Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.Het verloop van het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
- ii) De grossen van bovengenoemde beschikkingen zijn aan de man betekend.
- iii) De man houdt de helft van de aandelen op naam in de vennootschap Meijer2 Beheer; zijn huidige partner ([partner]) is houder van de andere helft. Meijer2 Beheer is een stamrecht B.V. Op 4 september 2015 heeft de heer Harskamp op verzoek van de vrouw en uit kracht van de beschikkingen de op naam van de man staande aandelen in Meijer2 Beheer in executoriaal beslag genomen. Bij brief van dezelfde datum is daarvan mededeling gedaan aan de man. Het proces-verbaal van inbeslagneming is op 14 september 2015 aan de man betekend.
grief 1 in principaal appelklaagt de man dat de rechtbank ten onrechte het verzoek van de vrouw tot verkoop van de aandelen heeft toegewezen. De man betwist dat hij nog een bedrag van € 100.000,- aan alimentatie is verschuldigd. Hij stelt dat hij een tegenvordering op de vrouw heeft van € 45.000,- (naar het hof begrijpt: uit hoofde van de verdeling van de gemeenschap) en van € 14.000,- (wegens onverschuldigd betaalde kinderalimentatie). De man voert verder aan dat zijn financiële positie steeds verder verslechtert en dat hij daarom een verzoek aanhangig heeft gemaakt om de partneralimentatie per 1 januari 2013 te verminderen. Tot slot wijst de man erop dat de openbare verkoop van de aandelen hem nog meer schade zal berokkenen en dat hij in dat geval een behoorlijke claim van de belastingdienst zal kunnen verwachten.
grieven 2 en 3 in principaal appellenen zich voor gezamenlijke behandeling. De man voert aan dat de rechtbank ten onrechte heeft beslist dat er geen minimale verkoopprijs van € 100.000,- dient te worden gehanteerd. De man vreest dat de aandelen zonder minimumprijs voor een zodanig laag bedrag zullen worden verkocht dat de schade die hij lijdt als gevolg van de verkoop, niet opweegt tegen het belang van de vrouw bij de aflossing op de schuld.