ECLI:NL:GHDHA:2016:2798

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2016
Publicatiedatum
26 september 2016
Zaaknummer
22-003964-15
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte is beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, gepleegd op 6 januari 2015 te Spijkenisse. De verdachte heeft de benadeelde partij via de telefoon bedreigd met de woorden: 'Als ik jou weer zie, ik schiet je je kop door, hoer. Ik zweer het je op mijn kinderen [benadeelde partij]. Als ik je ooit zie en tegenkom. Jij hebt een fucking probleem.' Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken met aftrek van voorarrest en een contactverbod met de benadeelde partij. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd, die een zwaardere straf had geëist, maar heeft de vrijheidsbeperkende maatregel niet opgelegd, omdat er geen aanwijzingen waren voor confrontaties tussen de verdachte en de benadeelde partij in het afgelopen jaar. Het hof heeft de strafmotivering gebaseerd op de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier A. van der Schalk.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003964-15
Parketnummer: 10-103917-15
Datum uitspraak: 21 september 2016
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 4 september 2015 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortejaar] 1978,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 7 september 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken met aftrek van voorarrest. Voorts is aan de verdachte de maatregel opgelegd dat hij voor de duur van twee jaren zich niet zal ophouden in Spijkenisse en op geen enkele wijze, direct of indirect, contact zal opnemen met [benadeelde partij], met de bepaling dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 januari 2015 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij] dreigend (via de telefoon) de woorden toegevoegd :"Als ik jou weer zie, ik schiet je je kop door, hoer. Ik zweer het je op mijn kinderen [benadeelde partij]. Als ik je ooit zie en tegenkom. Jij hebt een fucking probleem.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks6 januari 2015 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde
[benadeelde partij]dreigend (via de telefoon) de woorden toegevoegd: "Als ik jou weer zie, ik schiet je je kop door, hoer. Ik zweer het je op mijn kinderen [benadeelde partij]. Als ik je ooit zie en tegenkom. Jij hebt een fucking probleem."
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, behoudens ten aanzien van de opgelegde straf, en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat aan de verdachte voor de duur van één jaar de maatregel zal worden opgelegd dat hij zich niet zal ophouden in Spijkenisse en op geen enkele wijze, direct of indirect, contact zal opnemen met [benadeelde partij], met de bepaling dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Het hof ziet thans geen aanleiding meer om de door de politierechter opgelegde en in hoger beroep door de advocaat-generaal gevorderde vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, nu er geen aanwijzingen zijn voor confrontaties tussen de aangeefster en de verdachte in het afgelopen jaar. Voorts neemt het hof in aanmerking dat er kennelijk met behulp van advocaten pogingen worden ondernomen om het contact tussen de verdachte en zijn kinderen te herstellen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. M.J. de Haan-Boerdijk,
mr. J.M. van de Poll en mr. A.W.M. Bijloos, in bijzijn van de griffier A. van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 september 2016.
Mr. A.W.M. Bijloos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.