GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.163.230/01
Zaak- rolnummer rechtbank : C/09/477059 / KG ZA 14-1348
arrest van 19 januari 2016
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellante, tevens incidenteel geïntimeerde,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: voorheen mr. L. de Roode, thans mr. M.Y.M. Renken te Leiden,
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde, tevens incidenteel appellant,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. W.G.H. [de man] te Leiden.
Het verloop van het geding
Bij exploot van 19 januari 2015 is de vrouw in hoger beroep gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag van 22 december 2014 tussen de partijen gewezen.
In de appeldagvaarding heeft de vrouw 4 grieven geformuleerd.
Bij arrest van 3 maart 2015 heeft dit hof een comparitie van partijen gelast.
De man heeft voor memorie van antwoord gediend, tevens heeft hij incidenteel appel ingesteld.
De vrouw heeft een memorie van antwoord in het incidentele appel genomen.
De vrouw heeft haar procesdossier gefourneerd en arrest gevraagd.
De beoordeling van het hoger beroep
Algemeen
1.Voor zover tegen de feiten geen grief is gericht gaat het hof uit van de door de rechtbank in het bestreden vonnis vastgestelde feiten.
2. Door de vrouw wordt gevorderd: dat het het hof behage te vernietigen het vonnis dat op 22 december 2014 door de voorzieningenrechter te Den Haag tussen partijen is gewezen en opnieuw rechtdoende, bij vonnis (het hof leest: bij arrest), voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de man alsnog niet-ontvankelijk te verklaren bij gebreke aan spoedeisendheid, dan wel, opnieuw rechtdoende, bij vonnis (het hof leest: bij arrest) en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, van genoemd vonnis van 22 december 2014 dat deel te vernietigen dat betrekking heeft op de afgifte van de roerende zaken aan de man en te vernietigen de beslissing omtrent de dwangsom, met veroordeling van de man in de kosten van beide instanties.
3. Door de man is in incidenteel appel gevorderd: dat het het hof moge behagen, zulks met vernietiging van het vonnis van de voorzieningenrechter d.d. 22 december 2014, dat de vorderingen zoals gedaan in het kort geding integraal worden toegewezen met inbegrip van de aanvulling c.q. vermeerdering van eis en dat de vrouw derhalve deze veroordelingen zal verkrijgen op straffe van een dwangsom zoals het hof deze gerechtvaardigd zal achten, met veroordeling van de vrouw in de kosten van de beide procedures.
4. De vrouw concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van de man in zijn incidenteel appel dan wel tot afwijzing van het incidenteel appel, kosten rechtens.
Spoedeisend belang
5. De vrouw stelt dat de man geen spoedeisend belang heeft bij zijn vordering. Deze stelling is door de man betwist.
6. Het hof overweegt als volgt. Het maken van inbreuk op iemands eigendomsrecht is in beginsel onrechtmatig. De aard van deze vordering acht het hof in beginsel spoedeisend.