ECLI:NL:GHDHA:2016:3213

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
27 oktober 2016
Publicatiedatum
26 oktober 2016
Zaaknummer
2200393314
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnissen van de rechtbank Rotterdam inzake grootschalige computercriminaliteit en kinderpornografie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de vonnissen van de rechtbank Rotterdam. De verdachte is beschuldigd van verschillende vormen van computercriminaliteit en het bezit en verspreiding van kinderpornografisch materiaal. Gedurende bijna twee jaar heeft de verdachte op grote schaal misbruik gemaakt van kwetsbaarheden in computers van anderen, waarbij hij malware verspreidde die hem in staat stelde om toegang te krijgen tot en gegevens van deze computers te downloaden, te wijzigen of te wissen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werken is binnengedrongen en gegevens heeft overgenomen, waarbij hij gebruik maakte van kwaadaardige software zoals BlackShades en DarkComet. Daarnaast heeft hij afbeeldingen en video's verspreid waarop minderjarigen betrokken waren in seksuele gedragingen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 497 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 240 uren. De verdachte is ook aansprakelijk gesteld voor schadevergoeding aan de benadeelde partijen, die schade hebben geleden door zijn daden. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Rolnummers: 22-003933-14, 22-000125-15
Parketnummer: 10-765040-13
Datum uitspraak: 27 oktober 2016
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen de vonnissen van de rechtbank Rotterdam van 4 september 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 13 oktober 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is door de rechtbank ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde vonnis gewezen met toepassing van het sanctierecht voor jeugdigen, en is de verdachte veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 107 dagen, met aftrek van voorarrest.
Ten aanzien van het onder 4, 5, 6, 7, 8 en 9 tenlastegelegde heeft de rechtbank vonnis gewezen met toepassing van het sanctierecht voor volwassenen, en is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 13 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd 3 jaar, en onder de bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het vonnis waarvan beroep, met aftrek van voorarrest, alsmede een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.
In beide vonnissen is beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen de vonnissen hoger beroep ingesteld.
Voeging van de zaken
Op grond van artikel 285 jo. 415 van het Wetboek van Strafvordering beveelt het hof de voeging van de zaken met rolnummers 22-003933-14 en 22-000125-15.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging op de voet van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 december 2011 (eerste datum zaak A2) tot en met 14 december 2012 te Rotterdam, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in (een) geautomatiseerd werk(en) voor opslag of verwerking van gegevens,
te weten tenminste negen computers, toebehorende aan of in gebruik bij de slachtoffers van zaak A2,A4 en A6
althans in een deel daarvan, is binnengedrongen,
waarbij hij, verdachte, toegang tot dat/die werk(en) heeft verworven door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met hulp van valse signalen en/of valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid
waarna hij, verdachte, gegevens, die in dat/die geautomatiseerd(e) werk(en) waren opgeslagen en/of werden verwerkt en/of werden overgedragen door middel van het/de geautomatiseerd(e) werk(en) waarin hij, verdachte, zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf of een ander heeft overgenomen en/of afgetapt en/of opgenomen
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemd geautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software -programma (BlackShades, DarkEye, DarkComet,Cammy en/of Cybergate, althans een Remote Administration Toolkit), en/of (een) ander(e) software-programma('s), te (doen) verspreiden en/of te (doen) installeren;
(zaak A2, A4, A6)
2.
hij op of omstreeks 6 september 2012 te Rotterdam,
in elk geval in Nederland,
één of meermalen afbeelding(en),te weten één of meer foto('s) en/of video('s) en/of film(s)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of in bezit heeft gehad door het verzenden van een e-mail met die afbeelding(en) en/of het plaatsen op een (social-media-)account en/of internet van die afbeelding(en)
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten het meisje aangeduid als B1, geboren [geboortemaand B1]), was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het (met een voorwerp en/of de hand) betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van dat meisje B1, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;
(zaak B1)
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 tot en met 9 september 2012 te Rotterdam, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen,
heeft veranderd en/of
gewist en/of
onbruikbaar gemaakt en/of
ontoegankelijk heeft gemaakt en/of
andere gegevens daaraan heeft toegevoegd,
immers, heeft hij, verdachte,
