Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
“Op 18 december 2012 (...)”, dient na “
2012”te worden ingevoegd “(het hof begrijpt: 2013)”.
“Berichten:”wordtde huidige tekst vervangen door: “Aan: [naam] [telefoonnummer]
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1990, was eerder in eerste aanleg vrijgesproken van impliciet primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, maar werd wel veroordeeld voor een meer subsidiaire aanklacht tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De zaak betreft een mishandeling die plaatsvond op 18 december 2013 te Papendrecht, waarbij de verdachte samen met anderen betrokken was bij een poging tot zware mishandeling van een persoon genaamd [benadeelde partij].
Tijdens de behandeling in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De raadsvrouw van de verdachte pleitte voor vrijspraak, onder verwijzing naar inconsistenties in de getuigenverklaringen. Het hof heeft echter geoordeeld dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de mishandeling, en heeft het verweer van de raadsvrouw verworpen.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met enkele aanvullingen en verbeteringen in de toegepaste wetsartikelen en bewijsmiddelen. De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte zijn straf moet ondergaan, en dat de eerdere veroordeling in stand blijft.