In de zaak tussen Massive Air en Fatboy
De modelrechtelijke vorderingen: behandeling van de daartegen gerichte grieven.
4. De principale grieven 1 en 2 richten zich tegen de feitenvaststelling door de voorzieningenrechter. Met de daarin neergelegde bezwaren heeft het hof met zijn feitenvaststelling in overwegingen 1.1 tot en met 1.11 rekening gehouden. Deze grieven kunnen op zichzelf niet tot vernietiging leiden.
De principale grieven 3 tot en met 10 en incidentele grief 3 betreffen de vraag welke kenmerken van het voortbrengsel uitsluitend door de technische functie bepaald zijn.
De principale grieven 11 tot en met 13 richten zich tegen het oordeel dat de KAISR V2 geen andere indruk wekt dan model en dus inbreuk maakt op het model.
De incidentele grieven 1, 2 en 5 (deels) richten zich tegen afwijzing van de hiervoor in rechtsoverweging 2, onder 1 (wat betreft inbreukverbod van de KAISR V1) , 4 en 5 vermelde (neven)vorderingen.
5. Aan de modelrechtelijke vorderingen legt Fatboy ten grondslag dat Massive Air door het
aanbieden en verkopen van de KAISR V1 en V2 en het dreigend vervaardigen, leveren,
invoeren, exporteren of anderszins gebruiken van de KAISR V2 inbreuk maakt en/of dreigt
te maken op haar Gemeenschapsmodelrechten als bedoeld in artikel 10 van Verordening
(EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen –
hierna: GModVo. Zij stelt daartoe dat de KAISR V1 en de KAISR V2
geen andere algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker wekken dan het model.
Het beroep van Massive Air op de techniekrestrictie
6. Massive Air heeft met een beroep op artikel 8, lid 1, GModVo gesteld dat het recht op het model niet geldt voor de uiterlijke kenmerken die uitsluitend door de technische functie worden bepaald. Zij heeft niet gesteld dat er een serieuze kans bestaat dat het model in een bodemprocedure nietig zal worden verklaard. Het hof begrijpt dat zij zich op het standpunt stelt dat alle elementen van het model die ook in de KAISR V2 voorkomen (dat zijn alle elementen behalve de vorm van het hoofdeinde) technisch bepaald zijn.
7. [geintimeerde 1] c.s heeft betwist dat bedoelde kenmerken van het model uitsluitend door de technische functie worden bepaald. Zij heeft daartoe gesteld dat er voldoende – meer dan een beperkt aantal –
reëlealternatieven mogelijk zijn in de vormgeving van dezelfde technische oplossing, in het bijzonder voor de dichtgenaaide worstvorm.
8. Het modelrecht mag niet gebruikt worden om een bepaald technisch effect te laten monopoliseren door één of een beperkt aantal marktdeelnemers en daarmee anderen te beletten van technische verworvenheden gebruik te maken.
Wanneer er voldoende reële
vormgevingsalternatieven bestaan voor een element van het model is dat element niet uitsluitend technisch bepaald.
9. De voorzieningenrechter heeft in rechtsoverwegingen 3.3 en 4.6 overwogen aan welke (technische) gebruikseisen een (luchtscheppende lichtgewicht) loungezak (het model) volgens Massive Air dient te voldoen en mede op grond daarvan in rechtsoverwegingen 4.7 tot en met 4.14 aangenomen
dat de sluiting van de zak uitsluitend technische bepaald is;
dat er een beperkt aantal andere materialen beschikbaar is voor gebruik in de loungezak en de textuur die het gevolg is van de materiaalkeuze uitsluitend technisch bepaald is;
dat er reële alternatieven zijn wat betreft de vorm en de maat van de drie dimensies van de zak en de lengte, de richting en het aantal van de aan te brengen capitonneringen.
