Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 19 juli 2016
[naam],
de Staat der Nederlanden (ministerie van Veiligheid en Justitie),
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Op basis van deze informatie acht ik betrokkene detentiegeschikt en ondersteun ik gratie op medische gronden niet.
De medisch adviseur heeft geadviseerd de afspraken bij het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam aldaar doorgang te laten vinden en hij heeft verder uitdrukkelijk aangegeven dat de zorg die [appellante] nodig heeft voor haar psychische problemen in detentie geleverd kan worden. Dit laatste betekent dat de depressieve stoornis die gepaard gaat met gegeneraliseerde angst (ondanks haar matige begaafdheid, verhoogde beïnvloedbaarheid en de andere persoonskenmerken die de psychiater heeft genoemd) in detentie behandeld kan worden. Dat de stoornis door de detentie zal (kunnen) verergeren, met een risico op decompensatie, zoals de psychiater heeft geschreven, doet onvoldoende af aan de mogelijkheden om in detentie de nodige medische zorg te leveren (waarover de psychiater zich niet uitlaat). Bij verergering van de depressie zal daarvoor in detentie de zorg kunnen worden verleend. Niets wijst er op dat het risico op decompensatie zodanig groot of de mogelijke decompensatie zodanig ernstig is, dat de medisch adviseur niet tot zijn advies heeft kunnen komen en dat het onrechtmatig is om de gevangenisstraf (met zorgverlening) nu ten uitvoer te leggen.