ECLI:NL:GHDHA:2016:4378
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de teruggave van aandelen in Comos International N.V. en de gevolgen van gezag van gewijsde
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank Den Haag van 31 oktober 2012 en 16 oktober 2013. Het geschil betreft de teruggave van aandelen in de naamloze vennootschap Comos International N.V. (hierna: Comos), die door [geïntimeerde] aan [appellant] zijn uitgegeven. [geïntimeerde] stelt dat er geen geldige overeenkomst was voor de uitgifte van de aandelen en dat [appellant] deze aan hem moet teruggeven. Het hof heeft eerder in een arrest van 27 december 2011 [appellant] veroordeeld om een aantal aandelen aan [geïntimeerde] af te geven, wat door [appellant] is betwist in cassatie, maar dat beroep is verworpen door de Hoge Raad.
In de onderhavige procedure vordert [appellant] dat de tenuitvoerlegging van de kostenveroordeling van de hofarresten wordt geschorst en dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld, met schadevergoeding als gevolg. De rechtbank heeft de incidentele vorderingen van [appellant] afgewezen en de reconventionele vordering van [geïntimeerde] toegewezen. In hoger beroep herhaalt [appellant] zijn vorderingen en stelt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het gezag van gewijsde van de hofarresten leidt tot toewijzing van de reconventionele vordering.
Het hof oordeelt dat de grieven van [appellant] falen. Het gezag van gewijsde betekent dat de eerdere beslissingen bindend zijn en dat [geïntimeerde] zich op deze beslissingen kan beroepen. Het hof bevestigt dat de afspraak over de teruggave van de aandelen vaststaat en dat de vordering tot afgifte van de aandelen niet is verjaard. De vonnissen van de rechtbank worden bekrachtigd en [appellant] wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.