ECLI:NL:GHDHA:2016:4396
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vermindering navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2006 na hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 26 oktober 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende tegen de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2006. De inspecteur van de Belastingdienst had aan belanghebbende een navorderingsaanslag opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 527.934 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 100.000, met daarbij € 60.014 aan heffingsrente. De rechtbank had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de navorderingsaanslag verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 267.137 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van nihil, met een proceskostenvergoeding van € 487 en € 45 griffierecht.
Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 oktober 2016 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Uiteindelijk hebben partijen ter zitting van het Hof overeenstemming bereikt over de vermindering van de navorderingsaanslag tot een verzamelinkomen van € 140.000. Het Hof heeft vervolgens de uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover deze betrekking heeft op de navorderingsaanslag en de bijbehorende beschikking heffingsrente, en de navorderingsaanslag verminderd zoals overeengekomen.
Het Hof heeft beslist dat de inspecteur aan belanghebbende het griffierecht van € 123 dient te vergoeden, maar heeft geen termen gezien om de inspecteur te veroordelen in de proceskosten, aangezien partijen hebben aangegeven ieder hun eigen kosten te dragen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.