Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Jiaxing Zhonghua Chemical Co. Ltd,
3.Ningbo Wanglong Technology Co. Ltd,
1.Het geding
2.Feiten
3.De techniek
fed-batchof
semi-batch. In continue procesvoering worden de reactanten continu toegevoegd en het reactieproduct continu afgevoerd. Continue procesvoering kan met een
continuous stirred tank reactor(CSTR) of, zoals het octrooi voorschrijft, een propstroomreactor (
plug flow reactorof PFR).
plug flowis de situatie waarin het reactiemengsel in de reactor, doorgaans een buisreactor, in de stromingsrichting (axiale richting) ongemengd is. In de richting loodrecht op de stroming (de radiale richting) is de menging juist volledig. De samenstelling van het reactiemengsel is daardoor op iedere dwarsdoorsnede in de buis gelijk. Het mengsel gaat als prop of
plugdoor de reactor. Door de continue uniforme stroom zullen alle reactanten zich in principe even lang in de reactor bevinden. De concentratie reactanten daalt geleidelijk met de afstand die het mengsel aflegt in de reactor.
4.Het geschil
5.Beoordeling
hotsale” op de ook in de Engelse taal gestelde website ‘zhhhg.com’, die kennelijk door Jiaxing wordt geëxploiteerd gelet op haar naamsvermelding en auteursrecht claim (R.16). Bij e-mail gedateerd 22 mei 2014 heeft Jiaxing 500 kg van het door haar geproduceerde vanilline aangeboden voor levering naar Rotterdam (R.18). Dat deze aanbieding de levering CIF betrof doet er niet af dat er sprake is van ‘aanbieden’ in de zin van artikel 53 lid 1 Rijksoctrooiwet (ROW). De in Nederland gevestigde onderneming Fromatech.com heeft bij e-mail van 19 februari 2014 verklaard “
Jiaxing Zhonghua is the name of the producer for our current vanillin and ethyl vanillin” (R.19). Uit op 19 januari 2012 en 9 augustus 2012 gedateerde verkoopbevestigingen blijkt dat Buteressence vanilline heeft ingekocht bij de in België gevestigde onderneming Van der Helm N.V. Als oorsprong van het product is vermeld “
Jiaxing/China” (R.33 en 35). Uit een niet-bestreden lijst met exportgegevens, blijkt dat in 2013 door Jiaxing vanilline werd geëxporteerd naar vele landen binnen Europa, waaronder 37.000 kg naar Nederland (R.17.2). Gegeven deze feiten acht het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat minst genomen sprake is van dreiging van inbreuk door Jiaxing op het octrooi van Rhodia zowel in Nederland, als ook in de andere landen waar het octrooi van Rhodia gevalideerd is. De stelling van Jiaxing dat uit de exportgegevens niet noodzakelijk volgt dat zij de vanilline ook in die landen verhandelt, wordt gepasseerd, nu de enkele suggestie van de mogelijkheid van doorvoer vanuit een douanedepot in het licht van bovenstaande feiten een onvoldoende gemotiveerde betwisting is.
Global Business to Business Market Place), ook voor levering naar Nederland (R.24). Op de per mail van 29 april 2015 aan Wanglong Group gestelde vraag “
I’m looking for buying Vanillin in Netherlands. I saw on your web site that you had a network in Hollabnd, could you please indicate to me who are your distributors in Holland (if you can give me eMail adress and phone, this would be great)” wordt door Wanglong Group geantwoord: “
Pls kindly note we don’t have specified distributors in Holland, we sell our products to all customers directly. If you need, we can offer for you.” Gevraagd naar de “
best offer for 100kg of vanillin CIF Rotterdam” is op 6 mei 2014 de minimum af te nemen hoeveelheid van 500kg aangeboden. (R.25). Als gezegd doet het feit dat deze aanbieding levering CIF betrof er niet af dat er sprake is van ‘aanbieden’ in de zin van artikel 53 lid 1 ROW. Een door Buteressence bijgehouden overzicht van de ontvangst van vanilline vermeldt een “
testlevering Wanglong” met orderdatum 12 december 2012. Blijkens voornoemde lijst met exportgegevens (R.17.2) exporteerde ook Wanglong in 2013 haar vanilline naar vele landen binnen Europa, waaronder 36.000 kg naar Nederland. Gegeven deze feiten acht het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat minst genomen sprake is van dreiging van inbreuk door Wanglong op het octrooi van Rhodia zowel in Nederland, als ook in de andere landen waar het octrooi van Rhodia gevalideerd is.