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemd geautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software -programma (BlackShades, DarkEye, DarkComet,Cammy en/of Cybergate, althans een Remote Administration Toolkit), en/of (een) ander(e) software-programma(‘s), te (doen) verspreiden en/of te (doen) installeren,
- ten aanzien van aangever zaak B2 en ten aanzien van aangevers zaak B3, passwords van Twitter en Facebook accounts verkregen en deze passwords vervolgens gewijzigd en/of (vervolgens) wederrechtelijk een of meer berichten op die accounts geplaatst;
(Zaak B2, zaak B3)
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 december 2012 tot en met 7 oktober 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een grote hoeveelheid geautomatiseerde werken voor opslag of verwerking van gegevens,
te weten tenminste (ongeveer) 2000 computer(s)(die toebehoren aan anderen dan verdachte), althans in een deel daarvan,
is binnengedrongen,
waarbij hij, verdachte, toegang tot dat/die werk(en) heeft verworven door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met hulp van valse signalen en/of valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid
(telkens) door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemde geautomatiseerde werk(en), te weten door een (kwaadaardig) software -programma BlackShades, DarkEye, DarkComet,Cammy en/of Cybergate, althans een Remote Administration Toolkit, en/of (een) ander(e) software-programma(‘s), te (doen) verspreiden en/of te (doen) installeren;
en/of
waarna hij, verdachte, gegevens, die in dat/die geautomatiseerd(e) werk(en) waren opgeslagen en/of werden verwerkt en/of werden overgedragen door middel van het/de geautomatiseerd(e) werk(en) waarin hij, verdachte, zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf of een ander heeft overgenomen en/of afgetapt en/of opgenomen
(Zaken A1,A2,A3,A5,C9,C11)
5.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 december 2012 tot en met 7 oktober 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, (telkens)
(een) gegevensdrager(s) te weten één of meer harddisk(s), te weten een harddisk, merk Cirago (A.A.1) en/of een harddisk, merk Toshiba (A.A.6), bevattende afbeelding(en), te weten één of meer foto(‘s) en/of video(‘s) en/of film(s) in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren (met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
- datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 7 juni 2012 tot en met 21 januari 2013, van meisje C6 geboren in [geboortemaand C6];
- datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 17 juli 2013 tot en met 28 juli 2013, van meisje C7 geboren in [geboortemaand C7]
- datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 8 juli 2012 tot en met omstreeks 8 januari 2013, van meisje C16 geboren [geboortemaand C16];
en/of
het oraal penetreren (met de penis en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
- datum opname afbeeldingen op omstreeks 12 augustus 2012, meisje van C2 geboren in [geboortemaand meisje C2], en/of van jongen C2 geboren in [geboortemaand jongen C2];
- datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 5 oktober 2013 tot en met 6 oktober 2013, van meisje C17 geboren [geboortemaand C17];
en/of
het (met een voorwerp en/of de hand) betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt:
- datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 21 december 2010 tot en met omstreeks 22 maart 2012, van meisje C1 geboren in [geboortemaand C1];
- datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 28 december 2012 tot en met 2 januari 2013, van meisje C4 geboren in [geboortemaand C4];
- datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 22 mei 2013 tot en met 23 mei 2013, meisje van C10 geboren in [geboortemaand C10];
- datum opname afbeeldingen op of omstreeks 23 mei 2013,van meisje C13 geboren in [geboortemaand C13];
- datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 22 december 2011 tot en met 6 september 2012, van meisje B1 geboren in [geboortemaand B1];
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten in beeld zijn gebracht (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
-datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 21 januari 2013 tot en met omstreeks 7 mei 2013, van meisje C3 geboren in juni 1998;
-datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 7 november 2012 tot en met 20 april 2013, van meisje C5 geboren in [geboortemaand C5];
-datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 15 februari 2013 tot en met 16 februari 2013, van meisje C8 geboren in [geboortemaand C8];
-datum opname afbeeldingen omstreeks 30 juli 2012, van meisje C12 geboren in [geboortemaand C12];
-datum opname afbeeldingen omstreeks 23 mei 2013, van meisje C17 geboren in [geboortemaand C17];
-datum opname afbeeldingen omstreeks 25 september 2013, van meisje C14 geboren in [geboortemaand C14];
-datum opname afbeeldingen omstreeks 26 juni 2013, van meisje C15 geboren in [geboortemaand C15];
- datum opname afbeeldingen vanaf omstreeks 27 juli 2013 tot en met 31 juli 2013, van meisje C18 geboren in [geboortemaand C18]
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(zaken C1 tot en met C8, C10, C12 tot en met C18, zaak B1)
6.
