ECLI:NL:GHDHA:2016:1251

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
17 mei 2016
Publicatiedatum
4 mei 2016
Zaaknummer
200.182.602-01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de vernietiging van een besluit van de Vereniging van Eigenaren over de afrekening van stookkosten

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Vereniging van Eigenaren (VvE) te Waddinxveen tegen een eerdere beslissing van de kantonrechter. De VvE had bezwaar gemaakt tegen de eindafrekening van de stookkosten voor het stookseizoen 2013/2014, die door de beheerder aan de appartementseigenaren was verzonden. De appartementseigenaar, [verweerder], had bezwaar gemaakt tegen deze afrekening, omdat de keukenradiatoren in zijn appartement niet waren voorzien van meters, wat leidde tot een oneerlijke verdeling van de kosten. De kantonrechter had in zijn eindbeschikking van 24 november 2015 het besluit van de VvE om de afrekening te handhaven vernietigd, omdat dit in strijd was met de redelijkheid en billijkheid. De VvE ging in hoger beroep tegen deze beslissing.

Tijdens de mondelinge behandeling op 25 april 2016 heeft het hof de grieven van de VvE beoordeeld. Het hof oordeelde dat de VvE niet-ontvankelijk was in haar verzoek tot vernietiging van het besluit van de ALV van 11 november 2014, omdat er geen rechtsgeldig besluit was genomen over de wijziging van de afrekening van de stookkosten. Het hof concludeerde dat de discussie over de afrekening tijdens de vergadering niet als een besluit kon worden aangemerkt, en dat de VvE niet had voldaan aan de vereisten voor een rechtsgeldige besluitvorming. Het hof vernietigde de eerdere beschikkingen van de kantonrechter en veroordeelde [verweerder] in de kosten van de procedure.

De uitspraak van het hof benadrukt het belang van duidelijke besluitvorming binnen een VvE en de noodzaak om de redelijkheid en billijkheid in acht te nemen bij het vaststellen van kostenverdelingen. De uitspraak heeft implicaties voor de manier waarop VvE's besluiten nemen en hoe appartementseigenaren hun rechten kunnen uitoefenen.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.182.602/01
Zaaknummer rechtbank : 3659940 \ EJ VERZ 14-85061

beschikking van 17 mei 2016 (bij vervroeging)

inzake

VERENIGING VAN EIGENAARS[…]([…]) TE WADDINXVEEN,

gevestigd te Waddinxveen,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de VvE,
advocaat: mr. J.H. Pelle te Den Haag,
tegen

[naam] ,

wonende te [woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: [verweerder] ,
advocaat: mr. M.W. Kempe te Alphen aan den Rijn.

Het geding

Bij op 24 december 2015 ontvangen beroepschrift, met daarin opgenomen zeven grieven, (met bijlagen) is de VvE in hoger beroep gekomen van de tussen- en eindbeschikking (ex artikel 5:130 BW) van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Gouda, (hierna: de kantonrechter), respectievelijk van 25 augustus 2015 en 24 november 2015. [verweerder] heeft bij verweerschrift in hoger beroep (met producties) de grieven bestreden. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 april 2016. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt. Vervolgens is uitspraak bepaald.

