ECLI:NL:GHDHA:2016:2311

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
9 augustus 2016
Publicatiedatum
1 augustus 2016
Zaaknummer
200.151.670/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van een croupier wegens onterechte uitbetalingen aan een klant en de bewijsvoering rondom deze uitbetalingen

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een croupier, hierna te noemen [appellant], die op staande voet is ontslagen door Holland Casino vanwege elf onterechte uitbetalingen aan een klant, de heer [gast]. De croupier heeft in hoger beroep de beslissing van de kantonrechter aangevochten, die eerder had geoordeeld dat er voldoende dringende redenen waren voor het ontslag. De feiten zijn als volgt: op verschillende momenten in juni 2012 heeft de croupier onterechte uitbetalingen gedaan aan de heer [gast], wat leidde tot een onderzoek door Holland Casino. Dit onderzoek omvatte observaties door andere croupiers en camerabeelden. De croupier heeft betoogd dat de uitbetalingen per vergissing zijn gedaan en dat er geen sprake was van opzet of samenspel met de klant.

Tijdens de rechtszaak heeft het hof vastgesteld dat de croupier niet voldoende bewijs heeft geleverd om de aannames van de kantonrechter te weerleggen. Het hof heeft de verklaringen van getuigen en de camerabeelden in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat de croupier niet kon aantonen dat de uitbetalingen rechtmatig waren. Het hof heeft ook opgemerkt dat de regels van Holland Casino soms niet strikt werden nageleefd, vooral bij vaste klanten, maar dat dit niet betekende dat de croupier vrijgesteld kon worden van zijn verantwoordelijkheden.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij het ontslag op staande voet werd gehandhaafd. De croupier werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor croupiers om de spelregels strikt na te leven en de gevolgen van onterechte uitbetalingen, zelfs als deze per vergissing plaatsvinden.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.151.670/01
Zaaknummer rechtbank : 1201076 RL EXPL 12-24023
arrest van 9 augustus 2016
inzake
[appellant ],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: [appellant ] ,
advocaat: mr. P. van Wegen te Den Haag,
tegen
Nationale Stichting tot exploitatie van casinospelen in Nederland,
gevestigd te Hoofddorp,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Holland Casino,
advocaat: mr. M.B. Kerkhof te Amsterdam.

1.Het geding

Bij exploot van 24 juni 2014 is [appellant ] in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank Den Haag, team kanton, locatie Den Haag, tussen partijen gewezen vonnis van 26 maart 2014. Bij arrest van 7 oktober 2014 is een comparitie van partijen gelast. De comparitie heeft plaatsgevonden op 5 december 2014. Van de comparitie is proces-verbaal opgemaakt.
Bij memorie van grieven met producties heeft [appellant ] vijf grieven aangevoerd. Bij memorie van antwoord heeft Holland Casino de grieven bestreden.
Vervolgens hebben partijen de zaak op 5 februari 2016 doen bepleiten, [appellant ] door mr. P. van Wegen, voornoemd, en Holland Casino door mr. M.B. Kerkhof, voornoemd, en haar kantoorgenoot mr. M. Warmerdam, allen aan de hand van overgelegde pleitnotities. Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd.

2.De feiten

De door de rechtbank in het vonnis van 17 juni 2013 vastgestelde feiten zijn niet in geschil. Ook het hof zal ook van die feiten uitgaan. Het gaat in deze zaak om het volgende.
[appellant ] is op 11 maart l99l in dienst getreden van Holland Casino en was in de vestiging Scheveningen werkzaam als croupier tegen een bruto maandsalaris van € 2.338,78, te verhogen met een WSD toeslag van bruto € 467,76 en een Tronc-fooienuitkering van bruto € l75,41. [appellant ] is opgeleid voor diverse kansspelen en begeleidde als croupier verschillende spellen achter de speeltafels.
