ECLI:NL:GHDHA:2016:3452

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2016
Publicatiedatum
22 november 2016
Zaaknummer
22-003541-14
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging van de voorzitter van de Examencommissie van een universiteit naar aanleiding van negatief bindend studieadvies

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Iran in 1970, was eerder vrijgesproken van bedreiging, maar de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld. De verdachte werd beschuldigd van het bedreigen van de voorzitter van de Examencommissie van de Universiteit [plaatsnaam] in de periode van 22 augustus 2012 tot en met 17 april 2013. De bedreigingen waren gericht aan het slachtoffer, die verantwoordelijk was voor het uitbrengen van negatieve bindende studieadviezen aan studenten, waaronder de verdachte zelf. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere dreigbrieven heeft verzonden, waarin hij het slachtoffer met de dood bedreigde en andere gewelddadige taal gebruikte.

Het hof heeft de inhoud van de dreigbrieven als zeer bedreigend en intimiderend beoordeeld. De verdachte heeft ter terechtzitting gesuggereerd dat iemand anders de brieven had verstuurd, maar het hof heeft deze bewering als onwaarschijnlijk terzijde geschoven. De bewijsvoering was gebaseerd op de inhoud van de dreigbrieven en het DNA-profiel van de verdachte dat op de postzegels was aangetroffen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft de eerdere vrijspraak vernietigd.

De advocaat-generaal heeft een taakstraf van 80 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand geëist, met een contactverbod ten aanzien van het slachtoffer. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren en 30 dagen hechtenis, met bijzondere voorwaarden, waaronder een contactverbod en een verbod om zich binnen 100 meter van de woning van het slachtoffer te bevinden. Het hof heeft de ernst van de bedreigingen en de impact op het slachtoffer in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003541-14
Parketnummer: 09-857308-13
Datum uitspraak: 21 november 2016
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 5 augustus 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte},

