Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
Ik kreeg € 2.000,-- à € 3.000,-- per oogst. Ik ben 4 keer betaald volgens mij. Ik denk dat dit de vijfde keer zou worden. ik kreeg contant betaald”.
BESLISSING
€ 10.000,00 (tienduizend euro).
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 9 juli 2015, waarin het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde werd vastgesteld op € 10.000,00. De veroordeelde, geboren in 1959, had in strijd met de Opiumwet gehandeld. Het Gerechtshof Den Haag heeft op 20 januari 2016 uitspraak gedaan in deze ontnemingszaak. De rechtbank had de veroordeelde verplicht om dit bedrag aan de Staat te betalen. In hoger beroep is de vordering van de advocaat-generaal tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank en tot vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 5.000,00 besproken. Het hof heeft echter geoordeeld dat de beslissing van de rechtbank niet in stand kan blijven. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen door middel van het bewezen verklaarde strafbare feit, en heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 10.000,00 vastgesteld. De raadsman van de veroordeelde heeft bepleit dat de betalingsverplichting aan de Staat op nihil moet worden vastgesteld, gezien de huidige medische en financiële situatie van de veroordeelde. Het hof heeft deze argumenten overwogen en besloten dat de betalingsverplichting inderdaad op nihil wordt vastgesteld. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 10.000,00 is vastgesteld, maar de verplichting tot betaling aan de Staat op nihil is gesteld.