Een croupier van Holland Casino dient bij zijn werkzaamheden het zogenaamde Handboek Tafelspelen in acht te nemen. In artikel 2 van dit handboek is over het roulette-spel het volgende opgenomen:
“Een annonce is een spel dat een gast voor het "Niets meer inzetten alstublieft” aan een CR (croupier) opgeeft, deze annonce moet worden uitgezet voor de kogel valt. Elke annonce moet duidelijk worden herhaald en in het werkgebied op waarde en compleetheid (in aantallen) worden gecontroleerd. Tenzij de MTG (manager tablegames) anders oordeelt is de annonce na de herhaling en controle officieel aangenomen.
(...)
Een annonce waarvan niet duidelijk is wat ermee wordt bedoeld kan niet worden geaccepteerd”
Naar aanleiding van een externe melding op 15 juni 2012 van mogelijk samenspel tussen een croupier en een gast heeft Holland Casino besloten [appellant ] onder observatie te nemen. Dit onderzoek heeft in eerste instantie op 20 en 21 juni 2012 plaatsgevonden via het gesloten camerasysteem van Holland Casino. Vervolgens is onderzoek ingesteld naar de bezoekfrequentie van een specifieke gast van Holland Casino, de heer [gast] (hierna [gast] ) en de samenhang van zijn bezoekdata met de diensten van [appellant ] . Vervolgens heeft nader onderzoek plaatsgevonden door middel van camerabeelden en de inzet van zogenaamde spelobservanten (ervaren croupiers die elders werkzaam zijn bij Holland Casino) op 22, 23, 25, 26 en 27 juni 2012.
Op 27 juni 2012 hebben medewerkers van Holland Casino [appellant ] en [gast] uit de speelzaal begeleid en overgedragen aan de politie op verdenking van fraude. Holland Casino heeft aangifte gedaan. In de aangifte is opgenomen dat [appellant ] ten onrechte uitbetalingen heeft gedaan voor een bedrag van ten minste € 19.870,-- aan [gast] .
Op 2 juli 2012 heeft Holland Casino [appellant ] schriftelijk medegedeeld voornemens te zijn hem op staande voet te ontslaan vanwege onterechte betalingen aan [gast] en “samenspel” met deze. Op 5 juli en 11 juli 2012 heeft [appellant ] gereageerd op het voornemen van Holland Casino.
Op 13 juli 2012 heeft Holland Casino [appellant ] op staande voet ontslagen. Bij brief van diezelfde datum is dit ontslag door Holland Casino aan [appellant ] bevestigd. In deze brief is onder meer opgenomen:
"(...)
Na ampel beraad en een gedegen afweging van de bij ons bekende feiten en omstandigheden, de brief van uw advocaat d.d. 11 juli jl., de vandaag overhandigde schriftelijke aantekeningen en de vandaag door u gegeven mondelinge reactie, zijn wij tot onze definitieve beslissing gekomen en bericht ik u dat u per heden op staande voet bent ontslagen. Aan dit ontslag liggen de volgende – in mijn brieven van 29 juni en 2 juli jl. reeds genoemde en nader toegelichte – dringende redenen in de zin van artikel 7:678 BW ten grondslag:
1. Op dinsdag 19 juni 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Amerikaanse Roulette tafel. U heeft toen omstreeks 22.41 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van € 2.100,-.
2. Op dinsdag 19 juni 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Amerikaanse Roulette tafel. U heeft toen omstreeks 22:44 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van € 900,-.
3. Op dinsdag 19 juni 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Punto Banco tafel. U heeft toen omstreeks 23.22 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van € 1.000,-.
4. Op dinsdag 19 juni 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Punto Banco tafel. U heeft toen omstreeks 23.30 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de beer [gast] , ten bedrage van € 1.500,-.
5. Op woensdag 20 juni 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Amerikaanse Roulette tafel. U heeft toen omstreeks 01:40 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van € 5.250,-.