geboren te [geboorteplaats] (Iran) op [geboortedag] [geboortemaand] 1970,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het op de rechtsdagen 28 september 2015 en 7 november 2016 gehouden onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 22 augustus 2012 tot en met 17 april 2013 te [pleegplaats] en/of Wassenaar, althans in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk die [slachtoffer] diverse brieven gestuurd met de inhoud:
- " kanker hond, ik weet waar jij woont, wacht op mij" en/of
- "[ slachtoffer] kanker homo. Dont fuck with me ik ga keihard terug slaan, ik maak jouw kut leven kapot, wacht en kijk, veel plezier" en/of
- " He [slachtoffer] , klootzak alles goed, hoe voel jij? Jou verdiende loon is op weg geniet van, jij moet weg uit [plaats en wij zorgen voor. Als ik jou was zou bij donker niet meer naar buiten komen wie weet he" en/of voorzien van een getekend rood kruis en/of
- "[ slachtoffer] , kanker homo nog een paar dagen en dan ben jij ...............gecondoleerd" en/of voorzien van een getekend rood kruis en/of
- "[ slachtoffer] kanker homo, wij zullen wraak nemen en jouw kut leven kapot maken, kanker homo jij bent een vieze homo, wacht tot mijn broers jij kapot slaan vieze hond" en/of "Dit is dan mijn laatste woord .... Door kogels doorboord ... In bloed gedoopt ... Zoals ik had gehoopt" en/of
- "[ slachtoffer] kanker homo, hoe gaat het met jouw? Lekker he. Lelijke kut homo. Ik geniet van jouw angstige gezicht, kanker homo jij hebt veel mensen pijn gedaan dus jouw verdiende loon komt nog, vieze dier vanaf nu zoeken wij jouw overal op jouw werk of op weg naar jouw hol, kanker [slachtoffer] jij staat meteen been/voet in het graaf, 2012 vergeet jij nooit, vieze homo, slapeloze nachten zijn nog onderweg, lelijke dier komt goed met jou dikke kusssssssss" en/of voorzien van Arabisch geschreven tekst (waarvan de vertaling luidt "Er is geen God dan Allah, de Grootste, de dood") en/of
- een afbeelding van een pagina van De Telegraaf met een artikel over de moord op Theo van Gogh en/of voorzien van een tekende dolk en/of een Arabisch geschreven tekst en/of
- "[ slachtoffer] kanker homo, ik maak jouw verotte leven kapot, zo kapot dat nooit meer durven mijn broers op die manier behandelen, jij bent zo lelijk van binnen en buiten, verrotte [slachtoffer]
omo, ben nog niet klaar met jouw wacht en geniet van, kanker homo pas op kut homo brandwonden zijn erg pijnlijk hoor, dus slaap lekker oude lelijke hond. Alaho akbar, alaho akbar, alaho akbar, Almut le [slachtoffer] " en/of
- "[ slachtoffer] kanken homo vanaf mandag is universiteit [plaats] jouw begraaf plaats, waar wij jouw tegen komen ben jij geweest. Wij maken van jou werk plek een hel voor je, theo van gogh wacht op je. Alaho Akbar alaho akbar alaho akbar" en/of voorzien van een getekende dolk en/of de geschreven tekst "DOOD AAN [SLACHTOFFER] " en/of een foto van het lichaam van Theo van Gogh met daarboven geschreven de tekst [SLACHTOFFER] ;
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op tijdstippen in de periode van
29 november 2012tot en met 17 april 2013 in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk die [slachtoffer] brieven gestuurd met de inhoud:
- "[ slachtoffer] kanker homo, hoe gaat het met jouw? Lekker he. Lelijke kut homo. Ik geniet van jouw angstige gezicht, kanker homo jij hebt veel mensen pijn gedaan dus jouw verdiende loon komt nog, vieze dier vanaf nu zoeken wij jouw overal op jouw werk of op weg naar jouw hol, kanker [slachtoffer] jij staat meteen been/voet in het graaf, 2012 vergeet jij nooit, vieze homo, slapeloze nachten zijn nog onderweg, lelijke dier komt goed met jou dikke kusssssssss" en/of voorzien van Arabisch geschreven tekst (waarvan de vertaling luidt "Er is geen God dan Allah, de Grootste, de dood") en
- "[ slachtoffer] kanken homo vanaf mandag is universiteit [plaats] jouw begraaf plaats, waar wij jouw tegen komen ben jij geweest. Wij maken van jou werk plek een hel voor je, theo van gogh wacht op je. Alaho Akbar alaho akbar alaho akbar" en/of voorzien van een getekende dolk en/of de geschreven tekst "DOOD AAN [SLACHTOFFER] " en/of een foto van het lichaam van Theo van Gogh met daarboven geschreven de tekst [SLACHTOFFER].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Bewijsoverweging
Het slachtoffer is voorzitter van de Examencommissie propedeuse van de faculteit der rechtsgeleerdheid van de Universiteit [plaatsnaam] en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het uitbrengen van negatieve bindende studieadviezen aan studenten van de Universiteit [plaatsnaam] [1] . In de dreigbrieven, waarvan het hof bewezen heeft verklaard dat deze door verdachte zijn verzonden, wordt verwezen naar de Universiteit [plaatsnaam] en naar het werk van het slachtoffer [2] , hetgeen er op wijst dat de schrijver van de dreigbrieven problemen met het slachtoffer heeft die verband houden met de functie van het slachtoffer. De twee dreigbrieven komen qua taalgebruik, toonzetting en vormgeving overeen. Gebleken is dat in de periode, waarin het slachtoffer dreigbrieven heeft ontvangen, slechts sprake is geweest van één duidelijk geschil tussen de examencommissie en een