ECLI:NL:GHDHA:2016:2954
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- J.A. van Kempen
- A.H.N. Stollenwerck
- P.B. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Toestemming tot uitkering van erfdeel aan kinderen uit nalatenschap zonder testament
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot uitkering van erfdelen aan de kinderen van de rechthebbende uit de nalatenschap van wijlen [naam]. De verzoeker, die optreedt als bewindvoerder over de rechthebbende, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 19 juli 2016 aangevochten, waarin het verzoek om toestemming tot uitkering van de wettelijke erfdelen was afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat de kindsdelen pas opeisbaar zijn na het overlijden van de rechthebbende, omdat er geen testament was opgemaakt en de wettelijke verdeling van toepassing was.
De verzoeker stelde echter dat op grond van artikel 4:17 BW de rechthebbende de geldvordering van de kinderen te allen tijde kan voldoen. Het hof oordeelde dat het verzoek van de verzoeker toewijsbaar was, nu alle betrokkenen instemden met de uitkering van de erfdeelbedragen. Het hof vernietigde de eerdere beschikking en machtigde de verzoeker om aan zowel de rechthebbende als aan de verzoeker zelf een bedrag van € 37.229,- uit te keren, zijnde hun geldvorderingen uit hoofde van de wettelijke verdeling van de nalatenschap. De verzoeker werd tevens belast met de eigen proceskosten van het geding in hoger beroep.