Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 25 oktober 2016
[appellant],
[geïntimeerde],
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
van [geïntimeerde]terug te vorderen. De omstandigheden dat [geïntimeerde] de auto voor de deur heeft gezet, dat de autosleutels
aan de broerszijn afgegeven en dat de auto vervreemd is, vormen – ook als zij zijn bewezen – onvoldoende grond om [geïntimeerde] te verplichten de auto (of de waarde daarvan) aan [appellant] af te geven. Evenmin is de mogelijkheid dat de auto na de oplevering nog op het eigen terrein bij het bedrijfspand stond en toen is verkocht, daarvoor voldoende. Er is onvoldoende gesteld en onderbouwd om in dit geding aan te nemen dat ontruiming van het pand onrechtmatig door [geïntimeerde] is gedaan.