Op grond daarvan heeft de voorzieningenrechter in rechtsoverwegingen 4.14 en 4.15 geconcludeerd dat ontwerpers van een ligzak over voldoende reële vormgevings-alternatieven beschikken voor de vorm van de contouren en de capitonnering, zodat op de vormgevingskenmerken bestaande uit twee lange buizen die bij het hoofdeinde samenkomen in een iets verhoogde punt, met centraal in de lengterichting één smalle diepe spleet (verdieping) modelrechtelijke bescherming rust. Zij was dus van oordeel dat de dichtgenaaide worstvorm niet uitsluitend technisch bepaald is.
10. Met grieven 4 tot en met 8 verwijt Massive Air de voorzieningenrechter
- dat de omschrijving van de door haar in rechtsoverweging 3.3 van het bestreden vonnis opgenomen technische gebruikseisen onvolledig is omdat geen, althans onvoldoende rekening is gehouden met de eis dat de zak zo optimaal mogelijk geschikt moet zijn voor gebruikmaking van de luchtscheptechniek, een zo langdurig mogelijke gebruiksduur moet hebben en zo comfortabel en zacht en daarom ook zo groot en dik mogelijk moet zijn en
- dat zij, uitgaande van die onvolledige omschrijving, ten onrechte heeft geconcludeerd dat
a. dat er een aantal alternatieven bestaat voor het toe te passen materiaal
b. dat er andere vormen mogelijk zijn waarmee voldaan wordt aan de gebruikseisen en het model in zoverre niet technisch bepaald is.
11. Incidentele grief 3 richt zich tegen het oordeel dat de knoopvorm-kliksluiting aan het voeteneinde niet uitsluitend technisch bepaald is omdat er ook een reëel alternatief is waarbij de zak na het luchtscheppen en dichtdraaien van de uiteinden gesloten wordt met 2 klik-gespsluitingen aan weerszijden van de zak (productie 43 [geintimeerde 1] c.s.).
12. Het hof is voorshands van oordeel dat de dichtgenaaide worstvorm van het model niet uitsluitend technisch is bepaald omdat [geintimeerde 1] c.s. voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de combinatie van technische functies die Massive Air aan de dichtgenaaide worstvorm toeschrijft, kan worden gerealiseerd met talrijke andere, (sterk) van die vorm afwijkende basisvormen. Massive Air heeft aangevoerd dat de dichtgenaaide worstvorm een combinatie van voordelen heeft, te weten – samengevat –:
i. i) de vorm is geschikt voor toepassing van de luchtscheptechniek, waardoor de zitzak makkelijk is te vullen en te legen;
ii) de vorm maakt het mogelijk dat een persoon enkele uren stabiel en comfortabel op de zitzak ligt ondanks dat er continue lucht uit ontsnapt.
Er is derhalve slechts sprake van een reëel alternatief als dit ook die voordelen biedt en dus voldoet aan de daaruit voortvloeiende eisen, aldus Massive Air.
De eisen waar volgens Massive Air de onderhavige ligzak aan moet voldoen zijn begrepen in voormelde eisen (zoals de in de toelichting op grief 5 genoemde vage eisen dat de zak zo zacht, groot en dik mogelijk moet zijn, die het hof begrijpt als zo groot, zacht en dik dat een persoon daarop enkele uren stabiel en comfortabel kan liggen en de zak nog gemakkelijk is te sluiten) of zien niet op de dichtgenaaide rookworstvorm (zoals de eisen betreffende het materiaal en de sluiting van de zak).
