ECLI:NL:GHDHA:2016:4070
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- E.A. Mink
- A.N. Labohm
- L.N.A. van Veen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep partneralimentatie en draagkracht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de partneralimentatie die de man aan de vrouw moet betalen. De vrouw verzoekt het hof om de bestreden beschikking van de rechtbank te vernietigen en haar netto behoefte aan levensonderhoud vast te stellen op € 2.184,- per maand, exclusief de helft van de woonlasten van de echtelijke woning. De man verzoekt het hof om de bestreden beschikking te bekrachtigen en de grieven van de vrouw af te wijzen. Het hof oordeelt dat de ingangsdatum voor de partneralimentatie niet eerder kan zijn dan de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand, en stelt deze vast op 22 juli 2016. Het hof overweegt dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij haar inkomensverlies niet heeft kunnen herstellen en dat zij actief op zoek is naar werk. De draagkracht van de man wordt vastgesteld op € 280,- per maand tot 1 oktober 2016 en € 308,- per maand daarna. Het hof compenseert de proceskosten en bepaalt dat de vrouw de teveel betaalde partneralimentatie aan de man moet terugbetalen. De beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en de nieuwe alimentatie wordt vastgesteld.