ECLI:NL:GHDHA:2016:4351

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
28 januari 2016
Publicatiedatum
30 maart 2017
Zaaknummer
22-002459-15
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldheling van een horloge met een waarde van € 5.000,-

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte is beschuldigd van schuldheling van een horloge, specifiek een Omega De Ville, dat hij in de periode van 2 februari 2013 tot en met 1 maart 2013 heeft verworven. De verdachte kocht het horloge voor € 2.000,- van een persoon die hij kende uit het uitgaanscircuit, zonder verdere identificatie van de verkoper. Het hof oordeelde dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het horloge van illegale herkomst was, gezien de waarde van het horloge en de omstandigheden van de aankoop. De verdachte werd eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat meegewogen werd in de strafmaat. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van één dag en een taakstraf van 28 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002459-15
Parketnummer: 09-121159-13
Datum uitspraak: 28 januari 2016
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 3 juni 2015 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [plaats] op [dag] 1981,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 14 januari 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één dag, met aftrek van voorarrest, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 28 uren, subsidiair 14 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 02 februari 2013 tot en met 01 maart 2013 te Pijnacker, gemeente Pijnacker-Nootdorp, in elk geval in Nederland, een horloge (Omega De Ville) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat horloge, wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in
of omstreeksde periode van 02 februari 2013 tot en met 01 maart 2013
te Pijnacker, gemeente Pijnacker-Nootdorp, in elk gevalin Nederland, een horloge (Omega De Ville) heeft verworven
envoorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgenvan dat horloge,
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden dat het
(een
)door misdrijf verkregen goed
(eren)betrof.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
De verdachte heeft het horloge voor een bedrag van € 2.000,- gekocht van een persoon die hij van gezicht kende uit het uitgaanscircuit in Rotterdam en van wie hij niet meer gegevens had dan dat die persoon “Achmed” heet en “Aggie” wordt genoemd, terwijl de verdachte er als liefhebber van horloges van op de hoogte was dat het horloge een waarde had van – om en nabij - € 5.000,-. De koop vond plaats in een Audi, staand op de afgesproken plaats voor het café [café] in Rotterdam.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de verdachte redelijkerwijs heeft moeten vermoeden dat het horloge geen legale herkomst had. De verdachte is daarbij tekortgeschoten in zijn onderzoeksplicht, hetgeen meebrengt dat hij met de voor schuldheling vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld. De verdachte had de verkoper bijvoorbeeld kunnen vragen naar zijn legitimatie. Dat de verdachte vóór het sluiten van de koopovereenkomst heeft verzocht om het echtheidscertificaat van het horloge maakt dat oordeel niet anders.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:

schuldheling.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan schuldheling van een horloge, welk misdrijf het plegen van diefstallen en inbraken lucratief maakt en een afzetmarkt voor gestolen voorwerpen in stand houdt.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft het hof in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 16 december 2015, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden het onderhavige feit te plegen.
Het hof is - alles overwegende en acht geslagen hebbend op artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur in combinatie met een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d en 417bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) dag.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door mr. A.A. Schuering,
mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst en mr. H.A. van Brummen,
in bijzijn van de griffier mr. C. de Bruin.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 januari 2016.
Mr. H.A. van Brummen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.