13. Door [geintimeerde 1] c.s zijn foto’s overgelegd van drie andere loungezakken die deze voordelen naar voorlopig oordeel in dezelfde mate realiseren (producties 41, 46 en 50 van [geintimeerde 1] c.s.). In die zakken zijn extra naden of capitonneringen (schotjes) aangebracht om te voorkomen dat een bolle zak ontstaat, waarop een persoon niet stabiel en comfortabel kan liggen. Ter zitting heeft [geintimeerde 1] twee van deze loungezakken en het vullen daarvan gedemonstreerd. Ook zijn filmpjes overgelegd van demonstraties. Hieruit blijkt dat, anders dan Massive Air heeft betoogd, de aanwezigheid van naden of schotjes geen belemmering vormt voor het voldoen aan de eis dat de zak snel en eenvoudig door middel van luchtscheppen kan worden gevuld. Het hof passeert als onvoldoende onderbouwd de stelling van Massive Air dat door het aanbrengen van (meer) naden de zak (relevant) verzwakt en/of de luchtdichtheid wordt aangetast, gelet op de gemotiveerde betwisting door [geintimeerde 1] c.s., onder verwijzing naar de hedendaagse methoden van het aanbrengen van naden, zoals door (warmte)lassen en sealen en de omstandigheid dat slechts lucht ontsnapt via de sluiting, hetgeen door Massive Air niet is weersproken.
14. Aan het voorgaande kan niet afdoen het door Massive Air in hoger beroep ingenomen standpunt dat alternatieve vormen, door het aanbrengen van extra naden of schotjes of de noodzaak om meer stof te gebruiken, minder eenvoudig en (daardoor) onacceptabel, althans aanzienlijk en/of veel duurder zijn om te produceren. Met grief 9 verwijt Massive Air de voorzieningenrechter bij de beoordeling of de vormgeving door een technische functie is bepaald geen rekening te hebben gehouden met de economische voordelen van een bepaalde vormgeving en de kosten van alternatieven. Massive Air stelt in dit verband dat de alternatieven voor de dichtgenaaide worstvorm geen reële alternatieven zijn omdat die alternatieven veel en/of aanzienlijk kostbaarder zijn, waardoor zij een door haar te produceren loungezak noodgedwongen tegen een veel hogere prijs aan het publiek zou moeten aanbieden en dus op geen enkele wijze effectief zou kunnen concurreren met de LAMZAC. Daargelaten of het gegeven dat een kenmerk goedkoper kan worden gemaakt mag meewegen bij een beroep op artikel 8 GModVo, heeft Massive Air haar stellingen onvoldoende onderbouwd, gelet op de gemotiveerd betwisting door [geintimeerde 1] c.s. [geintimeerde 1] c.s heeft onbetwist gesteld dat het uitsparen van naden of schotjes geen noemenswaardig voordeel oplevert, vanwege de relatief geringe kosten daarvan (ongeveer 2 US dollar), ook gelet op de productiekosten en/ in verhouding met de verkoopprijs, waardoor deze geen (concurrentie)belemmering vormen. Dit geldt temeer nu [geintimeerde 1] c.s. onbetwist heeft gesteld dat de dichtgenaaide worstvorm bij de alternatieven ontbrekende elementen heeft die extra kosten meebrengen, zoals de dubbele opening. Op grond van het bovenstaande kan dit verweer naar het voorlopig oordeel van het hof niet slagen, zodat ook grief 9 faalt.
15. Ervan uitgaande dat zakken met naden en schotjes/capitonneringen net zo goed door middel van luchtscheppen gevuld kunnen worden als een zak met de dichtgenaaide worstvorm van het model, acht het hof voorshands aannemelijk dat er naast de getoonde zakken ook nog zakken met allerlei andere vormen mogelijk zijn waarmee aan voormelde gebruikseisen kan worden voldaan. In zoverre is derhalve sprake van voldoende reële alternatieven en heeft de ontwerper een grote mate van ontwerpvrijheid, zodat dit element niet uitsluitend technisch bepaald is.