student, te weten verdachte, in de procedure van de verdachte tegen het jegens hem op 21 augustus 2012 door de examencommissie uitgebrachte negatief bindend studieadvies [3] . De bedreigingen aan het adres van het slachtoffer zijn, aldus de aangifte, direct na het uitbrengen van het bindend studieadvies aan de verdachte begonnen en direct na aanhouding van de verdachte beëindigd. Het slachtoffer heeft voorts in zijn aangifte te kennen gegeven dat hij ook al in 2011 een geschil heeft gehad met de verdachte over diens schorsing, waarbij de verdachte hem deze schorsing persoonlijk heeft kwalijk genomen. Voorts wordt vastgesteld dat er in de dreigbrief, die ontvangen is op 12 april 2013 een directe samenhang bestaat tussen het moment waarop de dreigbrief werd verstuurd naar het slachtoffer en het moment waarop een belangrijke proceshandeling werd verricht in de procedure van de verdachte tegen het jegens hem uitgebrachte negatief studieadvies. In deze dreigbrief van 12 april 2013 wordt specifiek verwezen naar de dag waarop de behandeling van het hoger beroep van de verdachte zou plaatsvinden [4] . Voorts is op de postzegel op de envelop van zowel de dreigbrief van 29 november 2012 als de dreigbrief van 12 april 2013 het DNA-profiel van de verdachte aangetroffen (waarbij op de postzegel van de eerstgenoemde dreigbrief uitsluitend het DNA-profiel van de verdachte is aangetroffen) [5] . De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep [6] verklaard dat de postzegels afkomstig zijn uit zijn woning, alwaar hij alleen woonachtig is [7] . Gelet op bovenstaande is het hof van oordeel dat de verdachte de persoon is geweest die het slachtoffer heeft bedreigd door de dreigbrieven naar hem te sturen. Weliswaar heeft de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep gesuggereerd dat iemand anders, die toegang tot zijn woning heeft, zoals zijn ex of zijn minderjarige kinderen, de brieven kan hebben verstuurd, echter op grond van de gebezigde bewijsmiddelen zoals hiervoor vermeld, schuift het hof deze niet-onderbouwde en ongespecificeerde suggestie dat de verdachte niet de hand heeft gehad in de bedreiging van het slachtoffer als hoogst onwaarschijnlijk ter zijde.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, met een proeftijd van 2 jaren met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich niet mag begeven binnen een straal van 100 meter van de woning van [slachtoffer], alsmede een contactverbod ten aanzien van die [slachtoffer].
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan bedreiging van de voorzitter van de Examencommissie propaedeuse van de faculteit der rechtsgeleerdheid van de Universiteit [plaatsnaam]. Deze commissie had de verdachte eerder een negatief bindend studieadvies gegeven. De verdachte heeft hiertoe in de bewezenverklaarde periode een tweetal brieven met zeer bedreigende inhoud gericht aan het slachtoffer naar diens privéadres verzonden. De verdachte heeft zodoende niet alleen gevoelens van angst en onveiligheid bij het slachtoffer teweeggebracht, maar tevens op grove wijze inbreuk gemaakt op diens persoonlijke levenssfeer.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 oktober 2016, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt. Het hof acht het daarnaast geraden dat aan het voorwaardelijke deel van de straf de na te noemen bijzondere voorwaarde wordt verbonden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde zoals hiervoor overwogen heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd is zich niet zal ophouden en/of bewegen op de openbare weg [straat]
te [plaatsnaam], op een gedeelte groot 50 meter aan weerszijden van de perceelsgrens van de woning [straat][huisnummer] zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
Geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. H.C. Plugge,
mr. R.M. Bouritius en mr. S. Verheijen, in bijzijn van de griffier mr. M.C. Bongaerts.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 november 2016.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van aangifte d.d. 28 augustus 2012, PL1644 2012125397-4 (blz. 25 e.v.)
2.Bijlage 6 van het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 5 april 2013 PL1609 2012125397-9 (blz. 128) + bijlage bij proces-verbaal van bevindingen van 13 april 2013 PL1640 2012125397-24 (blz. 181)
3.Proces-verbaal van aangifte d.d. 28 augustus 2012, PL 1644 2012125397-4 (blz. 25 e.v.) + verklaring aangever, bijlage I bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2014, PL1600-2012125397-76 (blz. 328 e.v.).
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2014, PL1600-2012125397-76 (blz. 328 e.v.)
5.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 5 april 2013 PL1609 2012125397-9 (blz. 117 e.v.), rapport d.d. 21 juni 2013 van het Nederlands Forensisch Instituut (blz. 306 e.v.), proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 22 april 2013 PL1609 2012125397-29 (blz. 131 e.v.), rapport d.d.15 oktober 2014 van het Nederlands Forensisch Instituut
6.Verklaring verdachte ter terechtzitting in hoger beroep van 7 november 2016
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 29 april 2013 PL 1640 2012125397-34 (blz.190 e.v.)