Solvay / Honeywell). Aan alle partijen wordt inbreuk op dezelfde nationale delen van hetzelfde octrooi verweten. Zoals volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen maakt Buteressence gebruik zowel van de door Jiaxing, als van de door Wanglong geproduceerde vanilline. Wat Buteressence en Jiaxing respectievelijk Buteressence en Wanglong betreft, gaat het bij de inbreukvraag derhalve om de beoordeling van een en dezelfde vraag, namelijk of de door Buteressence afgenomen vanilline door Jiaxing respectievelijk Wanglong wordt geproduceerd met gebruikmaking van de door het octrooi van Rhodia onder bescherming gestelde werkwijze. Dat de productiemethoden van Jiaxing en Wanglong verschillend zouden zijn doet daar niet aan af. Het gaat immers om de samenhang van de tegen Jiaxing respectievelijk Wanglong ingestelde vorderingen met de (in dat opzicht: hoofd-)vorderingen die tegen Buteressence zijn ingesteld, niet om de samenhang tussen de vorderingen die tegen Jiaxing en Wanglong zijn ingesteld, waar Wanglong ten onrechte van uitgaat. Het verweer van Wanglong dat aan het voorzienbaarheidsvereiste dat zij afleidt uit het
Painer-arrest (HvJ EU 1 december 2011, C-145/10, ECLI:EU:C:2013:138) niet zou zijn voldaan, kort gezegd omdat Jiaxing en Wanglong geheel onafhankelijk van elkaar opereren, slaagt om diezelfde reden evenmin. Ook daar gaat Wanglong ten onrechte uit van de (afwezigheid van) samenhang tussen Jiaxing en Wanglong, daar waar de samenhang tussen Jiaxing respectievelijk Wanglong enerzijds en Buteressence anderzijds relevant is. Zoals hiervoor overwogen is die samenhang gelet op alle feiten en omstandigheden voldoende gegeven voor toepassing van artikel 7 Rv. Alles overziend heeft de voorzieningenrechter terecht ook grensoverschrijdende bevoegdheid aangenomen.
Synthesis of Vanillin and 4-Hydroxybenzaldehyde by a Reaction Scheme Involving Condensation of Phenols with Glyoxylic Acid, J. Chem. Tech. Biotechnol. 1986, 36, 38-46), hierna: Kalikar (prod. R11, W15). Dit document is (in elk geval nog bij dagvaarding in appel [1] ) door Rhodia aangemerkt als meest nabije stand van de techniek. De beschrijving van EP 627 verwijst ook naar diverse publicaties waarin de synthese van vanilline is beschreven, zoals Kirk Othmer (Encyclopedia of Chemical Technology 24, p. 812-825, 4th edition (1997) hierna: Kirk Othmer) en de octrooiaanvrage WO99/65853, welke heeft geleid tot het Amerikaanse octrooi US 6,753,441 (US 441) verleend op 22 juni 2004 voor een
Method for preparing p-hydroxymandelic compounds optionally substituted. Laatstgenoemd document vormt volgens Jiaxing (en volgens Rhodia nadat zij haar standpunt bij pleidooi heeft herzien) de meest nabije stand van de techniek (al meent Jiaxing dat ook uitgegaan kan worden van Kalikar of US 5,430,183 (US183) verleend op 4 juli 1995). In US 441 wordt de condensatiereactie uitgevoerd in een semi-batch reactor. Wanglong is niet eenduidig in hetgeen zij aanmerkt als meest nabije stand van de techniek. In haar Memorie van Antwoord en bij pleidooi gaat zij uit van de Franse octrooiaanvrage FR 2 495 137, maar haar octrooigemachtigde wijst voor het limiteringsverzoek (derhalve het octrooi in de vorm zoals thans van kracht) Kalikar aan.
parallelle reactie, waarbij tegelijkertijd zowel het parahydroxyamandelzuur als het orthohydroxyamandelzuur wordt gevormd uit dezelfde reactanten, heeft te gelden dat de gemiddelde vakman uit Kalikar zou begrijpen dat de hoeveelheid gevormde orthohydroxyamandelzuur niet significant is.
parallelleCannizzaro-reactie wordt in de beschrijving niet genoemd, ook niet in tabel 1. De tot de stand van de techniek behorende documenten ten tijde van de prioriteitsdatum, waarvan de gemiddelde vakman kennis zou hebben of nemen, leren hem hoe hij deze ongewenste reactie dient tegen te gaan. Naast Kalikar wordt deze reactie ook genoemd in diverse octrooischriften, zoals US 183 en US 441, beide betrekking hebbend op verbetering van de selectiviteit bij de synthese van vanilline. US 183 vermeldt (kolom 1, r. 35-40): “
To prevent this Cannizzaro reaction from prepondering and consuming the glyoxylic acid, FR-A-2,132,364 describes carrying out the condensation reaction is a diluted acqueous medium and at low or ambient temperature”. US 441 bevat een vergelijkbare passage (k.1, r. 27-31). De mate van verdunning in het reactiemedium en de toegepaste temperatuur (38°C) die in de in EP 627 beschreven voorbeelden zijn toegepast, lijken redelijk in overeenstemming te zijn met deze aanbevelingen.