Beoordeling van het hoger beroep

De vaststelling van de feiten door de kantonrechter in rechtsoverweging 1 (1.1 tot en met 1.9) van de tussenbeschikking van 25 augustus 2015 staat niet ter discussie, zodat het hof hier ook van uitgaat.
Kort en zakelijk weergegeven en voor zover in hoger beroep van belang, gaat het geschil om het volgende.
(2.1) Het appartementencomplex […] te Waddinxveen telt 40 appartementen. [verweerder] is appartementseigenaar van nummer […] (hierna: het appartement). Hij heeft dit appartement verhuurd.
(2.2) Het appartementencomplex heeft één verwarmingsketel, die het hele complex verwarmt. De gemeenschappelijke energierekening wordt betaald door de VvE. De energiekosten, bestaande uit een deel vaste kosten – hierover is geen geschil – en een deel variabele kosten, worden doorberekend aan de diverse appartementseigenaren.
(2.3) Op de VvE-vergadering van 21 april 2011 is het advies (in de offerte) van de ( warmtemeterservice)firma WMS aan de orde geweest tot plaatsing van radiografisch uitleesbare warmtemeters, waarbij tevens aan de orde is geweest dat de keukenradiatoren niet van meters voorzien zullen worden omdat men verwachtte dat, als het pand regelmatig verwarmd wordt, de stookkosten teruggedrongen zullen worden.
(2.4) De variabele kosten worden volgens een bepaalde verdeelsleutel (afhankelijk van het geregistreerde aantal verbruikseenheden) doorberekend aan de diverse appartementseigenaren. De hoogte van een verbruikseenheid wordt bepaald door de totale variabele energiekosten te delen door de geregistreerde verbruikseenheden. Hierover is na te melden geschil ontstaan.
(2.5) [verweerder] heeft op 9 oktober 2014 de afrekening stookkosten van zijn appartement over het stookseizoen 2013/2014 van de beheerder van de VvE ontvangen. [verweerder] diende per saldo (na verrekening van de betaalde voorschotten) een bedrag van € 3.215,71 bij te betalen (hierna: de eindafrekening). In de betreffende periode waren slechts de keukenradiatoren, zoals hiervóór in rechtsoverweging 2.3 vermeld, niet van meters voorzien. De eigenaren/bewoners die alleen de keukenradiator gebruikten, hadden een lage afrekening en degenen die alle radiatoren gebruikten een extreem hoge afrekening. Het aantal geregistreerde verbruikseenheden bedroeg over de betreffende periode aanzienlijk minder dan de jaren daarvóór en het jaar daarna, waardoor de kosten per verbruikseenheid relatief hoog waren. [verweerder] heeft bij de VvE bezwaar gemaakt tegen de eindafrekening.
(2.6) Op 11 november 2014 heeft een vergadering van de VvE (hierna ook: de ALV) plaatsgevonden. Agendapunt 9 betrof “Goedkeuring bemetering keuken radiatoren”. In de notulen van deze vergadering is hierover genoteerd:
“Mevrouw […] brengt het voorstel tot het bemeteren in stemming.Besluit:Met vijf stemmen tegen, tien onthoudingen en 104 stemmen voor, wordt het voorstel tot het bemeteren van de keukenradiatoren aangenomen.”Onder dit zelfde agendapunt is ook de discussie weergegeven over de hoge stookkosten/de stookafrekening 2013/2014 en de mogelijke oplossingen daarvoor, een en ander zoals weergegeven in de bestreden tussenbeschikking in rechtsoverweging 1.5. (Het hof komt hier nog op terug in rechtsoverweging 7.) Deze discussie is besloten met de opmerking:
“Het staat een ieder vrij om voor de volgende vergadering een voorstel te doen waarover gestemd kan worden.”(2.7) Op verzoek van [verweerder] heeft op 30 maart 2015 een extra ALV plaatsgevonden. Als belangrijkste punt stond op de agenda:
“Bespreking cq. goedkeuring voorstel van de heer [verweerder] inzake herverdeling afrekening stookkosten (zie bijlage en toelichting).”Het voorstel om te kiezen voor een andere berekeningswijze voor de stookkosten over 2013/2014 is toen verworpen. De notulen vermelden in dit verband:
1e stemming: Zijn de leden bereid om te kiezen voor een andere berekeningswijze voor stookkosten over 2013/2014?- Voor: […]= 61 stemmen- Tegen: [….]= 72 stemmen- Onthoudingen: […] = 12 stemmenHet voorstel is hiermee verworpen. […]”(2.8) Inmiddels zijn op alle keukenradiatoren meters geplaatst.
[verweerder] heeft zich vervolgens op 9 december 2014 tot de kantonrechter gewend met een (voorlopig) verzoekschrift, waarbij hij, voor zover thans nog van belang, het volgende heeft verzocht, dit met verwijzing naar diverse producties (waaronder de brief van 24 november 2014 van zijn advocaat aan de VvE met het verzoek tot aanpassing van de eindafrekening 2013/2014 wegens strijd is de redelijkheid en billijkheid):
I. vernietiging van het besluit d.d. 11 november 2014 van de ALV van de VvE tot in stand lating van de berekening van de afrekening energiekosten 2013/2014 van alle eigenaars en in het bijzonder van verzoeker;
II. veroordeling van de VvE in de proceskosten.
De kantonrechter heeft op de formele weren van de VvE, kort weergegeven, als volgt beslist.
(i) Het verzoek is voldoende duidelijk verwoord en ook de gronden zijn voldoende duidelijk omschreven (tussenbeschikking rechtsoverweging 4.3).
(ii) Op de vergadering van 11 november 2014 is in ieder geval in materiële zin een besluit genomen met een voldoende aantal stemmen, zodat het besluit (hierna: ‘het besluit’) rechtsgeldig wordt geacht (rechtsoverweging 11 eindbeschikking).
