dat de beschikking van de rechtbank op 20 januari 2016 is vernietigd, waardoor de man geen verplichting meer heeft tot het betalen van alimentatie op basis van die beschikking.
Het hof concludeert dat er geen grond is om het beslag voort te laten duren, aangezien de man vanaf 15 januari 2016 pas weer verplicht is tot het betalen van kinderalimentatie. Het hof heft het beslag op en compenseert de proceskosten tussen partijen, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het arrest is uitgesproken op 2 februari 2016 door de rechters E.A. Mink, A.N. Labohm en A.H.N. Stollenwerck.