hij in of omstreeks de periode van 30 december 2012 tot en met 31 december 2012 te Rotterdam gegevens,
te weten één of meer (digitale) foto’s, toebehorende aan aangeefster zaak D1, althans aan een ander of anderen dan verdachte,
die verdachte door wederrechtelijk afluisteren, aftappen of opnemen van (een) gesprek(ken), telecommunicatie of andere gegevensoverdracht of andere gegevensverwerking door (een) geautomatiseerd(e) werk(en) heeft verkregen of die, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, ten gevolge van zulk afluisteren, aftappen of opnemen te zijner kennis waren gekomen, opzettelijk aan een ander bekend heeft gemaakt,
immers heeft hij, verdachte, deze foto(‘s) gemaild aan anderen dan die aangeefster en/of die foto(‘s) op aangeefster’s (social-media-)account geplaatst, waar deze aldus zichtbaar waren voor een deel van haar (social-media-)contacten;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 30 december 2012 tot en met 31 december 2012 te Rotterdam opzettelijk, door middel van verspreiding van een of meer afbeelding(en), de eer en/of goede naam van aangeefster zaak D1 heeft aangerand door telastelegging van een of meer feiten,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte buiten medeweten en/of toestemming van aangeefster zaak D1,
met voormeld doel een of meer afbeelding(en), te weten
-één of meerdere afbeelding(en) van aangeefster zaak D1 (deels) gekleed in ondergoed met vermelding van de naam van aangeefster D1 en de tekst ‘I’m fat and anorexic’ verspreid via het internet en/of geplaatst op een blog;
(zaak D1)
7.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 december 2012 tot en met 7 oktober 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, heeft veranderd en/of
gewist en/of
onbruikbaar gemaakt en/of
ontoegankelijk heeft gemaakt
en/of andere gegevens daaraan heeft toegevoegd,
immers, heeft hij, verdachte,
(telkens) door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemde geautomatiseerde werk(en), te weten door een (kwaadaardig) software -programma BlackShades, DarkEye, DarkComet,Cammy en/of Cybergate, althans een Remote Administration Toolkit, en/of (een) ander(e) software-programma(‘s), te (doen) verspreiden en/of te (doen) installeren,
en aldus handelende:
- zaak B4: ten aanzien van aangeefster zaak B4, op of omstreeks de periode van 14 tot en met 28 februari 2013, Word-bestanden, afbeeldingen, en een map met schoolbestanden van [naam school], en/of
- zaak E1: ten aanzien van aangeefster zaak E1, op of omstreeks 9 mei 2013, bestanden en een scriptiedocument,
- zaak A4: ten aanzien van aangeefster zaak A4, vanaf omstreeks 15 december 2012 tot en met 24 juni 2013, software ten behoeve van de controle van haar computer,
(telkens) gewist en/of onbruikbaar gemaakt en/of ontoegankelijk gemaakt;
(Zaak B4, Zaak E1, zaak A4)
8.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 december 2012 tot en met 7 oktober 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, (telkens) een of meer gegevensdrager(s), te weten één harddisk (merk Cirago (A.A.1)), bevattende (een) afbeelding(en), te weten 38, althans een of meer, video(‘s) en/of film(s)
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (zaak F1, geschatte leeftijd slachtoffer 10 a 13 jaar)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of het oraal penetreren (met de penis) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (Zaak F2, geschatte leeftijd slachtoffer 6 a 8 jaar)
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal penetreren (met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten (met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwep(en) en/of de mond/tong) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten (met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwep(en) en/of de mond/tong) van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier (zaak F3)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(zaken F.1, F.2, F.3)
9.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 28 mei 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk voor opslag of verwerking van gegevens,
te weten één of meer computer(s), toebehorende aan en/of in gebruik bij aangever zaak G1,
althans in een deel daarvan, is binnengedrongen,
waarbij hij, verdachte, toegang tot dat werk heeft verworven door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met hulp van valse signalen en/of valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid,
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemd geautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software -programma (BlackShades, DarkEye, DarkComet,Cammy en/of Cybergate, althans een Remote Administration Toolkit), en/of (een) ander(e) software-programma(‘s), te (doen) installeren
en/of hij, verdachte, vervolgens met gebruikmaking van (één van) de aldus binnengedrongen computer(s)
- een (gestolen) VWO-examen Frans 2013 op internet heeft geplaatst en/of
- een foto van die computer(s) heeft gehaald ter registratie op een website om aldus bekend te kunnen maken dat het VWO-examen Frans 2013 was uitgelekt.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bespreking verweer
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman partiële vrijspraak van het onder 5 tenlastegelegde, voorzover dat ziet op de slachtoffers C17 en C18, bepleit. Daartoe heeft hij – kort gezegd - aangevoerd dat het opzet, ook in voorwaardelijke zin, niet aanwezig is geweest, nu de verdachte niet wist wat de inhoud van de bestanden was.
Het hof verwerpt dit verweer. Het hof is – met de rechtbank – van oordeel dat de verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op het bezit van de betreffende kinderpornografische bestanden.
De verdachte heeft doelbewust op grote schaal software verspreid, waarmee onder meer de webcams van besmette computers automatisch werden aangezet en de opgenomen beelden automatisch naar zijn computer werden gezonden. Hij heeft maandenlang de beelden die hij ontving gecategoriseerd en hij wist dat daar beelden tussen zaten van jonge meisjes die seksuele handelingen met zichzelf verrichtten. Hij heeft geen enkele maatregel getroffen om het opnemen of het ontvangen en bewaren van dit soort beelden te blokkeren, integendeel: hij beschouwde deze beelden als een soort trofee. De verdachte heeft aldus willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat tussen de beelden die hij vanaf de door hemzelf met door hem gebruikte software geïnfecteerde computers binnenhaalde, beelden zouden zitten van jonge meisjes die seksuele handelingen met zichzelf verrichtten.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van
12 januari 2012tot en met 14 december 2012 te Rotterdam, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerd
ewerk
(en
)voor opslag of verwerking van gegevens,
te weten computers, toebehorende aan of in gebruik bij de slachtoffers van zaak A2, A4 en A6
is binnengedrongen,
waarbij hij, verdachte, toegang tot die werken heeft verworven door een technische ingreep waarna hij, verdachte, gegevens, die in die geautomatiseerde werk
(en
)waren opgeslagen waarin hij, verdachte, zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf heeft overgenomen
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemd geautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software-programma (BlackShades, DarkEye, DarkComet,Cammy en/of Cybergate te (doen) installeren;
2.
