ECLI:NL:GHDHA:2016:4354
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- A.A. Schuering
- Chr.A. Baardman
- R.C. Langeler
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor ontuchtige handelingen tussen minderjarige en verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1995, was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden wegens ontuchtige handelingen met een minderjarige, geboren in 2001. De ten laste gelegde feiten vonden plaats tussen 31 oktober 2014 en 30 december 2015 in Leimuiden en betroffen seksuele handelingen tussen de verdachte en de minderjarige, die op dat moment 13 jaar oud was. De advocaat-generaal had gevorderd het vonnis te bevestigen, maar het hof oordeelde anders.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake was van een 'normale' consensuele seksuele relatie tussen de minderjarige en de verdachte, waarbij de handelingen niet als ontuchtig konden worden aangemerkt volgens artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel is bedoeld ter bescherming van de seksuele integriteit van jongeren die niet in staat worden geacht om deze zelf te bewaken. Het hof heeft daarbij gekeken naar de omstandigheden waaronder de seksuele handelingen plaatsvonden, zoals de vrijwilligheid van de handelingen en de affectieve relatie tussen de betrokkenen.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de seksuele handelingen niet als ontuchtig kunnen worden gekwalificeerd, en heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij deze had gepleegd. Het hof heeft ook het verzoek om een deskundige te horen afgewezen, omdat dit niet van belang was voor de beslissing.