In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een letselschadezaak naar aanleiding van een verkeersongeval. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Heere-Helmink, heeft het hoger beroep ingesteld tegen de geïntimeerden, waaronder Delta Lloyd Schadeverzekeringen N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Oskam. De procedure is gestart na een tussenarrest van 17 mei 2016, waarin een comparitie na aanbrengen is gelast. Deze comparitie vond plaats op 1 juli 2016, waarna beide partijen een verzoek tot toelating tot de Second Opinion-procedure hebben ingediend, wat is toegestaan.
Het hof heeft de stukken van de eerste aanleg bestudeerd en de overwegingen van de rechtbank Rotterdam overgenomen. De enige grief van de appellant was dat de rechtbank in het vonnis van 27 januari 2016 niet heeft beslist zoals gevorderd. Het hof heeft geoordeeld dat het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd, zonder nadere motivering, conform artikel 4.2 van het Second Opinion Reglement (SOR). De appellant is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 1.612,-, inclusief griffierecht en kosten voor de comparitie.
Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 september 2016, waarbij de rechters F. Damsteegt-Molier, M.M. Olthof en M. Flipse aanwezig waren, samen met de griffier.