Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het hoger beroep
coastal(zeewaardige) varianten, die magnesium bevatten, en anderzijds niet-
coastalvarianten, en
coastalvariant wordt voorgeschreven omdat die variant qua corrosiewering betere eigenschappen heeft.
coastalvariant heeft geleverd en dat Plastica Eskra Timmerwerken bij het sluiten van de overeenkomst niet heeft meegedeeld dat de door haar geleverde variant niet geschikt is voor toepassing onder hoog corrosieve omstandigheden. Als Plastica heeft bedoeld te betwisten dat zij een niet-
coastalvariant heeft geleverd, moet die betwisting worden verworpen in het licht van haar eigen stelling dat in de geleverde platen de niet-magnesiumhoudende aluminiumkwaliteit AA1100 is toegepast (zie ook de verklaringen van haar deskundigen productie 5 van Plastica in hoger beroep, p. 4 en productie 15 van Plastica in hoger beroep, p. 4).
coastalvariant onder hoog corrosieve omstandigheden. Zo is gesteld noch gebleken dat Eskra in het kader van eerdere leveringen bekend is geraakt met die beperkingen. Integendeel, Eskra heeft gesteld dat de litigieuze partij Alucopal de eerste was in een reeks leveringen en dat zij destijds dus nog geen ervaring had met dat product, laat staan ervaring met de beperkingen daarvan onder hoog corrosieve omstandigheden.
coastalvariant.
coastalvariant had geleverd, moet worden verworpen. Daargelaten dat tussen partijen vast staat dat Plastica alleen de niet-
coastalvariant in haar assortiment heeft, heeft Eskra, onderbouwd met een rapport van het testinstituut TÜV (productie 2 van Eskra in hoger beroep), gesteld dat de
coastalvariant aanzienlijk betere weerstand biedt tegen filiforme corrosie als gevolg van de hoog corrosieve omgevingsfactoren. Dat als zodanig heeft Plastica niet weersproken en wordt ook bevestigd door haar eigen deskundige Innomet (productie 5 van Eskra in hoger beroep, p. 4). Dat desondanks ook bij een
coastalvariant filiforme corrosie zou zijn ontstaan, hangt Plastica op aan haar verweer dat de corrosie op het project IJburg mede is veroorzaakt door andere ‘externe oorzaken’, zoals een verzuring als gevolg van het uitlogen van het beton en de onbeschermde kopse kanten van de platen. Zoals hierna zal worden toegelicht, moet ook het beroep van Plastica op die andere oorzaken worden verworpen.
[…] / […]). Daarvan uitgaande kan, gelet op het feit dat de nieuwe platen in 2011 zijn gemonteerd en de vorderingen in 2012 zijn ingesteld, de verjaringstermijn van artikel 7:23 lid 2 BW niet zijn overgeschreden.
coastalvariant niet zou voldoen op het project IJburg. Daargelaten dat Eskra stelt dat Plastica wel op de hoogte was of had moeten zijn van die omstandigheden, kan dat betoog niet slagen omdat Plastica door Eskra Timmerwerken niet te wijzen op de beperkingen van de niet-
coastalvariant of op het bestaan van een
coastalvariant, Eskra Timmerwerken de mogelijkheid heeft ontnomen te onderzoeken of het product al dan niet zou voldoen op het project IJburg. Gelet daarop moet de gestelde onbekendheid voor risico komen van Plastica. De opmerking van Plastica in haar akte van 8 augustus 2013 dat in de Algemene leverings- en betalingsvoorwaarden die zijn uitgegeven door de Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche geen garantie wordt verleend bij gebrek aan onderhoud of reiniging, alsmede bij filiforme corrosie, kan evenmin leiden tot afwijzing van de gevorderde schadevergoeding. Gesteld noch gebleken is dat die voorwaarden van toepassing zijn in de contractuele relatie tussen Plastica en Eskra. Integendeel, Eskra heeft bij de memorie van grieven uitdrukkelijk en gemotiveerd gesteld dat toepassing van die voorwaarden
nietis overeengekomen.
5.De beslissing
opnieuw rechtdoende