hij op 6 september 2012 te Rotterdam,
één afbeeldingen, te weten één video
heeft verspreid en in bezit heeft gehad door het plaatsen op een (social-media-)account van die afbeelding
terwijl op die afbeelding seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten het meisje aangeduid als B1, geboren [geboortemaand B1]), was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het (met een voorwerp of de hand) betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten van dat meisje B1
3.
hij in de periode van 8 tot en met 9 september 2012 te Rotterdam, opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen,
heeft veranderd en/of
onbruikbaar gemaakt en/of
ontoegankelijk heeft gemaakt en/of
andere gegevens daaraan heeft toegevoegd,
immers, heeft hij, verdachte,
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in
eengeautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software-programma te (doen) installeren,
- ten aanzien van aangever zaak B2 en ten aanzien van aangevers zaak B3, passwords van Twitter en Facebook accounts verkregen en deze passwords vervolgens gewijzigd en (vervolgens) wederrechtelijk een of meer berichten op die accounts geplaatst;
4.
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 december 2012 tot en met 7 oktober 2013 te Rotterdam, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een grote hoeveelheid geautomatiseerde werken voor opslag of verwerking van gegevens,
te weten (ongeveer) 2000 computer
(s
)(die toebehoren aan anderen dan verdachte),
is binnengedrongen,
waarbij hij, verdachte, toegang tot die werken heeft verworven door een technische ingreep (telkens) door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemde geautomatiseerde werken, te weten door een (kwaadaardig) software -programma BlackShades, DarkEye, DarkComet,Cammy en/of Cybergate, te (doen) installeren
waarna hij, verdachte, gegevens, die in die geautomatiseerde werken waren opgeslagen waarin hij, verdachte, zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf heeft overgenomen
5.
hij in de periode van 15 december 2012 tot en met 7 oktober 2013 te Rotterdam,
afbeeldingen, te weten foto‘s en video‘s in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren (met (een) vinger(s) en/of een voorwerp) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
- van meisje C6 geboren in [geboortemaand C6];
- van meisje C7 geboren in [geboortemaand C7;
- van meisje C16 geboren [geboortemaand C1];
en
het oraal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
- meisje van C2 geboren in [geboortemaand meisje C2], en van jongen C2 geboren in [geboortemaand jongen C2];
- van meisje C17 geboren [geboortemaand C17];
en
het (met een voorwerp of de hand) betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt:
- van meisje C1 geboren in [geboortemaand C1];
- van meisje C4 geboren in [geboortemaand C4];
- meisje van C10 geboren in [geboortemaand C10];
- van meisje C13 geboren in [geboortemaand C13];
- van meisje B1 geboren in [geboortemaand B1];
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen poseren met een voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) en waarbij deze personen zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van hun kleding ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de pose en/of de wijze van kleden van deze personen nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten in beeld zijn gebracht waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
- van meisje C5 geboren in [geboortemaand C5];
- van meisje C8 geboren in [geboortemaand C8];
- van meisje C12 geboren in [geboortemaand C12];
- van meisje C17 geboren in [geboortemaand C17];
- van meisje C14 geboren in [geboortemaand C14];
- van meisje C15 geboren in [geboortemaand C15];
- van meisje C18 geboren in [geboortemaand C18]
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
6.
hij in de periode van 30 december 2012 tot en met 31 december 2012 te Rotterdam opzettelijk, door middel van verspreiding van afbeeldingen, de eer en goede naam van aangeefster zaak D1 heeft aangerand door telastelegging van een of meer feiten,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte buiten medeweten en/of toestemming van aangeefster zaak D1,
met voormeld doel
- afbeeldingen van aangeefster zaak D1 gekleed in ondergoed met vermelding van de naam van aangeefster D1 en de tekst ‘I’m fat and anorexic’ verspreid via het internet en/of geplaatst op een blog;
7.
hij op tijdstippen in de periode van 15 december 2012 tot en met
24 juni2013 te Rotterdam, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen
ofworden verwerkt onbruikbaar
heeftgemaakt en/of
ontoegankelijk heeft gemaakt
immers, heeft hij, verdachte,
(telkens) door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemd geautomatiseerde werk, te weten door een (kwaadaardig) software -programma BlackShades, DarkEye, DarkComet,Cammy en/of Cybergate, te (doen) installeren,
en aldus handelende:
- ten aanzien van aangeefster zaak B4, op of omstreeks de periode van 14 tot en met 28 februari 2013, Word-bestanden, afbeeldingen, en een map met schoolbestanden van [naam school], en
- ten aanzien van aangeefster zaak E1, op 9 mei 2013, bestanden en een scriptiedocument,
- ten aanzien van aangeefster zaak A4, vanaf omstreeks 15 december 2012 tot en met 24 juni 2013, software ten behoeve van de controle van haar computer,
(telkens) onbruikbaar gemaakt en/of ontoegankelijk gemaakt;
8.
