Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
tetrappen en
teslaan tegen de rug en schouder, althans het lichaam;
medeplegen van zware mishandeling.
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) weken.
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 3.228,22 (drieduizend tweehonderdachtentwintig euro en tweeëntwintig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 516,40 (vijfhonderdzestien euro en veertig cent) aan materiële schade.
€ 3.228,22 (drieduizend tweehonderdachtentwintig euro en tweeëntwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
42 (tweeënveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.