6. Op vrijdag 22 juli 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Amerikaanse Roulette tafel. U heeft toen omstreeks 22:35 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van € 1.400,-.
7. Op vrijdag 22 juli 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Amerikaanse Roulette tafel. U heeft toen omstreeks 22:53 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van € 700,-.
8. Op woensdag 27 juni 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Punto Banco tafel. 13 heeft toen omstreeks 00:41 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van €440,-.
9. Op woensdag 27 juni 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Punto Banco tafel, U heeft toen omstreeks 00:43 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van € 250,-.
10. Op woensdag 27 juni 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Punto Banco tafel. U heeft toen omstreeks 00:44 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van € 1.000,-11. Op woensdag 27 juni 2012 was u als croupier werkzaam binnen Holland Casino Scheveningen. U werkte als croupier op een Amerikaanse Roulette tafel. U heeft toen omstreeks 02:55 uur bijgedragen aan een onterechte uitbetaling aan een gast van Holland Casino, de heer [gast] , ten bedrage van € 350,-.
Ter vermijding van misverstanden merken wij nog op dat de hierboven onder 1 t/m 11 genoemde handelingen zowel ieder voor zich, als samen in onderling verband beschouwd, als dringende reden aan het ontslag ten grondslag worden gelegd.
Bij beschikking van 15 november 2012 is de arbeidsovereenkomst met [appellant ] op verzoek van Holland Casino door de rechtbank Den Haag, sector kanton, locatie Den Haag, voorwaardelijk ontbonden met ingang van 1 december 2012, zonder toekenning van enige vergoeding.
Bij vonnis van 28 november 2014 is [appellant ] door de meervoudige strafkamer van rechtbank Den Haag (verder: de strafrechter) vrijgesproken van het hem ten laste gelegde, namelijk medeplegen van verduistering uit dienstbetrekking en medeplegen van oplichting. De strafrechter oordeelde dat [appellant ] weliswaar bij Amerikaanse roulette en bij Punto Banco spelregels heeft overtreden waardoor [gast] is bevoordeeld, maar dat opzet van [appellant ] niet kon worden vastgesteld.
Bij vonnis van gelijke datum is [gast] eveneens vrijgesproken van medeplegen van verduistering uit dienstbetrekking en medeplegen van oplichting.

3.De vordering van [appellant ] en het oordeel van de kantonrechter

3.1.
[appellant ] heeft gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Holland Casino te veroordelen tot betaling van het sedert 13 juli 2012 niet betaalde salaris, verhoogd met de wettelijke rente vanaf 6 augustus 2012 en van de wettelijke verhoging, met veroordeling van Holland Casino in de proceskosten.
Aan deze vordering heeft [appellant ] (samengevat) ten grondslag gelegd dat er geen dringende reden was voor ontslag op staande voet. Hij heeft betwist dat er sprake zou zijn geweest van samenspel met, of van opzettelijke verrijking van [gast] . Zo er onterechte uitbetalingen zouden zijn gedaan, dan is dat bij vergissing gebeurd en is een ontslag op staande voet een te zware maatregel.
3.2.
De kantonrechter heeft in zijn tussenvonnis van 17 juli 2013 overwogen dat ook bij vergissing gedane onterechte uitkeringen, afhankelijk van de omstandigheden, een dringende reden kunnen opleveren (r.o. 14). Op basis van de in het vonnis behandelde feiten en omstandigheden, heeft de kantonrechter vervolgens voorshands bewezen geacht dat [appellant ] in de periode van 19 juni tot en met 27 juni 2012 onterechte uitbetalingen heeft gedaan aan [gast] (r.o. 23). [appellant ] is toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Daarbij overwoog de kantonrechter dat het tegenbewijs zou zien op negen voorvallen; uitgezonderd waren de twee voorvallen, gedragingen 9 en 10, bij het spel Punto Banco, omdat [appellant ] heeft erkend dat hij hier onterecht heeft uitbetaald. De kantonrechter oordeelde dat als het louter om deze twee gevallen, de gedragingen 9 en 10, zou gaan, het ontslag op staande voet een te zware maatregel zou zijn.