hij in de periode van 15 december 2012 tot en met 7 oktober 2013 te Rotterdam, afbeeldingen,
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en het oraal penetreren (met de penis) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal penetreren (met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of
de mond/tong) van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten (met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwe
rp(en) en/of de mond/tong) van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten (met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwe
rp(en) en/of de mond/tong) van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
9.
hij op 28 mei 2013 te Rotterdam, opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk voor opslag of verwerking van gegevens,
te weten één computer, toebehorende aan en/of in gebruik bij aangever zaak G1,
is binnengedrongen,
waarbij hij, verdachte, toegang tot dat werk heeft verworven door een technische ingreep
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemd geautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software -programma (BlackShades), te (doen) installeren
waarnahij, verdachte, vervolgens met gebruikmaking van de aldus binnengedrongen computer
- een (gestolen) VWO-examen Frans 2013 op internet heeft geplaatst en
- een foto van die computer heeft gehaald ter registratie op een website om aldus bekend te kunnen maken dat het VWO-examen Frans 2013 was uitgelekt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Bewijsoverweging met betrekking tot het onder 7 bewezenverklaarde
Ten aanzien van het onder 7 bewezenverklaard, voorzover dat ziet op het onbruikbaar danwel ontoegankelijk maken van de bestanden van aangeefsters B4 en E1, overweegt het hof als volgt.
Blijkens de verklaring van aangeefster B4 zag zij op 16 februari 2013 dat al haar Word-bestanden en afbeeldingen van haar laptop waren verdwenen. Ook zag zij dat op haar computer ongeveer zes tot zeven keer alle programma’s uit zichzelf werden afgesloten en vervolgens dat de laptop uitschakelde. Op 28 februari 2013 zag zij dat haar Word-programma werd afgesloten. Op dat moment was haar USB-stick in de laptop gestoken. Zij opende de USB-stick en zag dat haar map met schoolbestanden van haar nieuwe school, [naam school], waren verwijderd.
Ook verklaart de aangeefster over het vanzelf aan- en uitgaan van haar webcam en het feit dat haar Facebook-account gehackt was, waarna er via Facebook berichten werden gestuurd naar vriendinnen van haar. (Zaaksdossier B4, blz. 1-4)
Blijkens onderzoek is er malware op de computer van de aangeefster aangetroffen en maakte deze malware verbinding met een IP-adres dat geregistreerd stond op het adres [adres verdachte] (het hof: het adres van de verdachte). (Zaaksdossier B4, blz. 20)
De verdachte heeft bij de politie ten aanzien van deze zaak verklaard dat hij zich dit feit niet specifiek kan herinneren, maar wel dat het goed zou kunnen dat hij hiervoor verantwoordelijk is, en dat het door de aangeefster genoemde (met betrekking tot het via een gehackt Facebook-account benaderen van vrienden) een vaste werkwijze van hem was. Ook heeft hij verklaard dat hij, wanneer hij zich echt verveelde, mensen shockeerde en hij bestanden, waaronder foto’s, verplaatste of verwijderde van de computer die hij had gehackt. (Zaaksdossier B4, blz. 23-25)
Op grond van het voorgaande acht het hof het aannemelijk dat het de verdachte is geweest die op de computer van aangeefster B4 is binnengedrongen en vervolgens opzettelijk de door haar genoemde bestanden ontoegankelijk heeft gemaakt.
De verklaring van aangeefster E1 houdt in dat zij op 17 januari 2013 van een vriendin te horen kreeg dat zij via Facebook allerlei vriendinnen een bericht had gestuurd, terwijl zij dat zelf niet had gedaan. Op 9 mei 2013 was zij op haar laptop aan haar scriptie aan het werken. Zij zag in het venster dat zij geopend had onder “mijn documenten” dat alle bestanden één voor één razendsnel werden verwijderd. Zij probeerde toen snel haar scriptiedocument op te slaan. Vervolgens zag zij dat alle verslagen verwijderd waren, op het scriptiedocument na. Het scriptiedocument was alleen niet meer te lezen, omdat er alleen maar cijfers stonden. (Zaaksdossier E1, blz. 10-12)
De verdachte heeft bij de politie ten aanzien van deze zaak verklaard dat dit specifieke verhaal hem niets zegt, maar dat hij het verdwijnen van de documenten wel kan verklaren. Ook begrijpt hij dat het document waarin de aangeefster zat te werken niet is verwijderd. Vervolgens heeft de verdachte verklaard dat hij kennelijk bezig was via het programma Blackshades, waarbij hij vermoedelijk de delete-knop heeft ingedrukt in plaats van de download-knop. Ook heeft hij verklaard dat een gedeelte van de data is omgezet in cijfers, omdat beiden op hetzelfde moment hun handelingen uitvoerden.
De verbalisanten hebben hierna aangegeven dat het gelet op zijn verklaring erop lijkt alsof de verdachte het zich wel kan herinneren. Hierop heeft de verdachte geantwoord dat dit niet zo is, maar dat hij dit wel eens vaker heeft meegemaakt. Een PC kan niet tussen twee processen schakelen, aldus de verdachte. (Zaaksdossier E1, blz. 22-24)
Op een onder verdachte in beslag genomen gegevensdrager zijn bestanden aangetroffen die te linken zijn aan aangeefster E1. Onder deze bestanden bevinden zich 8 Word-bestanden over een scriptie van de Erasmus Universiteit, die zijn aangetroffen op de gegevensdrager van de verdachte in een map met de naam “Downloads”. (Zaaksdossier E1, blz. 2-3)
Op grond van het voorgaande acht het hof aannemelijk dat het de verdachte is geweest die de computer van de aangeefster is binnengedrongen, waarna hij bestanden opzettelijk ontoegankelijk heeft gemaakt door deze te downloaden (waarbij de bestanden op de computer van de aangeefster werden verwijderd).
Ten aanzien van het scriptiedocument gaat het hof, gezien de inhoud van de verklaring van aangeefster en het feit dat het betreffende scriptiedocument niet is verwijderd, maar onleesbaar is geworden, uit van het ook door de verdachte voor mogelijk gehouden scenario dat hij gelijktijdig met aangeefster in haar computersysteem aanwezig was. Anders dan verdachte merkt het hof zulks echter niet aan als “een ongeluk”. Dergelijke incidenten hadden zich namelijk al eerder voorgedaan, en de verdachte was zich ook volledig van de mogelijkheid van bestandsschade als gevolg van gelijktijdige toegang tot het besturingssysteem bewust. Het onder deze omstandigheden en met deze wetenschap desalniettemin binnendringen in de computer is naar het oordeel van het hof redelijkerwijs niet anders te begrijpen dan als het welbewust aanvaarden door de verdachte van de aanmerkelijke kans dat als gevolg van zijn binnendringen in de computer van aangeefster ook bestanden in die computer onleesbaar zouden worden.
Het hof acht opzet in de zin van voorwaardelijk opzet dan ook bewezen.
Het verweer van de raadsman dat de schade wellicht ook kan zijn ontstaan doordat verdachte bij gelegenheid van het binnendringen in de computer van aangeefster de deletetoets abusievelijk zou hebben aangeraakt, wordt door het hof verworpen. Mede gezien het voorgaande is immers niet aannemelijk geworden dat dit scenario zich heeft voorgedaan.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf overneemt, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en in bezit hebben.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, veranderen, onbruikbaar maken, ontoegankelijk maken en daar andere gegevens aan toevoegen, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
Computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf overneemt, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
Het onder 6 bewezen verklaarde levert op:

Smaadschrift.

Het onder 7 bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, onbruikbaar maken, meermalen gepleegd.
Het onder 8 bewezen verklaarde levert op:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Het onder 9 bewezen verklaarde levert op:

Computervredebreuk.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 tot en met 9 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 137 dagen, met aftrek van voorarrest, alsmede een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren, en onder de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich onder toezicht van de reclassering stelt, alsmede een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
Strafmotivering
Zowel in de appelmemorie als bij het requisitoir ter terechtzitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gesteld dat het volwassenenstrafrecht dient te worden toegepast ten aanzien van alle tenlastegelegde feiten.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank ten onrechte er niet voor heeft gekozen om tot toepassing van het minderjarigenstrafrecht over te gaan.
Het hof ziet in de ernst van de begane feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan grond om het sanctierecht voor volwassenen toe te passen. Bij dit oordeel betrekt het hof voorts dat de verdachte gedurende het grootste gedeelte van de periode die de tenlastegelegde feiten betreft meerderjarig was, alsmede dat het een doorlopend feitencomplex betreft.
Blijkens de tripelrapportage d.d. 31 juli 2014 dient de verdachte in de visie van de rapporteurs dan ook beoordeeld c.q. eventueel veroordeeld te worden op basis van het volwassenstrafrecht, nu hij het wederrechtelijke van de feiten goed heeft kunnen inzien. Het hof ziet geen aanleiding van dit oordeel af te wijken.
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich gedurende een periode van bijna 2 jaar op grote schaal bezig gehouden met verschillende vormen van criminaliteit waarin zijn computergebruik een hoofdrol speelde. Verdachte handelde daarbij alleen. Hij verspreidde via een door hem vervaardigde nepwebsite malware waarmee hij ongemerkt de besturing van computers van anderen kon overnemen en gegevens die op die computers stonden kon downloaden, veranderen of wissen, hetgeen hij ook heeft gedaan. Voorts zorgde de door hem verspreide malware ervoor dat bij het opstarten van die computer de webcam automatisch aanging en beelden verzond naar de computer van de verdachte. Op deze manier heeft de verdachte honderden mensen bespied en een enorme hoeveelheid computerdata binnengehaald. De beelden die de verdachte daarmee verzamelde heeft hij (deels gecategoriseerd) opgeslagen.
