Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
BESCHIKKING
[verzoeker],
€ 280,-.
Gerechtshof Den Haag
In deze beschikking van het Gerechtshof Den Haag, gedateerd 10 augustus 2016, is een verzoek om vergoeding van kosten van rechtsbijstand behandeld. De verzoeker, geboren in Somalië in 1990, heeft via zijn advocaat, mr. M. Pestman, een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 591 van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek betreft de vergoeding van kosten die zijn advocaat heeft gemaakt voor het opstellen van het verzoekschrift, met een eventueel bedrag van € 550,- indien het verzoek mondeling wordt toegelicht in de raadkamer.
Het hof heeft eerder, op 21 maart 2014, een arrest gewezen waarbij het vonnis van de rechtbank Rotterdam is vernietigd en de verdachte is vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde, terwijl hij voor het onder 1 bewezen verklaarde is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden. Dit arrest is inmiddels onherroepelijk geworden. De raadkamer heeft het verzoek op 13 juli 2016 in het openbaar behandeld, waarbij zowel de advocaat als de advocaat-generaal, mr. S.A. Minks, zijn gehoord. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van het verzoek.
Het hof heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om de kosten van rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking te laten komen. Aangezien het verzoekschrift identiek is aan dat van de medeverzoeker, is besloten het verzoek ponds-pondsgewijs toe te wijzen. Het hof kent aan de verzoeker een vergoeding toe van € 280,- en wijst het meer of anders verzochte af. De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.