Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
hij, in of omstreeks de periode van 1 mei 2013 tot en
hij, in of omstreeks de periode van 1 mei 2013 tot en met 10 mei 2013 te [plaats], met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedag] 2004), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het: betasten van en/of wrijven over de borsten en/of de vagina van die [slachtoffer] en/of brengen van zijn, verdachtes, penis tegen de vagina en/of de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of brengen en/of houden van een of meer vinger(s) tegen de vagina en/of de schaamlippen van die [slachtoffer];
hij in de periode van 1 mei 2013 tot en met 10 mei 2013 te [plaats] met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te weten [slachtoffer], geboren op [geboortedag] 2004, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden
- de verdediging heeft [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer) niet kunnen horen. Hoewel hierom zowel in eerste aanleg als in hoger beroep uitdrukkelijk is gevraagd, is dit steeds afgewezen. Op basis van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Nederlandse rechtspraak kan een verklaring van een getuige niet worden gebruikt, indien die verklaring van doorslaggevende/beslissende betekenis is voor het bewijs van het ten laste gelegde en de verdediging geen mogelijkheid heeft gehad om de getuige te horen.
- De enkele verklaring van het slachtoffer is onvoldoende. Deze verklaring vindt geen steun in de verklaring van haar moeder en haar buurjongen. Zij kunnen immers niets uit eigen wetenschap verklaren omtrent hetgeen in de woning van de verdachte is gebeurd. Voorts is niet te achterhalen wat [de moeder van het slachtoffer] van haar dochter heeft begrepen, nu het proces-verbaal van het zogenoemde informatieve gesprek niet in het dossier aanwezig is en de wijze van openbaring (disclosure) door het meisje daardoor buiten het zicht is komen te liggen.
- In het dossier is geen ondersteuning te vinden voor de mogelijkheid dat de verklaring van het slachtoffer ontstaan is door bewuste beïnvloeding.
- De “disclosure” lijkt spontaan te hebben plaatsgevonden. Ook andere mogelijkheden met betrekking tot de ontstaansgeschiedenis van de verklaring, zoals het verzinnen van gebeurtenissen of het aanwijzen van de foute dader, vinden naar het oordeel van de deskundige geen ondersteuning in het dossier.
- Er zijn geen problemen met de volledigheid en consistentie van de verklaring van het slachtoffer.
- Er is in het dossier geen ondersteuning te vinden voor alternatieve scenario’s voor de ontstaansgeschiedenis van de verklaring van het slachtoffer.
- De verklaringen van het slachtoffer in het studioverhoor zijn duidelijk en gedetailleerd. De onthulling van het misbruik was spontaan en er zijn geen aanwijzingen dat haar verklaringen daarover zijn gestuurd of beïnvloed. De deskundige ziet ook geen enkele aanleiding voor een mogelijk valse verklaring. De verklaringen van het slachtoffer zijn consistent ten opzichte van de verklaringen van haar moeder bij de aangifte. De deskundige concludeert daarom dat de verklaringen afgelegd door het slachtoffer in hoge mate betrouwbaar zijn.
- Diverse elementen in de verklaringen van het slachtoffer worden bevestigd door andere getuigen; hun verklaringen ondersteunen de betrouwbaarheid ervan.
Die verklaring heeft het hof voor het bewijs gebruikt, nu deze niet alleen berust op informatie van het slachtoffer. De moeder verklaart immers ook uit eigen waarneming over de “disclosure”, zodat dit bewijsmiddel in zoverre een andere bron heeft dan het slachtoffer.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
810 (achthonderdtien) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot90 (negentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van3 (drie) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
- dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij reclassering Nederland, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat de veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd onder behandeling zal stellen van Het Dok op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling vast te stellen, teneinde het Therapieprogramma Seksuele Delictplegers voor mindervaardigen (TSDmv) te volgen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 1.200,00 (duizend tweehonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.200,00 (duizend tweehonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting