Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer (hoofdzaak): 200.181.753/01 SKG
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak betreft het een verzoek tot wraking van de voorzitter en raadsheren van de wrakingskamer in een civiele procedure. Het wrakingsverzoek werd ingediend door [verzoekster] op 22 februari 2016, na een zitting op 19 februari 2016. Tijdens deze zitting waren de gewraakte rechters aanwezig, te weten T.E. van der Spoel als voorzitter, M.J. van der Ven en W.M.G. Visser. De wrakingskamer heeft op 18 maart 2016 een mondelinge behandeling van het verzoek gehouden, maar niemand is verschenen, inclusief [verzoekster].
De gronden voor het wrakingsverzoek omvatten onder andere de onbegrijpelijke afwijzing van het verzoek om de behandeling achter gesloten deuren te laten plaatsvinden, de onduidelijkheid over de beslissing van de voorzitter en de weigering om inzage te geven in een e-mail van mr. Toorman. De wrakingskamer heeft de argumenten van [verzoekster] beoordeeld en geconcludeerd dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die duidden op vooringenomenheid van de rechters. De beslissing om de zitting openbaar te houden werd als niet onbegrijpelijk beschouwd, en de mededeling van de voorzitter na de zitting werd gezien als een menselijk gebaar.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, met de overweging dat de rechters uit hoofde van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er zwaarwegende aanwijzingen zijn voor het tegendeel. De beslissing is genomen op 1 april 2016 en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.