Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
- een afschrift van ongedateerde aangifte van [benadeelde partij 2], inzake de diefstal van haar fiets, met een drager met kist voorop en een kinderzitje achterop, op 11 september 2012, tussen 14.00 uur en 16.20 uur, (ongenummerde pagina achter pagina 43 van het dossier);
- een afschrift van een ongedateerde aangifte van [benadeelde partij 3], inzake de diefstal van haar fiets, een Batavus Old Dutch, op 3 maart 2014 tussen 19.30 en 22.30 uur (pagina 47 van het dossier);
- een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 5], d.d. 5 maart 2014, inzake de diefstal van haar zwarte fiets met een bruin zadel en bruine handvatten, met een bagagerek voorop, op 4 maart 2014 tussen 18.00 uur en 20.30 uur;
- een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 1] d.d. 7 maart 2014, inzake de diefstal van zijn groene fiets met blauwe banden tussen 3 maart 2014, 18.00 uur, en 4 maart 2014, 18.00 (pagina 57 van het dossier).
in of omstreeks de periode van 2 maart 2014 tot en metop4 maart 2014 te Rijswijk,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,dertien,
althans een (aantal)fiets
(en
), heeft verworven,voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij en
/ofzijn mededader
(s
)ten tijde van het
verwerven of hetvoorhanden krijgen van die fietsen wist
(en
), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden,dat het
(een)door misdrijf verkregen goed
(eren
)betrof.
Medeplegen van opzetheling.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
3 (drie) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 104,85 (honderdvier euro en vijfentachtig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 104,85 (honderdvier euro en vijfentachtig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.