Tussen de door opgeslagen bestanden heeft de politie kinderpornografisch materiaal aangetroffen, onder meer bestaande uit een veelheid aan filmpjes en foto’s van tienermeisjes, die zich in de beslotenheid van hun eigen kamer/woning onbespied waanden. Veelal waren zij geheel of gedeeltelijk naakt en verrichtten zij seksuele handelingen. Het behoeft geen uitleg dat dit een enorme inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betreffende meisjes oplevert, en dat dit heeft geleid tot (sterke) gevoelens van onveiligheid, wantrouwen, angst en onzekerheid. Naast deze door de verdachte gemaakte beelden is er ook een andere hoeveelheid kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Het is een feit van algemene bekendheid dat de minderjarige slachtoffers die worden misbruikt voor het vervaardigen van kinderporno hiervan nog lange tijd lichamelijke en psychische klachten ondervinden.
Het bleef hier echter niet bij. De verdachte heeft misbruik gemaakt van afgevangen wachtwoorden van verschillende social media-accounts en heeft hij daarmee valse berichten verstuurd en op internet geplaatst. Om verwijdering van die berichten te bemoeilijken heeft hij de wachtwoorden van accounts vervolgens veranderd.
Ook heeft de verdachte op internet bekend gemaakt dat het VWO-eindexamen Frans 2013 al in omloop was voordat het zou worden afgenomen. Hierbij heeft de verdachte een methode gekozen waarbij hij een gehackte computer van een ander heeft gebruikt, zodat de sporen niet direct naar hem zouden leiden. Dit heeft er voor gezorgd dat die ander ten onrechte een nacht in de cel heeft doorgebracht en nog maanden als verdachte is aangemerkt.
Verder heeft de verdachte foto’s van één van zijn slachtoffers op een blog geplaatst en via e-mail naar bekenden van haar gestuurd, met daarbij zeer kwetsende teksten.
Ten slotte heeft de verdachte veel schade berokkend aan één meisje in het bijzonder, door een filmpje dat zij zelf had gemaakt en waarop zij masturberend te zien was en dat zij meende van haar computer te hebben verwijderd op haar Facebookpagina te plaatsen. Hierdoor heeft de verdachte een zeer ernstige inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer en haar veel leed aangedaan, uitgerekend in een kring van door het slachtoffer geselecteerde bekenden, zoals ook blijkt uit de in het dossier aanwezige slachtofferverklaring.
Het hof rekent de verdachte deze feiten zwaar aan. Op dergelijke feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met de oplegging van een forse gevangenisstraf.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 28 september 2016, is de verdachte eerder veroordeeld voor het plegen van computervredebreuk. Dat heeft hem er niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
In het voordeel van de verdachte houdt het hof rekening met het feit dat hij, reeds vanaf het onderzoek door de politie, ervoor heeft gekozen om openheid van zaken te geven, onder meer door het verstrekken van wachtwoorden en zelfs ten aanzien van feiten die de politie nog helemaal niet met hem in relatie had gebracht.
Voorts heeft het hof acht geslagen op de rapporten die over de verdachte zijn uitgebracht, onder meer inhoudende dat er bij verdachte sprake is van de stoornis van Asperger, welke ook aanwezig was ten tijde van de bewezenverklaarde feiten. De conclusie van de rapporteurs dat de verdachte op basis hiervan als verminderd toerekeningsvatbaar kan worden beschouwd, neemt het hof over.
Blijkens de meest recente aanvullende rapportage d.d. 3 oktober 2016 heeft de door de verdachte vrijwillige ondergane behandeling ertoe geleid dat hij niet meer obsessief met zijn computer in de weer is en tot een aanzienlijk afgenomen recidiverisico.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur, onder de hierna vermelde bijzondere voorwaarden, alsmede een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 1]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 1] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 7 ten laste gelegde, tot een bedrag van EUR 1.925,33.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte deels betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van EUR 425,33 materiële schade is geleden. Dit bedrag omvat mede de aanschaf van een nieuwe laptop. Het hof is, anders dan de verdediging van oordeel, dat van de benadeelde partij, gezien het feit dat de betreffende laptop ook voor schooldoeleinden werd gebruikt (en snelle vervanging dus noodzakelijk was), die laptop door verdachte was voorzien van malware en het feit dat de oorspronkelijke laptop langdurig voor onderzoek bij de politie lag, in redelijkheid niet kon worden verwacht dat zij zou hebben volstaan met het na teruggave van de oorspronkelijke computer verrichten van een hersteloperatie. De vordering voor het aanschafbedrag van een nieuwe laptop wordt dan ook integraal toegewezen.
