ECLI:NL:GHDHA:2016:470
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak in Dexiazaak met betrekking tot oneerlijke contractbedingen
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Den Haag, betreft het een hoger beroep in de Dexiazaak. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.B. Maliepaard, heeft het hof verzocht om een oordeel over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de overeenkomst met Dexia Nederland B.V., vertegenwoordigd door mr. I.M.C.A. Reinders Folmer. Het hof heeft eerder op 20 januari 2015 een arrest gewezen en in dat arrest is Dexia in de gelegenheid gesteld om haar standpunt over artikel 2 van de overeenkomst nader toe te lichten. Dit artikel wordt betwist in het kader van de Richtlijn 93/13, die criteria stelt voor de beoordeling van de eerlijkheid van contractuele bedingen.
Het hof heeft kennisgenomen van een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 15 december 2015, waarin prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld over de (on)eerlijkheid van bedingen in vergelijkbare zaken. Het hof in Den Haag heeft besloten om de behandeling van de zaak aan te houden in afwachting van de antwoorden van de Hoge Raad op deze vragen. Dit is gedaan om te voorkomen dat er in vergelijkbare zaken uiteenlopende uitspraken worden gedaan. Het hof verwacht dat de Hoge Raad in juli 2016 zal antwoorden, waarna partijen de gelegenheid krijgen om te reageren.
De beslissing van het hof houdt in dat de zaak is verwezen naar de rol van 6 september 2016 voor het nemen van akte aan de zijde van Dexia, met het doel om te reageren op de antwoorden van de Hoge Raad. Iedere verdere beslissing is aangehouden totdat de Hoge Raad zijn oordeel heeft gegeven.