In het eindvonnis van 26 maart 2014 heeft de kantonrechter geoordeeld dat [appellant ] het tegenbewijs niet heeft geleverd. De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellant ] afgewezen en hem, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld in de proceskosten.

4.De beoordeling in hoger beroep

4.1.
Het hof stelt vast dat [appellant ] bij memorie van grieven niet (althans onvoldoende kenbaar) is opgekomen tegen het oordeel van de kantonrechter dat als voorshands bewezen gold dat [appellant ] zich schuldig heeft gemaakt aan negen onterechte uitbetalingen en [appellant ] werd toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Mocht [appellant ] dit bewijsoordeel van de kantonrechter in hoger beroep wel hebben willen bestrijden, dan geldt dat hij dat niet op een wijze heeft gedaan die voor Holland Casino (en voor het hof) voldoende duidelijk was. Dat neemt overigens niet weg dat ook het hof op basis van de door Holland Casino aangedragen feiten en omstandigheden, door de kantonrechter in zijn vonnis behandeld, van oordeel is dat het aan [appellant ] is om tegenbewijs te leveren tegen het voorshands aan te nemen bewijs van negen onterechte uitbetalingen (de voorvallen 1 tot en met 8 en 11, genoemd in 2.f) aan [gast] en dit bewijsvermoeden te ontkrachten.
4.2.
De kantonrechter heeft in zijn tussenvonnis, behalve de camerabeelden die Holland Casino in het geding heeft gebracht, in ogenschouw genomen (en deels in het vonnis geciteerd) de op schrift gestelde bevindingen van:
- [naam 1] - productie 8 bij conclusie van antwoord
(Assistent Manager Security & Legal) in het proces-verbaal van aangifte van 27 juni 2012 waarin de waarnemingen ter zake van de voorvallen 1 tot en met 11 waarover hij heeft verklaard zijn opgenomen;
- [naam 2] - productie 9 bij conclusie van antwoord
(manager tablegames) opgenomen door de assistent manager security en legal op 29 augustus 2012, over hetgeen hij had in zijn functie van toezichthouder bij roulettetafels had waargenomen op 19 juni 2012 omstreeks 01.43 uur, handeling 5;
- [naam 3] - productie 12 bij conclusie van antwoord
(croupier en Observer Security & Legal) in de door hemzelf op 30 augustus 2012 opgestelde en ondertekende “rapportage van bevindingen” over de voorvallen 6 en 7;
- [naam 4] - productie 12 bij conclusie van antwoord
croupier Holland Casino Utrecht, Observer Security & Legal Holland Casino Zandvoort), in de door hemzelf op 27 juni 2012 opgestelde en ondertekende verklaring over voorval 6;
- [naam 5] - productie 14 bij conclusie van antwoord
(spelobservant Holland Casino Enschede), vervat in het proces-verbaal van aangifte van 27 juni 2012 en in zijn verklaring tegenover C. Keereweer, Assistent Manager Security & Legal op vrijdag 31 augustus 2012, op schrift gezet en ondertekend door Keereweer en door [naam 5] , beide betreffende voorval 11;
- [naam 6] – productie 14 bij conclusie van antwoord
(observant Holland Casino Enschede), opgenomen in een ondertekende verklaring die is gedateerd “donderdag 2012” betreffende voorval 11, en aangevuld met een door [naam 6] en [naam 7] ondertekende verklaring naar aanleiding van een onderhoud dat [naam 7] , Manager Security en Legal van Holland Casino te Enschede op 30 augustus 2012 had met [naam 6] .
Zoals zojuist al opgemerkt rechtvaardigen deze bevindingen ook naar het oordeel van het hof een voorshands bewezenverklaring van de betreffende voorvallen.