Wat betreft de inhoudelijke vraag heeft de kantonrechter ‘het besluit’ in strijd met de redelijkheid en billijkheid geacht. Vervolgens heeft de kantonrechter bij eindbeschikking van 24 november 2015 voormeld ‘besluit’ van de algemene ledenvergadering van de VvE van 11 november 2014 tot instandlating van de berekening van de energiekosten 2013/2014 van alle eigenaars vernietigd. De VvE is daarbij in de proceskosten veroordeeld. Het meer of anders verzochte is daarbij afgewezen.
De VvE is tegen deze beslissingen van de kantonrechter opgekomen. Met de grieven 1 en 2 klaagt de VvE over de verwerping van haar formele weren, zoals hiervóór door het hof kort weergegeven in rechtsoverweging 4 (i). Grief 3 bevat als klacht dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat er op de ALV van 11 november 2014 een besluit over de wijziging van afrekening van de stookkosten 2013/2014 is genomen. Met de grieven 4 tot en met 7 wordt geklaagd over het oordeel dat het ‘besluit’ is genomen in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, alsmede de daaruit voortvloeiende vernietiging ervan en de proceskostenveroordeling.
Beoordeling van de grieven 1 en 2
Deze grieven worden verworpen. Het hof deelt de overweging van de kantonrechter hierover (rechtsoverweging 4.3 tussenbeschikking). Hoewel de VvE met juistheid aanvoert dat een verzoek tot vernietiging niet ‘voorlopig’ en ‘op nader aan te voeren gronden’ kan worden gedaan, stelt het hof mét de kantonrechter vast dat de gronden en het verzoek, mede gelet op de bijgevoegde brief van 24 november 2014 waar [verweerder] in zijn verzoekschrift naar verwijst en die onmiskenbaar betrekking heeft op het geschilpunt tussen partijen, in het inleidend verzoek toereikend zijn weergegeven. Dat ook de VvE dit toen zo heeft begrepen blijkt bovendien uit haar uitvoerig verweer.
Beoordeling van grief 3
Deze grief slaagt. Naar het oordeel van het hof is er op de ALV van 11 november 2014 geen ‘besluit over de wijziging van afrekening van de stookkosten 2013/2014’ genomen, waarvan op grond van artikel 5:130 BW vernietiging kan worden verzocht aan de rechter. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
- In de eerste plaats verdient opmerking dat de kwestie van de afrekening stookkosten niet was geagendeerd. De omschrijving van agendapunt 9 (
Goedkeuring bemetering keuken radiatoren) kan niet als zodanig gelden. Dit geldt des te sterker nu de bemetering van de keukenradiatoren, naar het hof begrijpt, juist gevolgen voor de toekomst zou kunnen hebben, terwijl de door [verweerder] gewenste herverdeling van de energiekosten over 2013/2014 het verleden betrof. De niet ter vergadering verschenen stemgerechtigde leden hoefden er onder deze omstandigheden geen rekening mee te houden dat deze door [verweerder] opgebrachte kwestie tot besluitvorming ter vergadering zou kunnen leiden.
- Daarnaast blijkt uit de notulen (deels geciteerd in de tussenbeschikking) dat ter vergadering over de herverdeling stookkosten 2013/2014 in feite alleen een gedachtewisseling is geweest tussen diverse aanwezigen – het hof spreekt in rechtsoverweging 2.6 over een ‘discussie’ –, die is afgesloten met de opmerking van de voorzitter van het bestuur:
“Het staat een ieder vrij om voor de volgende vergadering een voorstel te doen waarover gestemd kan worden.”Ook dit wijst slechts op een gedachtewisseling, niet op een besluit.
- Voorts verdient opmerking dat de besluitvorming over het geagendeerde agendapunt 9 (Goedkeuring bemetering keuken radiatoren) uitvoerig en precies in de notulen is vastgelegd (zie rechtsoverweging 2.6 van dit arrest), terwijl over het door [verweerder] genoemde ‘besluit’ niets als zodanig in deze notulen is vastgelegd.
- Tot slot is over de kwestie in navolging van voormelde opmerking van de voorzitter een extra vergadering belegd (op 30 maart 2015), waarop als agendapunt de herverdeling van de afrekening stookkosten 2013/2014 conform het voorstel van de heer [verweerder] is geagendeerd, besproken en verworpen. Ook dit wijst niet op een besluit hierover door de ALV van 11 november 2014.
Het slagen van grief 3 heeft tot gevolg dat de kantonrechter ten onrechte een inhoudelijk oordeel heeft gegeven over de vraag of de afrekening stookkosten 2013/2014 zich verdraagt met de redelijkheid en billijkheid. De bestreden beschikkingen zullen worden vernietigd en beslist zal worden als na te melden. Het hof komt aan bespreking van de overige grieven niet toe. [verweerder] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.

Beslissing

Het hof:
- vernietigt de tussen partijen gewezen beschikkingen,
en
opnieuw rechtdoende:
  • verklaart [verweerder] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot vernietiging van het door hem als zodanig omschreven ‘besluit’ d.d. 11 november 2014 van de ALV van de VvE tot in stand lating van de berekening van de afrekening energiekosten 2013/2014 van alle eigenaars en in het bijzonder van [verweerder] ;
  • veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van de VvE tot 24 november 2015 begroot op € 600,-- aan salaris gemachtigde;
  • veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van de VvE tot op heden begroot op € 711,-- aan verschotten en € 1264,-- aan salaris advocaat.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.A.F. Tan-de Sonnaville, T.G. Lautenbach en
C.G. Beyer-Lazonder en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2016 in aanwezigheid van de griffier.