16. Het bovenstaande brengt mee dat de principale grieven 4, 5, 7, 8 en 10, gericht tegen het oordeel dat de dichtgenaaide worstvorm niet uitsluitend door de technische functie is bepaald en de daarvoor gegeven motivering, falen, althans niet tot vernietiging kunnen leiden. Dit geldt ook voor principale grief 3, waarmee Massive Air de voorzieningenrechter verwijt aan de “KOZ-leer”, neergelegd in het arrest van dit hof van 29 maart 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:928) in de zaak KOZ/Adinco, voorbij te zijn gegaan. 17. Over principale grief 6, gericht tegen het oordeel van de voorzieningenrechter over het materiaal van de LAMZAC, oordeelt het hof als volgt. Allereerst beroept [geintimeerde 1] c.s. – zoals namens haar tijdens het pleidooi nog is aangegeven – zich in dit (modelrechtelijk) verband niet op bescherming van het voor de LAMZAC gebruikte materiaal, terwijl ook niet gesteld of aannemelijk is dat daarover iets blijkt uit de modelregistratie, zodat dit element van de LAMZAC al om die reden bij de modelrecht-inbreukvraag niet in aanmerking kan worden genomen. Voorts lijkt de voorzieningenrechter van oordeel te zijn dat dit element uitsluitend technisch bepaald is en steunt haar oordeel dat sprake is van inbreuk niet op het voor de KAISR V2 gebruikte materiaal. Nog daargelaten dat niet goed valt in te zien welk belang Massive Air bij deze grief heeft, kan de grief niet tot vernietiging leiden.
18. Artikel 10 GModVo bepaalt dat de door het Gemeenschapmodel verleende bescherming elk model omvat dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt en dat bij de beoordeling van de draagwijdte van de bescherming rekening wordt gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model. Het begrip „geïnformeerde gebruiker” dient te worden opgevat als een tussencategorie tussen de – op het gebied van het merkenrecht gehanteerde – gemiddelde consument, van wie geen enkele specifieke kennis wordt verwacht en die de strijdige merken in de regel niet rechtstreeks vergelijkt, en de vakman met grondige technische deskundigheid en kan derhalve aldus worden opgevat dat het betrekking heeft op een gebruiker die niet slechts gemiddeld, maar in hoge mate aandachtig is, hetzij door zijn persoonlijke ervaring, hetzij door zijn uitgebreide kennis van de betrokken sector”. Wat het aandachtsniveau van de geïnformeerde gebruiker betreft, moet ervan worden uitgegaan dat de gebruiker, zonder een ontwerper of een technisch deskundige te zijn, de in de betrokken sector bestaande verschillende modellen kent, een zekere kennis bezit met betrekking tot de elementen die deze modellen over het algemeen bevatten, en door zijn belangstelling voor de betrokken voortbrengselen blijk geeft van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik ervan (vergelijk Hof van Justitie 20 oktober 2011, C-281/10P, PepsiCo/ Grupo Promer).
19. Nu het hof van oordeel is dat er vele reële alternatieven zijn voor de dichtgenaaide worstvorm van het model, zal het hof zal er bij de beantwoording van de inbreukvraag van uitgaan dat de ontwerper een grote mate van vrijheid heeft. Dat leidt tot een grote(re) beschermingsomvang. Daar waar de ontwerper een beperkte vrijheid heeft zullen kleine verschillen tot een andere algemene indruk leiden, terwijl dat niet het geval is als de vrijheid van de ontwerper groot is.
20. Voorts wordt de mate van het eigen karakter en de beschermingsomvang bepaald door de afstand van het model van het vormgevingserfgoed.
Geen grief is gericht tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat de geïnformeerde gebruiker bekend zal zijn met de traditionele luchtbedden. Dat Massive Air met grief 1 bestreden heeft dat de in overweging 2.10 van het bestreden vonnis afgebeelde met lucht gevulde loungestoelen bekend zijn op de markt – die juist afwijken van de traditionele luchtbedden –, doet daar niet aan af. De traditionele luchtbedden wijken duidelijk af van het model. Dit geldt naar het voorlopig oordeel van het hof ook voor de Cozy Canoe (en de Sensory Pea Pod, waarop Massive Air zich in hoger beroep overigens niet meer heeft beroepen; hierna zal het hof gemakshalve alleen over de Cozy Canoe spreken, maar het overwogene geldt tevens voor de Sensory Pea Pad). De Cosy Canoe wekt de indruk van een bootje/ kano, welke indruk nog wordt versterkt door de handgrepen en heeft aan elke kant twee gelijke uiteinden die niet doorlopen. Dit wijkt duidelijk af van de doorlopende worstvorm aan het hoofdeinde van het model en het daarvan afwijkende afgeknotte platte uiteinde aan het voeteneinde van het model. Voorts zijn de beide zijkanten van de Cozy Canoe niet aan elkaar genaaid, zoals bij het model, maar bevindt zich tussen de beide zijkanten een bodem, gemaakt van een apart, aan de zijkanten vastgemaakt stuk materiaal. Hierdoor is duidelijk dat de Cozy Canoe bestemd is om
inte zitten en niet om
opte liggen. Gelet op het bovenstaande is het hof voorshands van oordeel dat het model aanzienlijk afwijkt van het bestaande vormgevingserfgoed, ook als de Cozy Canoe daarin wordt betrokken.
21. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen gaat het hof uit van een grote mate van eigen karakter van het model en van een grote beschermingsomvang. Daarvan uitgaande is het hof voorshands van oordeel dat de KAISR V2 bij de geïnformeerde gebruiker,
die bekend is met de sterk van het model afwijkende traditionele luchtbedden en de Cozy Canoe, geen andere algemene indruk wekt dan het model, nu beide de opvallende en van het vormgevingserfgoed afwijkende dichtgenaaide worstvorm hebben. De afwijking aan het hoofdeinde is onvoldoende om te concluderen dat die indruk anders zal zijn, vooral omdat het in relatieve zin (zowel vergeleken met het omvangrijke deel van de KAISR en het model dat wel overeenstemt als uitgaande van de grote verschillen tussen het vormgevingserfgoed enerzijds en de KAISR en het model anderzijds) gaat om een geringe onopvallende afwijking. Door het gebruik van de KAISR V2 maakt Massive Air derhalve inbreuk op het model.
22. Het bovenstaande leidt ertoe dat het inbreukverbod naar het voorlopig oordeel van het hof door de voorzieningenrechter terecht is toegewezen, dat de principale grieven 11, 12 en 13 falen, dat Fatboy geen belang heeft bij behandeling van incidentele grief 3 en het dat vonnis in zoverre zal worden bekrachtigd.
De andere modelrechtelijke vorderingen: de daartegen gerichte (incidentele)grieven
23. De incidentele grieven 1, 2, 4 (deels blijkens de toelichting op die grief in punt 101) en 5 richten zich onder meer tegen de afwijzing van de in rechtsoverweging 2, onder 1 (wat betreft het afgewezen verbod van gebruik van de KAISR V1), 4 en 5 genoemde vorderingen, voor zover gebaseerd op het modelrecht. Ter onderbouwing van deze vorderingen stelt [geintimeerde 1] c.s. dat onder de omstandigheden van dit geval ook inbreuk is of dreigt te worden gemaakt op het model door het leveren van een niet-inbreukmakend product op grond van geaccepteerde bestellingen/ investeringen op basis een getoonde afbeeldingen van de KAISR V1 en de KAISR V2 hierna ook: oude bestellingen – en dat dit handelen toewijzing van die vorderingen (een verbod van het gebruik van de KAISR V1 en voormelde “rectificaties”) rechtvaardigt.
24. Tijdens het pleidooi is het tweede kort geding en (de gevolgen van toewijzing van) de daarin door [geintimeerde 1] c.s. ingestelde reconventionele vorderingen aan de orde gesteld. Bij vonnis van 14 juli 2016 heeft de voorzieningenrechter de reconventionele vorderingen van [geintimeerde 1] c.s. deels toegewezen.
25. Nu Fatboy blijkens haar opnieuw geformuleerde petitum in haar memorie van antwoord in principaal appel tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel niet een verbod om de KAISR V1 te gebruiken vordert en de voorzieningenrechter in het tweede kort geding op een reconventionele vordering van [geintimeerde 1] c.s. Massive Air heeft verboden alternatieve ligzakken te leveren aan personen of bedrijven in de Europese Unie die op basis van en informatie over de KAISR V1 of KAISR V2 bestellingen hebben gedaan zonder deze personen of bedrijven de gelegenheid te bieden hun bestelling te annuleren tegen retournering van de aankoopprijs, heeft zij in zoverre geen belang bij haar grieven.
