ECLI:NL:GHDHA:2016:2802

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2016
Publicatiedatum
26 september 2016
Zaaknummer
22-000860-16
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal van sieraden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1996, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van vijftig uren, subsidiair vijfentwintig dagen hechtenis, voor diefstal van diverse sieraden. De tenlastelegging betrof diefstal met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, gepleegd op of omstreeks 30 oktober 2015 te Katwijk, waarbij de verdachte samen met anderen of alleen verschillende sieraden zou hebben weggenomen.

Tijdens de zittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat het zich niet kon verenigen met de eerdere veroordeling. Het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde had begaan. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de rol van het hof in het heroverwegen van eerdere vonnissen. De beslissing van het hof is genomen in het kader van de waarborgen van een eerlijk proces en de bescherming van de rechten van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000860-16
Parketnummer: 09-232425-15
Datum uitspraak: 21 september 2016
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 9 februari 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1996,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
7 september 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van vijftig uren, subsidiair vijfentwintig dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 oktober 2015 te Katwijkmet het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening , tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) en/of alleen, heeft weggenomen diverse sieraden, te weten:
- drie, althans een of meer gouden armbandjes en/of
– een of meer gouden oorbellen en/of
- een gouden broche en/of
- een of meer gouden bedeltjes en/of
- een zilveren ketting met bedeltjes en/of
- meerdere kleine sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of van zijn mededader(s);
subsidiair indien voorgaande niet tot bewezenverklaring leidt:
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 oktober 2015 tot en met 2 november 2015 te Katwijk en/of Leiden en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- diverse sieraden, en/of
- een gouden armband en/of
– een zilveren oorbel en/of
- een zilveren armband heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van deze sieraden wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan –overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal- behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. M.J. de Haan-Boerdijk,
mr. J.M. van de Poll en mr. A.W.M. Bijloos, in bijzijn van de griffier A. van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 september 2016.
Mr. A.W.M. Bijloos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.