Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.SAFEMEDIC C.V.,
1.Het geding
2.De feiten
spring clip as needle tip protection for a safety IV catheter. Het octrooi is verleend voor onder meer Nederland op 10 april 2013. De aanvrage voor het octrooi is een afsplitsing van een aanvrage die heeft geleid tot het Europees octrooi EP 1 421 969 (hierna: het moederoctrooi), welke aanvrage op zijn beurt is afgesplitst van een aanvrage die heeft geleid tot het Europees octrooi EP 1 003 588 (hierna: het grootmoederoctrooi). De oorspronkelijke aanvrage waarop deze octrooien zijn gebaseerd is de PCT-aanvrage van 18 augustus 1998 met internationaal publicatienummer WO 99/08742 (hierna ook: de oorspronkelijke aanvrage of WO 742). Het octrooi doet een beroep op voorrang op basis van de volgende twee Amerikaanse octrooiaanvragen: US 915148 van 20 augustus 1997 en US 97170 van 12 juni 1998.
until it clamps onto the needle shaft’ voorafgaand aan de woorden ‘into a retracted position’ in element g) van conclusie 1, oordeelde de OD dat dit toelaatbaar is en tegemoet komt aan de toegevoegde materie bezwaren. De OD heeft het octrooi aldus gewijzigd in stand gelaten. Opposanten en [appellante] hebben tegen de beslissing van de OD beroep ingesteld, dat aanhangig is bij dezelfde TKB die oordeelde in de oppositie tegen de verlening van EP 486.
blood flashback” optreedt. Doordat bloed door de naald naar een kamer stroomt, constateert de verpleegkundige dat de ader correct is aangeprikt.
3.Het geschil in eerste aanleg en in hoger beroep
in conventievorderde [appellante] samengevat - een verbod op inbreuk op EP 487 in Nederland, een bevel tot opgave van gegevens over de inbreuk, en een bevel tot plaatsing van een mededeling op de website van Safemedic en Troge, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Safemedic en Troge in de proceskosten in de zin van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
unitary’in de conclusie zou worden opgenomen, de Tro-Vensite daarop geen inbreuk zou maken.
in reconventievorderden Safemedic en Troge een verbod op mededelingen inhoudende dat de Tro-Vensite inbreuk maakt op het octrooi, een bevel tot opgave van de partijen aan wie [appellante] heeft meegedeeld dat de Tro-Vensite inbreuk maakt op het octrooi en een bevel tot het versturen van een rectificatie aan die partijen, een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [appellante] in de proceskosten in de zin van artikel 1019h Rv.
instruction for use’ van de Tro-Vensite, met in de begeleidende brief de stelling dat daarin: “zichtbaar is dat de naaldbescherming bij activering tegen de naaldschacht klemt”. Safemedic en Troge hebben bezwaar gemaakt tegen deze productie, alsmede tegen het alsnog aanvoeren van de stelling door [appellante] dat de Tro-Vensite voldoet aan het deelkenmerk ‘
until it clamps onto the needle shaft’. Zij wijst erop dat [appellante] in eerste aanleg noch bij memorie van grieven heeft aangevoerd dat de Tro-Vensite voldoet aan voornoemd deelkenmerk. Artikel 347 Rv (de twee-conclusie-regel) verzet zich ertegen dat [appellante] dit standpunt eerst bij pleidooi zouden kunnen innemen, aldus Safemedic en Troge.
until it clamps onto the needle shaft’ in onderdeel g) van conclusie 1. [appellante] erkent dat zij niet eerder expliciet het standpunt heeft ingenomen dat de Tro-Vensite aan dat deelkenmerk voldoet, maar is van mening dat zij in haar memorie van grieven kon volstaan met het aanvoeren van bezwaren tegen de overwegingen in het vonnis (die alleen betrekking hadden op de vraag of het ontbreken van het element ‘
unitary’ in conclusie 1 van het octrooi toegevoegde materie oplevert) en dat de devolutieve werking van het hoger beroep met zich brengt dat zij thans, eerst bij pleidooi, nog standpunten kan innemen ter zake van door Safemedic en Troge in eerste aanleg gevoerde verweren waaraan de voorzieningenrechter niet is toegekomen, waaronder het standpunt van Safemedic en Troge in 5.10 van de pleitnota in eerste aanleg dat bij de Tro-Vensite geen sprake is van klemmen.