4.3.
In zijn toelichting op grief 1 besteedt [appellant ] aandacht aan de vrijspraak door de strafrechter. Terecht merkt [appellant ] daarbij op dat de civiele rechter niet gebonden is aan het oordeel van de strafrechter dat de ten laste gelegde feiten niet zijn bewezen. De enkele vrijspraak levert dan ook niet het tegenbewijs op dat [appellant ] zou moeten leveren. Wel is de vraag of de door [appellant ] in hoger beroep overgelegde verklaringen, voor een belangrijk deel afkomstig uit het strafrechtelijk onderzoek, dat tegenbewijs construeren, eventueel in samenhang met hetgeen [appellant ] in eerste instantie als (tegen-)bewijs heeft gepresenteerd. In hoger beroep heeft [appellant ] de tegenover de rechter-commissaris in strafzaken afgelegde verklaringen van getuigen [getuige 1] (croupier bij Holland Casino), [getuige 2] (medewerker frontoffice, voordien manager tablegames bij Holland Casino), [getuige 3] (tot 1 oktober 2013 werkzaam bij Holland Casino als tablemanager), [getuige 4] (voormalig croupier, nu werkzaam bij de afdeling Security van Holland Casino), [getuige 5] (assistent-manager Security bij Holland Casino), alsmede [getuige 6] en [getuige 7] (beiden klant van Holland Casino, vestiging Scheveningen), overgelegd. Verder heeft [appellant ] zich beroepen op in 2014 onder ede afgelegde verklaringen van getuigen [getuige 8] (als spelobservant werkzaam bij Holland Casino) en [getuige 9] (manager Security & Legal bij Holland Casino) in een andere strafprocedure (de zaak [.../...] ); ook deze verklaringen heeft hij in het geding gebracht.
[appellant ] verwijst in zijn memorie naar diverse passages uit deze verklaringen waarmee hij het tegenbewijs gestalte wenst te geven.
grief I: voorvallen 1, 5, 6 en 11, de te late annonces respectievelijk “luftannonces”
4.4.
Met deze grief komt [appellant ] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat hij bij de voorvallen 1, 5, 6 en 11 spelregels heeft overtreden. Holland Casino heeft gesteld dat een croupier een annonce (opdracht tot een gewenste weddenschap) alleen mag accepteren als deze voldoende duidelijk is. Een annonce is pas geaccepteerd als deze door de croupier is herhaald. Een (voldoende duidelijke maar) late annonce, gegeven nadat de croupier met een handgebaar – sweep – heeft aangegeven dat niet meer ingezet mag worden, mag alleen worden geaccepteerd met toestemming van de tablemanager en dient te zijn uitgezet voordat de kogel valt. Bij een zogenaamde luftannonce handelt de croupier alsof de klant hem een opdracht heeft gegeven terwijl in werkelijkheid geen specifieke althans verstaanbare opdracht is gegeven.
Bij de voorvallen 1, 5, 6 en 11 zou volgens Holland Casino telkens sprake zijn geweest van te late annonces dan wel luftannonces. Bij gebreke van een duidelijke annonce respectievelijk herhaling van een late annonce op de voorgeschreven wijze door [appellant ] , ontbreekt noodzakelijkerwijs ook de toestemming van de tablemanager. De uitbetalingen zijn daarom volgens Holland Casino onterecht gedaan. Haar stelling dat er sprake is geweest van te late of luftannonces baseert Holland Casino op camerabeelden (voorvallen 1 en 5) en op de combinatie van camerabeelden en waarnemingen door observanten (voorvallen 6 en 11).
4.5.
