"Artikel 54 (Distinction between Capital and Income)
1. When income, whether temporary or lifetime, as well as contributions made to supplementary schemes to Social Security which qualify as pensions, include amounts paid that are also reimbursements of capital invested, the corresponding part of capital contributions will be deducted from the taxable amount.
2. When the corresponding capital portion cannot be distinguished from the yield, the totality of the amount to be deducted for tax purposes, will be an amount equal to 85%.
3. If the contributions establishing the pension fund were made by a person or entity other than the beneficiary and were not subject to taxation, the conditions outlined in 1) and 2) are not applicable.
4. Contributions referred to in Article 2, n° 3, line b), n° which benefited from tax exemption are considered as having not been subject to taxation as regards the contributions made on behalf of the beneficiary."
11. Uit de tekst van artikel 18 van het Verdrag leidt de rechtbank af dat voor pensioen- en lijfrentetermijnen als uitgangspunt geldt dat de staat waarvan de belastingplichtige inwoner is, bevoegd is om deze termijnen in de belastingheffing te betrekken (woonstaatheffing). Van dit uitgangspunt moet worden afgeweken indien voldaan wordt aan de voorwaarden van het tweede lid van genoemd artikel. Op grond van dit tweede lid mag de bronstaat (Nederland) het pensioen in de belastingheffing betrekken indien voldaan wordt aan ieder van de volgende voorwaarden:
( a) de aanspraak op het pensioen in Nederland is vrijgesteld of de bijdragen aan de pensioenregeling of de verzekeringsmaatschappij zijn in het verleden bij het bepalen van het belastbare inkomen in Nederland in aftrek gebracht dan wel anderszins in Nederland in aanmerking gekomen voor fiscale facilitering;
( b) het pensioen in Portugal wordt voor minder dan 90 procent in de belastingheffing betrokken of aldaar niet belast naar het algemene tarief geldend voor inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid;
( c) het brutobedrag van het pensioen in het kalenderjaar bedraagt meer dan € 10.000.
12. Tussen partij en is niet in geschil dat aan de onder 11 in onderdeel (a) en onderdeel (c) opgenomen voorwaarden is voldaan. In geschil is daarom alleen of het brutobedrag van het pensioen - met inachtneming van artikel 16 van het Protocol - voor minder dan 90 procent in de belastingheffing van Portugal wordt betrokken.
13. Eiser heeft gesteld dat de Portugese tekst van artikel 16 van het Protocol op dit punt afwijkt van de Nederlandse tekst. Op grond van artikel 34 van het Verdrag is de Engelse tekst beslissend ingeval de Nederlandse en Portugese tekst verschillend kunnen worden uitgelegd. De Engelse tekst van artikel16 van het Protocol luidt, voor zover hier van belang:
"With respect to subparagraph b) of paragraph 2 of Article 18, it is understood that the generally applicable tax allowance that may be deducted from the tax base in Portugal on a pension ( .. ), is not by itself a circumstance to conclude that a pension ( .. ) is not taxed at the generally applicable rate for income from dependent personal services, or that less than 90 per cent of the gross amount of the pension ( .. ) is taxed."
14. Uit de Engelse tekst onder 13 leidt de rechtbank af dat het moet gaan om een "algemeen geldende (belasting) aftrek die in mindering mag worden gebracht op de belastinggrondslag in Portugal over pensioen.". Vaststaat dat in het geval van eiser artikel 54, tweede lid, van de PIT is toegepast op grond waarvan 85% van het bruto pensioen op forfaitaire wijze buiten de belastinggrondslag is gebleven. Op grond van dit artikel wordt 85 procent van het pensioen geacht betrekking te hebben op de terugbetaling van kapitaal waarover Portugal geen belasting heft.
15. De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 54, tweede lid, van de PIT toegepaste vermindering van 85% van het bruto pensioen, geen "algemeen geldende (belasting) aftrek is die in mindering mag worden gebracht op de belastinggrondslag in Portugal over pensioen" als bedoeld in artikel 16 van het Protocol. Immers tot de belastinggrondslag - dit is het bedrag waarover na vermindering van algemeen geldende aftrekken het tarief wordt toegepast - wordt gerekend het bruto pensioen nadat dit al is verminderd op grond van artikel 54, tweede lid, van de PIT. Dit spoort ook met de in [3.3] vermelde aangifte waarin slechts 15% van het bruto pensioen is aangegeven. Bovendien heeft artikel 54, tweede lid, van de PIT slechts betrekking op pensioenen, lijfrenten en daarmee vergelijkbare inkomsten, zodat deze vermindering het karakter van een algemene aftrek ontbeert. Daarom stelt de rechtbank vast dat de pensioenuitkering voor minder dan 90% in de Portugese belastingheffing is betrokken waarmee ook voldaan is aan de voorwaarde opgenomen in artikel 18, tweede lid, onder b, van het Verdrag. Daarmee faalt eisers primaire standpunt.
16. De rechtbank passeert eisers subsidiaire standpunt nu daaraan kennelijk de veronderstelling ten grondslag ligt dat artikel 54 van de PIT niet van toepassing zou zijn, hetgeen naar het oordeel van de rechtbank onjuist is.
17. Gelet op hetgeen hiervoor onder 15 en 16 is overwogen dient het beroep ongegrond te worden verklaard.”