Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 19 juli 2016
[appellant],
Het geding
De beoordeling van het hoger beroep
eerste griefberoept [appellant] zich erop, dat Eneco bij hem het gerechtvaardigd vertrouwen van definitieve afrekening van geleverde energie heeft gewekt met drie hierna nader omschreven nota’s van 27 mei 2010, van 10 juni 2010 en van 16 juni 2010, de daaropvolgende telefonische bevestigingen van Eneco aan hem dat die nota’s juist waren en het gegeven dat ter vaststelling van die nota’s een monteur bij hem langs is geweest ter controle van de meterstanden. Volgens hem heeft Eneco haar recht op betaling van het gas verwerkt.
tweede grief, waarmee [appellant] een beroep deed op verjaring/verval van de vordering geen behandeling meer behoeft.
vierde griefklaagt [appellant] erover dat de kantonrechter zijn vordering in reconventie niet heeft behandeld en niet heeft toegewezen. [appellant] heeft in zijn conclusie van antwoord de rechtbank verzocht Eneco op te dragen de toen reeds afgesloten gas- en elektra-aansluitingen te herstellen althans weer aan te laten sluiten.
derde grief(betreffende rente en kosten) en de
vijfde grief(een algemene) wordt aangehouden.