until it clamps onto the needle shaft’. Geen van de uitzonderingen op de twee-conclusieregel, onder meer als er sprake is van een nieuw feit (opgekomen na indiening van de memorie van grieven) of als er ondubbelzinnig toestemming is van de wederpartij om het nieuwe standpunt in te nemen, doet zich in deze procedure voor. De memorie van grieven dateert van ruim na de beslissing van de OD waarbij het octrooi gewijzigd in stand is gehouden (en verwijst er zelfs naar in paragraaf 3). Voorts maken Safemedic en Troge juist expliciet bezwaar tegen het innemen van het nieuwe standpunt door [appellante].
until it clamps onto the needle shaft’. In die mededeling lag daarom de voorwaarde besloten dat deze stelling zou worden toegelaten. Daaruit moet worden afgeleid dat de advocaat van [appellante] niet onvoorwaardelijk afstand heeft gedaan om de zaak te bepleiten op basis van het octrooi zoals dat oorspronkelijk is verleend en zoals dat, gegeven de opschortende werking van het tegen de beslissing van de OD door de opposanten en [appellante] ingestelde beroep bij de TKB, nog steeds van kracht is. Nu de voorwaarde voor de gewenste grondslagwijziging niet wordt vervuld, kan [appellante] derhalve terugvallen op de oorspronkelijke grondslag voor haar vorderingen en kan de zaak op die grondslag worden voortgezet.
4.Beoordeling
clampingelement essentieel is voor de daarin geopenbaarde uitvinding en dat het weglaten van dat element in de conclusies toegevoegde materie oplevert. Niet valt aan te nemen dat diezelfde TKB ten aanzien van EP 487 tot een ander oordeel zal komen, ook in aanmerking genomen de vaste jurisprudentie van de Technische Kamers van Beroep van het EOB ter zake van res judicata (vergelijk T 051/08, r.o. 3 e.v.). Dat EP 486 andere conclusies heeft en betrekking heeft op een naaldbescherming met een
transverse segmentkan daaraan niet afdoen.
clampingelement de oppositieprocedure bij de TKB zou overleven – is het hof van oordeel dat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi in een nationale nietigheidsprocedure niet geldig zal worden geacht, omdat het weglaten van
clamping meansin conclusie 1 van EP 487 toegevoegde materie oplevert.
Summary of the invention’ uit de beschrijving van de oorspronkelijke aanvrage, die betrekking heeft op de uitvinding in het algemeen (niet op een specifiek uitvoeringsvoorbeeld), wordt op p. 4/5 onder meer beschreven:
needle guardin zijn uitgangspositie tegen de binnenwand van de
hubin de katheter geklemd zit en bij het terugtrekken van de naald dichtspringt totdat de
needle guardde naaldpunt afschermt en tegen de naaldschacht aanklemt, zodat de naald samen met de daaraan geklemde
needle guardveilig kan worden teruggetrokken uit de katheterhub. De gemiddelde vakman zal begrijpen dat het klemmen van de
needle guardop de naaldschacht noodzakelijk is om te voorkomen dat deze bij het terugtrekken van de naald alsnog van de naald afvalt, waardoor de naaldpunt bloot komt te liggen en het doel van de uitvinding niet zou worden bereikt. Tevens zou de gemiddelde vakman begrijpen dat de functie van de
bulgeis om in samenwerking met de
needle guardte voorkomen dat de
needle guardalsnog losraakt van de naald nádat de naald uit de katheter
hubis verwijderd.
