Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
Bij memorie van grieven, waaraan gehecht een productie, heeft Koole twee grieven aangevoerd. Bij memorie van antwoord, met twee producties, heeft [geïntimeerde] de grieven bestreden. Vervolgens heeft Koole een akte uitlating producties genomen, waarna [geïntimeerde] een antwoordakte heeft genomen.
Daarna hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
2.Beoordeling van het hoger beroep
“(...)
De medewerker betaalt de volledige studiekosten terug aan de werkgever indien er sprake is van onvoldoende vordering of voortijdige beëindiging van de studie. Bij uitdiensttreding binnen twee jaren na afronding van de opleiding (onafhankelijk of het initiatief van beëindiging ligt bij werkgever of werknemer) geldt de volgende regeling. Indien de werknemer binnen één jaar na beëindiging van de studie het bedrijf verlaat dient hij 100% van alle kosten terug te betalen. Na één jaar dient de werknemer 50% van alle kosten terug te betalen. Twee jaren na afronding van de opleiding hoeft de werknemer niets terug te betalen. Bij uitdiensttreding is het bedrag dat dient te worden terugbetaald direct opeisbaar en zal dit met het laatste loon worden verrekend. Indien dit niet toereikend is zal de medewerker het restant moeten terugbetalen.
(. . . )”
“(...)
4. De medewerker betaalt de kosten van zowel de functie gebonden als de niet functie gebonden opleiding terug indien sprake is van onvoldoende vordering, stoppen met de studie of het verlaten van het bedrijf binnen twee jaren na afronding van de opleiding. Indien de medewerker binnen één jaar na beëindiging van de studie het bedrijf verlaat dient hij 100% van de kosten terug te betalen. Na één jaar dient de medewerker 50% van alle kosten terug te betalen. Lopende opleidingen worden bij uitdiensttreding volledig verrekend.
(...)”
“(...) Op dinsdag 4 juni 2013 heeft u een voortgangsgesprek met uw leidinggevenden gevoerd. Wij hebben het tussentijdse beoordelingsformulier ontvangen en zijn erg geschrokken van de matige beoordeling. Op de punten kwaliteit van werk, vaktechnische kennis & leervermogen, zelfstandigheid, resultaatgerichtheid, oordeelsvorming & oplossingsgerichtheid, initiatief & betrokkenheid, flexibiliteit & aanpassingsvermogen, discipline & stressbestendigheid en accuratesse scoort u forse onvoldoendes. Wij zijn erg teleurgesteld in uw functioneren.
U heeft aangegeven dat u de beoordeling begrijpt en de afspraak gemaakt dat u aan de punten gaat werken. Als aandachtpunt is genoemd dat door concentratieproblemen u niet zelfstandig kan werken en de veiligheid daarbij zelfs in het geding is. Dit baart ons ernstige zorgen.
Wij maken u erop attent dat uw arbeidscontract op 17 augustus 2013 van rechtswege zal eindigen. Gezien deze beoordeling zijn wij voornemens om het arbeidscontract niet meer te verlengen tenzij u de komende periode op alle genoemde punten sterk verbeterd. Wij maken u erop attent dat bij het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst de gemaakte studiekosten retour moeten worden betaald.
(...).”
“(...) [geïntimeerde] heeft een gesprek aangevraagd met de werkgever naar aanleiding van de beoordeling d.d. 4 juni 2013 en de brief van de werkgever d.d. 6 juni 2013. [geïntimeerde] was van mening dat het allemaal goed ging op het werk.
(…)
De werkgever stelt dat zij op basis van deze beoordeling het arbeidscontract niet zal verlengen. [geïntimeerde] geeft aan dat zaken hem niet goed zijn uitgelegd en dat om die reden problemen zijn ontstaan. Martijn Joon geeft aan dat een hekje vergeten niets met uitleg te maken heeft, maar met onvoldoende geconcentreerd met het werk bezig zijn.
moet niet steeds de schuld bij anderen leggen maar de komende twee maanden zijn functioneren verbeteren. Hij zou bijvoorbeeld voorafgaand of aansluitend aan zijn dienst met de leidinggevende kunnen afspreken om in de tankput een ronde te lopen. Ook noteert [geïntimeerde] sinds enige tijd de punten die hem worden uitgelegd in een boekje en op deze wijze kan hij zaken nakijken.
Op dit moment is het vertrouwen bij de werkgever en leidinggevende weg en [geïntimeerde] zal moeten aantonen dat hij wel goed functioneert. Dit kan hij doen door initiatief te tonen, bij twijfel navraag te doen en er voor te zorgen dat hij geen schades meer maakt. [geïntimeerde] heeft het volledig zelf in de hand of zijn arbeidscontract wel of niet wordt verlengd en dient anderen niet de schuld te geven. (...).”
“(...) Naar aanleiding van uw tweede tussentijdse beoordelingsgesprek d.d. 18 juli 2013 zijn wij wederom geschrokken van de onvoldoendes. Ondanks dat uw leidinggevenden hebben aangeven dat u vooruit bent gegaan blijkt u de afgelopen periode niet voldoende te zijn verbeterd om voor een contractverlenging in aanmerking te komen. Wij zullen uw arbeidscontract per 17 augustus 2013 niet meer verlengen. Wij zullen in augustus 2013 de laatste inhouding studiekosten verrekenen met uw eindafrekening. Indien u de opleiding procesoperator niet meer wenst voort te zetten dient u zich zelf uit te schrijven bij het ROC Zadkine.
(…)”
3.Het oordeel van de kantonrechter
4.Beoordeling in hoger beroep
In datzelfde gesprek heeft Koole, zo blijkt wederom uit het door haar gemaakte verslag, gezegd dat [geïntimeerde] nog twee maanden de gelegenheid zou hebben om te laten zien dat hij wel goed kon functioneren, door initiatief te tonen, bij twijfel navraag te doen en geen schades meer te veroorzaken. Kortom, deze beoordeling was nadrukkelijk niet een eindbeoordeling; [geïntimeerde], zo concludeert het hof, mocht er op vertrouwen dat hij zich in de resterende periode zou kunnen verbeteren, ook al werd met het terugbetalen van de door Koole voor [geïntimeerde] betaalde studiekosten een aanvang gemaakt.
5.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, tussen partijen onder zaaknummer 3162792/CV EXPL 14-28777 gewezen op 19 december 2014;
- veroordeelt Koole in de gedingkosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 311,-- wegens verschotten en op € 1.264,-- wegens salaris advocaat (2 punten volgens tarief I).