In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte is beschuldigd van winkeldiefstal, gepleegd op 21 maart 2015 te 's-Gravenhage, waarbij hij een trainingsbroek van het merk Adidas heeft weggenomen uit de winkel Intersport Den Haag city. In eerste aanleg is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week, met aftrek van voorarrest. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat het vonnis wordt vernietigd en dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie dagen. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft geen blijk gegeven van inzicht in het strafwaardige van zijn handelen, en het hof heeft ook het uittreksel justitiële documentatie in overweging genomen, waaruit blijkt dat de verdachte eerder niet met politie of justitie in aanraking is gekomen. Het hof heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie dagen een passende reactie is op de gepleegde winkeldiefstal.
De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie dagen, met de bepaling dat de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf. Het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is ondertekend door de rechters, hoewel mr. J.M. van de Poll en de griffier buiten staat waren om het arrest te ondertekenen.