Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
mr. Chr.A. Baardman en mr. A.H. de Wild, in bijzijn van de griffier mr. C.J.A. Sabatier.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Afghanistan in 1991, was beschuldigd van diefstal in vereniging, gepleegd op 28 april 2014 te Zoetermeer. De tenlastelegging betrof het wegnemen van laptops en camera's uit een woning, waarbij de verdachte en medeverdachten zich toegang tot de woning zouden hebben verschaft door middel van braak.
Tijdens de rechtszittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs was voor een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de politierechter zou worden vernietigd en dat de verdachte tot een gevangenisstraf van drie maanden zou worden veroordeeld. Echter, het hof heeft vastgesteld dat de enkele aanwezigheid van de verdachte in de flat niet voldoende was om wettig en overtuigend bewijs te leveren voor zijn betrokkenheid bij de woninginbraak.
Het hof heeft de verklaringen van de aangever en de bevindingen van de politie in overweging genomen, maar concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor een nauwe samenwerking bij de gepleegde inbraak. Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op de zitting van 18 februari 2015.