Deze schade is een rechtstreeks gevolg van het onder 7 bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof is voorts van oordeel dat aannemelijk is geworden dat er immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 7 bewezen verklaarde. De vordering leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor toewijzing tot een bedrag van EUR 500,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Voor het overige levert behandeling van de vordering van de benadeelde partij naar het oordeel van het hof een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot vergoeding van de geleden schade. Deze kan in zoverre bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van EUR 925,33 aansprakelijk is voor de schade die door het onder 7 bewezenverklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1], te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 2]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 2] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 ten laste gelegde, tot een bedrag van EUR 5.848,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte deels betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van EUR 608,- materiële schade is geleden, bestaande uit de kosten voor haar laptop, reiskosten en telefoon- en portkosten. Deze schade is een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezenverklaarde.
De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 september 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Het hof is van oordeel dat de benadeelde partij niet heeft aangetoond voor het overige materiële schade te hebben geleden, met name wat betreft het causale verband De vordering zal derhalve voor dat deel worden afgewezen.
Het hof is daarbij, anders dan de verdediging, van oordeel, dat van de benadeelde partij, gezien het feit dat de oorspronkelijke laptop door verdachte met malware was besmet en deze laptop voorts voor onderzoek bij de politie lag, in redelijkheid niet kon worden verwacht dat zij zou hebben volstaan met het na teruggave van de oorspronkelijke computer verrichten van een hersteloperatie. De vordering voor het aanschafbedrag van een nieuwe laptop wordt dan ook integraal toegewezen.
De vordering tot vergoeding voor een examentraining (voor 1 vak) wijst het hof echter af, nu daarvan onvoldoende de causale relatie met het ter zake bewezenverklaarde feit is gebleken.
Het hof is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat er immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezen verklaarde. De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor toewijzing tot een bedrag van EUR 3.500,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 september 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Voor het overige zal de vordering worden afgewezen.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van EUR 4.108,- aansprakelijk is voor de schade die door het onder 2 bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2], te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 september 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 3]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 3] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 7 ten laste gelegde, tot een bedrag van EUR 398,44.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat de gestelde materiële schade is geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 7 bewezenverklaarde.
Het hof is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat er immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 7 bewezenverklaarde.
De vordering van de benadeelde partij zal derhalve in zijn geheel worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van EUR 398,44 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3], te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 4]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 4] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 4 ten laste gelegde, tot een bedrag van EUR 2.500,-.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij niet aangetoond dat sprake is van voor vergoeding in aanmerking komende immateriële schade (met name niet dat sprake is geweest van de daartoe vereiste aantasting in de persoon) is geleden en evenmin dat deze schade, zo al aanwezig, een rechtstreeks gevolg is van het onder 4 bewezenverklaarde.
Het hof is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat door de benadeelde partij immateriële schade is geleden.
De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden afgewezen.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met de verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 63, 138ab, 240b, 261 en 350a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
497 (vierhonderdzevenennegentig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
360 (driehonderdzestig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (ook als dit inhoudt zich onder ambulante behandeling te stellen), dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij De Reclassering, zolang deze dit noodzakelijk acht.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] ter zake van het onder 7 bewezen verklaarde tot het bedrag van
EUR 925,33 (negenhonderdvijfentwintig euro en drieëndertig cent) bestaande uit EUR 425,33 (vierhonderdvijfentwintig euro en drieëndertig cent) materiële schade en EUR 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij 1], ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
EUR 925,33 (negenhonderdvijfentwintig euro en drieëndertig cent) bestaande uit EUR 425,33 (vierhonderdvijfentwintig euro en drieëndertig cent) materiële schade en EUR 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
18 (achttien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
EUR 4.108,00 (vierduizend honderdacht euro) bestaande uit EUR 608,00 (zeshonderdacht euro) materiële schade en EUR 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 6 september 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij 2], ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
EUR 4.108,00 (vierduizend honderdacht euro) bestaande uit EUR 608,00 (zeshonderdacht euro) materiële schade en EUR 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
51 (eenenvijftig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 6 september 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] ter zake van het onder 7 bewezen verklaarde tot het bedrag van
EUR 398,44 (driehonderdachtennegentig euro en vierenveertig cent) bestaande uit EUR 198,44 (honderdachtennegentig euro en vierenveertig cent) materiële schade en EUR 200,00 (tweehonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij 3], ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
EUR 398,44 (driehonderdachtennegentig euro en vierenveertig cent) bestaande uit EUR 198,44 (honderdachtennegentig euro en vierenveertig cent) materiële schade en EUR 200,00 (tweehonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]

Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] tot schadevergoeding af.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door mr. Chr.A. Baardman, mr. A. Kuijer en mr. J.T.F.M. van Krieken, in bijzijn van de griffier mr. R. van den Bosch.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 27 oktober 2016.
Mr. Van Krieken is buiten staat dit arrest te ondertekenen.