alleuitvoeringsvoorbeelden uit de oorspronkelijke aanvrage. Ten aanzien van de in figuren 1A en 1B getoonde uitvoeringsvoorbeelden blijkt dat uit de passage op p. 11/12:
slot 60is vervangen door
bulge 61, die
verdereproximale beweging van de naald en losraken van de naald en de
needle guardvoorkomt (p. 12):
alternative configurationgetoond in figuren 4A en 4B vermeldt de oorspronkelijke aanvrage op p. 14:
slot 90respectievelijk een
tether 90is toegevoegd. De functie daarvan is op p. 15 omschreven als volgt:
differs from the previously described embodiments primarily with regard to the construction and operation of the spring clip needle guard 96”. Over de werking daarvan vermeldt de beschrijving (p. 17):
slot 60vervangen door een
bulge 61, met de functie (p. 18):
needle guarden heeft ook een
bulge. Over deze uitvoeringsvorm vermeldt de beschrijving van WO 742 (p. 19/20):
needle guarden voorts van een
groove 178. Over de werking daarvan is in de oorspronkelijke aanvrage te lezen (p. 22):
spring clip needle guard’ in de katheterhub, die bij terugtrekken van de naald losspringt en de punt van de naald afschermt
en tegelijkertijdtegen die naald aanklemt teneinde die naaldbescherming op zijn plaats te houden bij het verder terugtrekken van het samenstel van de naald met bescherming uit de katheterhub. Blijkens de beschrijving van WO 742 wordt het doel van de uitvinding dus bereikt doordat de naaldbescherming de naaldpunt afschermt én daar tegenaan klemt. De gemiddelde vakman zou uit WO 742 begrijpen dat het klemmen van de naaldbescherming tegen de naald noodzakelijk is om het doel van de uitvinding te bereiken. Naar de gemiddelde vakman met zijn gemiddelde vakkennis immers zou inzien, zou de naaldbescherming nadat deze is losgesprongen en initieel de punt afdekt, ten gevolge van het vervolgens terugtrekken van de naald uit de katheterhub, van de naald losraken en achterblijven in die hub, indien er geen sprake zou zijn van klemmen van de naaldbescherming op de naald.
grooveof
bulge– en dat de functie daarvan is te voorzien in
extrabescherming, doordat daarmee wordt voorkomen dat de naaldbescherming, nadat deze uit de katheterhub is verwijderd, alsnog loskomt van de naald indien dan nog verder aan de naald getrokken wordt. Nergens in de beschrijving wordt geopenbaard of zelfs maar gesuggereerd dat een dergelijke additionele maatregel ter verkrijging van extra bescherming in de plaats zou kunnen komen van het klemmen van de naaldbescherming tegen de naaldschacht (of naaldpunt).
grooveof
bulge. Ook voor die uitvoeringsvormen geldt dat blijkens de beschrijving het doel van de uitvinding primair wordt bereikt doordat de naaldbescherming de naaldpunt afschermt én daar tegenaan klemt en dat daarnaast extra bescherming wordt verkregen door de toevoeging van een
grooveof
bulge. Dat volgt in het bijzonder uit de passage: “
the spring clip 96 isretained on the needle16 and will be removed from the catheter hub 26 when the needle is completely removed”en de beschrijving van de functie van de
groove 60: “
Movement of the spring clip 96 from its protecting or retracted position shown in fig. 7C isfurtherprevented by the insertion of the locking tab 118 into the needle groove 60” en de functie van
bulge 61“
so as to preventany furtherproximal movement of the needle and removal of the needle from the needle guard” (onderstrepingen toegevoegd). De naaldbescherming wordt dus vastgehouden aan de naald (“
is retained on the needle”) bij verwijdering uit de katheterhub en daarnaast wordt verdere (“
further”) beweging / losraken van de
needle guardnadat deze samen met de naald uit de hub is verwijderd voorkomen door de
grooverespectievelijk
bulge. Daarmee functioneren ook de in figuren 7 geopenbaarde uitvoeringsvormen in wezen hetzelfde als al de andere in WO 742 geopenbaarde uitvoeringsvormen en vormt het klemmen van de
needle guardtegen de naald een essentieel onderdeel van dat functioneren.
grooveof
bulgewordt vervuld. [appellante] miskent met die stelling dat het probleem dat door het octrooi wordt opgelost niet (uitsluitend) betrekking heeft op de bescherming van de naaldpunt nádat deze uit de hub is verwijderd, zoals zij heeft aangevoerd. Volgens de beschrijving (p. 3 van de oorspronkelijke aanvrage) was een van de op te lossen problemen dat bij veiligheidskatheters volgens de stand van de techniek té grote kracht moest worden uitgeoefend om de naald met bescherming uit de katheter te verwijderen, terwijl het terugbrengen van de uit te oefenen kracht als gevolg zou hebben dat de naaldbescherming bij terugtrekken van de naald in de katheterhub achter zou kunnen blijven en dus niet betrouwbaar zou functioneren. Met de uitvinding volgens het octrooi wordt beoogd een oplossing te vinden voor dat probleem: het betrouwbaar verwijderen van de naald mét naaldbescherming uit de hub. Die oplossing is volgens het octrooi gevonden in het voldoende klemmen van de naaldbescherming op de naald om deze samen met de naald uit de katheterhub te kunnen verwijderen. Dat geldt ook – naar [appellante] met haar stelling in wezen erkent – voor de uitvoeringsvorm van figuren 7, waarin die functie wordt vervuld doordat “
the spring clip 96 isretained on the needle16 and will be removed from the catheter hub 26 when the needle is completely removed.”
