ECLI:NL:GHDHA:2016:1676

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
9 juni 2016
Publicatiedatum
10 juni 2016
Zaaknummer
2200485215
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hennepteeltzaak na hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 23 oktober 2015. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur, subsidiair 30 dagen hechtenis, wegens hennepteelt. De tenlastelegging betrof het opzettelijk telen van een groot aantal hennepplanten in de periode van 16 april 2013 tot en met 2 juni 2013 te Stellendam, gemeente Goeree-Overflakkee. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een zwaardere straf, namelijk een taakstraf van 150 uur, subsidiair 75 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Hierdoor is de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van het onderzoek tijdens de terechtzittingen in eerste aanleg en het hoger beroep, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De uitspraak is gedaan in een openbare terechtzitting, waarbij mr. P.J. van der Flier niet in staat was het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004852-15
Parketnummer: 10-100507-15
Datum uitspraak: 9 juni 2016
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 23 oktober 2015 in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag],
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 26 mei 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uur, subsidiair 30 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 16 april 2013 tot en met 2 juni 2013 te Stellendam, gemeente Goeree-Overflakkee tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad op één of meer (daarvoor vrijgemaakte) velden in het Scheelhoekbos een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1000, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 150 uur, subsidiair 75 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. H. van den Heuvel, mr R.C. Schlingemann en mr. P.J. van der Flier, in bijzijn van de griffier mr. M.V. Roza.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 9 juni 2016.
Mr. P.J. van der Flier is buiten staat dit arrest te ondertekenen.