26. Wat betreft de gevorderde rectificaties oordeelt het hof als volgt. De voorzieningenrechter heeft in het tweede kort geding in reconventie Massive Air bevolen op de website www.indiegogo.com, op dezelfde plaats waar reclame werd gemaakt voor de KAISR V1 en/of de KAISR V2 het volgende bericht te (laten) tonen:
“
Rectification for EU based backers
Via this website we have published and offered for sale an air lounge with the trademark KAISR Original. The preliminary injunction judge of the District Court in the Hague, the Netherlands, has ordered us to publish that that product is not the first air lounge developed and that the air lounge we offered was jugded, in a preliminary judgment, to be an infringement in the European Union of the design of mr. [geintimeerde 1] . We are also ordered to announce that we have to offer those persons or companies in the European Union who have ordered the infringing product the choise to either receive a non-infringing and therefore differently shaped product or to receive a refund;”
Mede in aanmerking nemende
- dat geen inbreukmakende producten in de Europese Unie op de markt zijn gebracht en ook niet aannemelijk is dat dat zal gebeuren;
- dat de verweten inbreukmakende handelingen – het aanbieden van de inbreukmakende KAISR V1 en V2 – in het verleden hebben plaatsgevonden en inmiddels zijn gestaakt;
- dat voormeld inbreukmakend handelen slechts reden zou kunnen zijn voor een verplichting tot schadevergoeding door Massive Air, nu thans nog geen leveringen naar aanleiding van oude bestellingen hebben plaatsgevonden,
- dat Massive Air betwist dat Fatboy door deze handelingen schade heeft geleden of zal lijden; (waarbij het hof overigens nog opmerkt dat niet duidelijk is of het vermeende recht op vermeende schadevergoeding die (mede) is gebaseerd op handelingen in het verleden, aan Fatboy toekomt nu niet gesteld is dat die rechten zijn overgedragen),
is er, gelet op voormelde bevelen in het tweede kort geding vonnis, op dit moment geen spoedeisend belang bij toewijzing van de in rechtsoverweging 2, onder 4 vermelde vordering.
Dit geldt ook voor de in rechtsoverweging 2, onder 5 vermelde (niet toegewezen) vordering tot het verzenden van een rectificerende bericht aan alle personen in de EU die een KAISR V1 of KAISR V2 hebben besteld. Ten aanzien daarvan geldt naar voorlopig oordeel bovendien dat, gelet op voormelde omstandigheden en de onbetwiste stelling van Massive Air dat het schrijven van persoonlijke brieven aan backers zeer ingrijpend en nadelig voor haar is, het belang van Massive Air bij afwijzing van die rectificatievordering naast de al toegewezen rectificatie op dit moment zwaarder weegt dan het belang van Fatboy bij toewijzing van daarvan.
27. Op grond van het bovenstaande kunnen deze grieven in de zaak tussen Massive Air en Fatboy niet slagen, althans niet tot vernietiging leiden, zodat het bestreden vonnis ook in zoverre zal worden bekrachtigd.
28. Het hof merkt nog op dat Fatboy geen grief gericht heeft tegen het oordeel van de voorzieningenrechter over de vordering, vermeld in rechtsoverweging 2, onder 3, welke zij wel heeft herhaald in haar memorie van antwoord, tevens memorie van grieven (in het petitum onder 2) en dat zij overigens op grond van het bovenstaande en het wel toegewezen verbod (in dit eerste kort geding) ook daarbij geen spoedeisend belang heeft.
De proceskosten in eerste aanleg
29. Principale grief 14 richt zich tegen de veroordeling van Massive Air in de proceskosten in eerste aanleg. Ter toelichting daarop stelt Massive Air slechts dat het inbreukverbod door de voorzieningenrechter ten onrechte is toegewezen. Nu het hof dit oordeel niet deelt, faalt de grief.