Uitspraak
1.Het beklag
[beklaagde]niet te vervolgen ter zake van mishandeling.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 juli 2016 uitspraak gedaan over een beklag dat was ingediend door een klager tegen de beslissing om een politieman niet te vervolgen voor mishandeling. Het beklag was gericht tegen de beslissing van de waarnemend hoofdofficier van justitie te Den Haag om de beklaagde politieman niet te vervolgen na een incident dat plaatsvond op 6 september 2014. Klager, een 14-jarige jongen, had aangifte gedaan van mishandeling door de beklaagde en zijn collega tijdens een aanhouding. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van het incident grondig onderzocht, inclusief verklaringen van beide partijen en camerabeelden. Het hof concludeerde dat de aanhouding van klager rechtmatig was, maar dat de toegepaste geweldsmiddelen niet altijd proportioneel waren. Het hof oordeelde dat de laatste fase van de geweldstoepassing door de beklaagde niet proportioneel was, maar dat dit niet leidde tot strafrechtelijke vervolging. Het beklag werd deels gegrond verklaard, maar de beslissing om de beklaagde niet te vervolgen werd afgewezen.