Het hof maakt uit de verklaringen van met name [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] op dat late annonces aan de roulettetafel met enige regelmaat voorkomen. Hoewel een herhaling van de annonce van de klant door de croupier en een akkoord van de tablemanager volgens de regels vereist is, komt het voor dat de croupier zelf de keuze maakt of hij de late annonce aanvaardt. Correct is dat niet, maar het gebeurt in de praktijk bij uitzondering, waarbij een rol kan spelen dat de tablemanager, die tegenwoordig voor vier (of meer) tafels verantwoordelijk is, op enige afstand staat. Getuige [getuige 5] heeft daarover verklaard dat als dat (het niet duidelijk herhalen van een late annonce in de richting van de tablemanager) regelmatig geconstateerd wordt, de betrokken croupier daarop aangesproken wordt.
Verder ontstaat uit de verklaringen van [getuige 2] en [getuige 4] het beeld dat vaste, bekende klanten in de praktijk soms niet, althans niet expliciet, annonceren als de croupier weet wat de klant wil spelen. Getuige [getuige 2] verklaarde dat onder die omstandigheden sprake kan zijn van non-verbale communicatie door de klant die met een enkel knikje met het hoofd aangeeft akkoord te gaan met de plaatsing. In dezelfde zin heeft [getuige 1] verklaard, die daar wel bij heeft opgemerkt dat hij zelf als croupier wel hoorbaar herhaalt wat de inzet is in een dergelijk geval.
Plaatsing van fiches nadat de kogel in de roulettecilinder is gebracht is in de praktijk gangbaar mits de annonce van de klant door de croupier is aangenomen.
4.6.
Het voorgaande brengt het hof tot de conclusie dat de soep in de praktijk doorgaans minder heet wordt gegeten dan deze is opgediend. De regels van Holland Casino zijn weliswaar streng, in de praktijk worden deze niet altijd gehandhaafd: late annonces worden – zo begrijpt het hof – soms oogluikend toegestaan bij vaste klanten als [gast] , hoewel de formeel noodzakelijke toestemming van de tablemanager ontbreekt. Tegen luftannonces / samenspel wordt daarentegen door Holland Casino altijd opgetreden.
Aan de door [appellant ] voortgebrachte verklaringen kan echter niet worden ontleend dat [gast] (al dan niet verbaal) tijdig heeft geannonceerd ten aanzien van de voorvallen 1 en 5. Aldus heeft [appellant ] onvoldoende aannemelijk gemaakt dat in deze gevallen geen sprake is geweest van onrechte uitbetalingen. Daarom kan niet worden geoordeeld dat met die verklaringen het voorshands aangenomen bewijs ten aanzien van de voorvallen 1 en 5 is ´ontkracht´.
4.7.
De verwijten betreffende de voorvallen 6 en 11 baseert Holland Casino – los van de geluidloze camerabeelden – met name op waarnemingen van observanten [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] die op 22 juni om 22.30 uur en op 27 juni om 02.55 uur aanwezig waren bij de roulettetafel.
Tegen de achtergrond van hetgeen het hof zojuist overwoog naar aanleiding van de voorvallen 1 en 5 neemt het hof tot uitgangspunt dat de omstandigheid dat geen duidelijke annonce is gehoord van [gast] door de bij voorval 6 en 11 aanwezige observanten, niet doorslaggevend hoeft te zijn. [gast] , als vaste klant die doorgaans hetzelfde spel speelt kan ook nu een meermaals herhaald spel hebben gespeeld en de annonce kan met weinig woorden of zelfs non-verbaal hebben plaatsgevonden. De vraag is dan of een herhaling van de annonce door [appellant ] heeft plaatsgevonden, waarover met name [naam 3] op schrift heeft verklaard dat hij bij voorval 6 alleen “iets onverstaanbaars” heeft horen mompelen, terwijl zijn ook aanwezige collega [naam 5] – die wel wat verder weg stond – geen herhaling van de annonce heeft gehoord. Uit de in hoger beroep overgelegde verklaringen blijkt niet dat [appellant ] het spel van [gast] wél duidelijk heeft herhaald.
4.8.