the safety IV catheter of the invention” erop is gebaseerd dat bij terugtrekken van de naald uit de katheter de spanning die op de
needle guardstaat ervoor zorgt dat deze binnen de katheterhub openspringt “
until it clamps onto the needle shaft” – valt bovendien niet in te zien dat de gemiddelde vakman zou begrijpen dat dit niet zou gelden voor de in figuren 7 getoonde uitvoeringsvormen. Het enkele gebruik van de woorden ‘
retained on the needle’ in plaats van ‘
clamp onto the needle shaft’ geeft daar gelet op de normale taalkundige betekenis van het woord ‘
retain’ (namelijk onder meer ‘vasthouden’) naar het voorshands oordeel van het hof onvoldoende aanleiding voor. Evenmin is er aanleiding te veronderstellen dat de gemiddelde vakman dat zou afleiden uit de figuren 7. Naar voorshands oordeel van het hof zou de vakman daaruit juist afleiden dat ook bij die uitvoeringsvorm sprake is van klemmen nu de letter e daarin is opgenomen, die blijkens de beschrijving verwijst naar een klempunt (“
clamping point e”, zie onder meer p. 11 voorlaatste regel van de oorspronkelijke beschrijving). [appellante] heeft ter zitting nog aangevoerd dat de letter e in figuur 7C duidt op een vormsluiting die verdere beweging onmogelijk maakt, maar toch geen ‘klemmen’ oplevert. Bij gebreke van een deugdelijke onderbouwing waaruit de gemiddelde vakman dat zou afleiden, acht het hof dat voorshands niet aannemelijk, ook in aanmerking genomen dat de in de figuren van een octrooi opgenomen verwijzingscijfers en –letters in verschillende figuren steeds dezelfde betekenis plegen te hebben. Dat het tweede klempunt niet is aangeduid (met de letter d) kan er ook niet aan afdoen dat de gemiddelde vakman de letter e zou begrijpen als verwijzend naar een klempunt. Niet ieder figuur hoeft immers alle verwijzingscijfers of –letters voor de daarin weergegeven elementen te bevatten. Bovendien zou de gemiddelde vakman, naar ook [appellante] ter zitting heeft erkend, inzien dat het distale eind van slot 100 na het openspringen van de naaldbescherming tegen de naaldschacht komt te liggen (en dus klempunt d vormt). Ten slotte worden bij de beschrijving van de in figuren 7 getoonde uitvoeringsvormen, de
groove/slotof
bulge, ook niet beschreven als de primaire beschermingsmaatregel, maar – net als bij de andere uitvoeringsvoorbeelden, zoals die getoond in de figuren 1 – als een extra beveiligingsmaatregel die beweging of verwijdering van de
needle guardverderverhindert. De vermelding in de beschrijving van de oorspronkelijke aanvrage (p. 15 onderaan) dat de naaldbescherming van de figuren 7A-C wat betreft constructie en functioneren verschilt van de daarvoor beschreven uitvoeringsvormen, waarop [appellante] heeft gewezen, zou de gemiddelde vakman dan ook niet begrijpen als betrekking hebbend op het klem-element.
bulgeof
slotalleen is geopenbaard als additionele maatregel dat extra bescherming biedt nádat de naald met naaldbescherming uit de katheterhub is verwijderd. Zoals hiervoor reeds is overwogen is voorshands niet aannemelijk dat de gemiddelde vakman die de oorspronkelijke aanvrage leest zou inzien dat het klemeffect in wezen geheel overbodig is en dat het doel (of in elk geval een van de doelen) van de uitvinding – het samen met de naaldbescherming verwijderen van de naald uit de katheterhub – ook kan, of zelfs moet worden bereikt door uitsluitend een maatregel te treffen die alleen is geopenbaard als voorziening tegen het van de naald losraken van de naaldbescherming nádat deze de katheterhub heeft verlaten.