ECLI:NL:GHDHA:2016:2061
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- E.A. Mink
- A.N. Labohm
- L.F.A. Husson
- Rechtspraak.nl
Verlening van een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 2 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlening van een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, geboren in 1998. De Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden, had op 27 mei 2016 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kinderrechter van 24 mei 2016, waarin het verzoek om een spoedmachtiging werd afgewezen. De kinderrechter had geoordeeld dat de situatie van de jeugdige niet zodanig urgent was dat de zitting van 7 juni 2016 niet kon worden afgewacht.
De Raad stelde dat er grote zorgen waren over de ontwikkeling van de jeugdige, die feitelijk zwervend was en geen contact met haar had. De jeugdige had zich onttrokken aan behandeling en verkeerde in een onveilige situatie, onder andere door haar omgang met een oudere vriend die vermoedelijk in het criminele circuit zat. Het hof oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren dat onmiddellijke jeugdhulp noodzakelijk was en dat de behandeling op de zitting van 7 juni 2016 niet kon worden afgewacht zonder gevaar voor de jeugdige.
Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en een spoedmachtiging verleend om de jeugdige in een gesloten accommodatie te plaatsen, met ingang van de uitspraak tot en met 7 juni 2016. Deze beslissing is genomen met inachtneming van de wettelijke vereisten voor het verlenen van een spoedmachtiging, zoals vastgelegd in de Jeugdwet en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.