Zelfs als zou het zo zijn dat het kennelijk vaker voorkomt dat de croupier bij roulette het spel van de klant niet hardop herhaalt, zoals uit enkele getuigenverklaringen kan worden opgemaakt, geldt dat het aan [appellant ] is om tegenwijs te leveren ten aanzien van de concrete, verweten voorvallen. Daarin is hij niet geslaagd.
grief 2: voorval 2, roulette: verschuiving chip van carré naar cheval?
4.9.
[appellant ] wordt verweten dat hij bij roulette na het vallen van de kogel een door [gast] geplaatste chip heeft verplaatst van carré naar cheval, als gevolg waarvan [gast] is bevoordeeld met een bedrag van € 900,--. Deze gedraging is vastgelegd door een camera kennelijk bevestigd (vrijwel) boven de roulettecilinder.
De kantonrechter heeft dit bij dit voorval geoordeeld dat de toelichting op de camerabeelden door observanten (die niet in de speelzaal aanwezig waren) meer in overeenstemming waren met de camerabeelden dan de andersluidende verklaring van [appellant ] . De strafrechter heeft geoordeeld dat [appellant ] hier de spelregels heeft overtreden, waarbij de strafrechter zich niet alleen baseerde op de waarneming van Dor maar ook op de verklaring van getuige [getuige 9] en de verklaring van [appellant ] tegenover de politie. Die laatste verklaring bevindt zich niet bij de processtukken.
4.10.
Hoewel in de grief besloten lijkt te liggen dat [appellant ] bestrijdt het fiche te hebben verschoven, heeft hij in zijn overgelegde aantekeningen van 13 juli 2012 genoteerd dat hij de chip “onbewust” heeft verschoven. Het hof begrijpt het zo dat [appellant ] er rekening mee houdt dat de hij chip per ongeluk heeft verschoven.
4.11.
Het hof heeft de camerabeelden, ook tezamen met partijen tijdens het pleidooi, bekeken. Dat [appellant ] bij het ruimen van de chips na het vallen van de kogel de bewuste chip van [gast] heeft verschoven lijkt het geval te zijn, en dat sluit ook aan bij de zojuist genoemde aantekeningen van [appellant ] . Of de chip door [gast] op carré was geplaatst en niet op cheval, kan het hof zelf niet goed beoordelen louter op basis van de overgelegde camerabeelden. Dat neemt echter niet weg dat [appellant ] niet voldoende naar voren gebracht om het voorshands aangenomen bewijs te ontkrachten.
grief 3: voorval 3, onterechte uitbetaling Punto Banco
4.12.
Met grief 3 bestrijdt [appellant ] het oordeel van de rechtbank dat er bij voorval 3 sprake is geweest van een onterechte uitbetaling. [appellant ] stelt (ook) in hoger beroep dat op de beelden niet te zien is dat er onterecht is uitbetaald. Dezelfde beelden zijn echter ook in eerste instantie in het geding gebracht. De kantonrechter heeft op de combinatie van deze beelden en de verklaring van Dor geoordeeld dat het bewijs van een onterechte uitbetaling voorshands moet worden aangenomen. [appellant ] had, om het tegenbewijs te leveren, meer moeten doen dan alleen de waarneembaarheid van de onterechte uitbetaling op de camerabeelden, ter discussie te stellen. Overigens tekent het hof aan dat de strafrechter van oordeel was dat zich hier een overtreding van de spelregels heeft voorgedaan, waarbij de strafrechter zich niet alleen op de verklaring van Dor maar ook op de verklaring van getuige [getuige 9] baseerde.
bevindingen
4.13.
De voorlopige bevindingen zijn als volgt. Ondanks hetgeen [appellant ] naar voren heeft gebracht komt het hof niet tot de conclusie dat [appellant ] het tegenbewijs heeft geleverd ten aanzien van de late c.q. luftannonces aan de roulettetafel, voorvallen 1, 5, 6 en 11. Het voorshands aangenomen bewijs dat bij voorval 2 (het verplaatsen van de chip van carré naar cheval) onterecht is uitbetaald, is blijven staan, bij gebrek aan tegenbewijs. Dat geldt ook voor voorval 3: tegenbewijs heeft [appellant ] niet geleverd.
Voorval 7 (het ‘aanplaatsen’ van extra fiches bij de inzet van [gast] ) is in hoger beroep niet eerder dan bij het pleidooi (kort) aan de orde gekomen; ook daarvoor geldt dan ook dat tegenbewijs niet is geleverd. Dat onterechte uitbetalingen zijn gedaan bij Punto Banco (voorvallen 4, 8, 9 en 10) erkent [appellant ] .
grief 4: (on-)terecht ontslag op staande voet?
4.14.
Holland Casino heeft in haar ontslagbrief van 13 juli 2012 expliciet vermeld dat zij het ontslag op staande voet baseerde op de elf voorvallen, ieder voor zich en tevens in onderlinge samenhang beschouwd. Met zoveel woorden vermeldde zij dat zij het ontslag ook zou hebben gegeven als slechts één of enkele van de elf voorvallen zich zou hebben voorgedaan.
4.15.
Holland Casino verwijt [appellant ] dat hij telkens heeft “bijgedragen aan een onterechte betaling”. Voor de stelling dat [appellant ] daarbij door Holland Casino ‘opzettelijk’ handelen verweten wordt is, zoals [appellant ] in de toelichting op zijn grief stelt, geen enkel aanknopingspunt te vinden in de ontslagbrief. Sterker, in haar ontslagbrief schrijft Holland Casino dat [appellant ] door “opzet of schuld” een dringende reden voor ontslag heeft gegeven. Dat Holland Casino de dringende reden “strafrechtelijk heeft ingekleurd” en er dus bewijs moet zijn van opzettelijk handelen, zoals [appellant ] ook stelt, is naar het oordeel van het hof, ook gelet op de tekst van de ontslagbrief, niet juist. Dat betekent dat ook louter handelingen die aan zijn schuld te wijten zijn grond kunnen vormen voor het ontslag op staande voet.
4.16.
Naar het oordeel van het hof heeft Holland Casino tot het ontslag op staande voet kunnen komen, omdat van haar redelijkerwijze niet gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, alle omstandigheden, waaronder ook de lange duur van het dienstverband en het goede functioneren van [appellant ] als croupier, in aanmerking genomen. In ieder geval gezamenlijk kunnen de voorvallen 1 tot en met 7 en 11 dit ontslag dragen. Het hof merkt op dat het de onterechte uitbetalingen 4, 8, 9 en 10 daarbij niet meeweegt, omdat hier volgens [appellant ] sprake was van vergissingen, hetgeen gezien de hectiek, met name op 27 juni 2012, niet kan worden uitgesloten.
4.17.
[appellant ] heeft in hoger beroep een algemeen bewijsaanbod gedaan. Op dat aanbod gaat het hof niet in, nu van [appellant ] verlangd mag worden dat hij, na in eerste instantie in het kader van het door hem te leveren tegenbewijs getuigen te hebben gehoord, concretiseert welke te bewijzen feiten tot een ander oordeel in hoger beroep kunnen leiden.
Slotsom
4.18.
Het vonnis van de kantonrechter zal worden bekrachtigd. [appellant ] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten. De kostenveroordeling zal, zoals verlangd door Holland Casino, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.Beslissing

Het hof:
5.1.
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, tussen partijen gewezen op 26 maart 2014;
5.2.
veroordeelt [appellant ] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot aan de uitspraak aan de zijde van Holland Casino begroot op € 704,-- wegens verschotten en op € 2.682,-- (3 punten x tarief II, € 894,-- per punt) wegens salaris advocaat;
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.J. Vetter, M.J. van der Ven en J.J. Trap en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 augustus 2016 in aanwezigheid van de griffier.