vervolgreactiesgeldt dat het op de prioriteitsdatum tot de algemene vakkennis van de gemiddelde vakman behoorde dat met toepassing van een batch reactor of een plug flow reactor minder snel vervolgreacties zullen optreden dan het geval is bij CSTR reactoren. Dat blijkt uit diverse handboeken:
M.P. Dudukovic, “Ideal Reactors and Multiple Reactions”,een schriftelijke weergave van
lecture 6gedoceerd in oktober 2005 aan de Washington University, St. Louis, MO (W19) is op p.23, onder ‘
Summary’ vermeld: “
In consecutive reactions better yields are achievedalwaysin PFR than in a CSTR for an intermediate product.”
F.G. Helfferich,
Comprehensive Chemical Kinetics, Volume 38, 2001” (prod. W20; J58) (hierna: Helfferich) is voor eerste orde reacties op p. 107 vermeld:
two general rules” gegeven:
- If the desired product is the first or an early intermediate, batch and plug-flow tubular reactors provide better selectivity than does a continuous stirred tank reactor.
- Higher concentration of the original reactant favors the intermediates whose formation rates are of higher reaction orders than are their decay rates.
Le Page, Applied Heterogeneous Catalysis: Design, Manufacture, and Use of Solid Catalysts, Technip Editions, 1987, Ch 8, pp. 241-248” (prod. J45) (hierna: Le Page) worden PFR en CSTR reactoren met elkaar vergeleken. Ten aanzien van complexe reacties is vermeld:
vervolgreactie, derhalve de reactie waarbij het gevormde parahydroxyamandelzuur of het orthohydroxyamandelzuur met het reactant doorreageert tot di-amandelzuur, dat deze toeneemt naarmate meer parahydroxyamandelzuur of orthohydroxyamandelzuur is gevormd, derhalve naarmate de conversie is toegenomen. De hoeveelheid gewenst product neemt daarmee dus af, omdat een deel van het gewenste parahydroxyamandelzuur doorreageert tot het ongewenste di-amandelzuur, met als gevolg dat de selectiviteit afneemt. Hieruit volgt dat van de hiervoor geciteerde “general considerations” uit Le Page, de eerste van toepassing is:
the text books also describe situations where CSTR’s are better, negating the position of Jiaxing or Wanglong that the text books anyhow and always suggest to use plug flow in case of consecutive reactions.” Ter ondersteuning van zijn standpunt verwijst hij onder meer naar een passage op p. 93 van Helfferich, luidend: “
(…) if P, formed by the higher order step, is the desired product, a tubular or batch reactor gives the better selectivity; and if Q is required, a continuous stirred tank reactor does”. Die passage komt evenwel uit hoofdstuk 5.2 van genoemd handboek, getiteld
parallel stepsen ziet niet op vervolgreacties, die in deze publicatie pas aan de orde komen vanaf p. 104 in hoofdstuk 5.4 getiteld
sequential steps. In dat hoofdstuk is de hiervoor in 5.16 geciteerde passage opgenomen: “
If the desired product is the first or an early intermediate in a pathway of sequential steps, batch or plug-flow tubular reactors provide better selectivity than do continuous stirred-tank reactors”.
general considerations” uit Le Page. Daarbij heeft hij de passage “
a CST reactor is preferred” uit het derde bulletpunt geel gemaakt, hoewel de premisse daarvoor ‘if S (selectivity) increases with C (conversion)’ in het onderhavige geval niet is vervuld. Door de ongewenste vervolgreactie bij de synthese van vanilline neemt de selectiviteit immers niet toe, maar juist af bij toename van de conversie. Derhalve is, zoals hiervoor reeds overwogen, de premisse onder het eerste bulletpunt vervuld en gaat, ter voorkoming van de ongewenste vervolgreactie, de voorkeur uit naar een propstroomreactor. Ook de daarop volgende, eveneens geel gearceerde zinsnede “
it must be emphasized that in practice the choice of a reactor is more complex than these preceeding considerations would indicate” uit Le Page, leidt er niet toe dat de gemiddelde vakman van een keuze voor een propstroomreactor zou afzien. Le Page sluit het hoofdstuk immers af met:
general considerations” uit Le Page een goede algemene leidraad vormen in de keuze voor een type reactor teneinde de selectiviteit van het syntheseproces te verbeteren door het terugbrengen van het aantal vervolgreacties, ook bij meer complexe reacties. De passage bovenaan p.243 in het hoofdstuk over PFR reactoren leidt niet tot een ander oordeel, aangezien dat niet handelt over de keuze tussen PFR en CSTR (zoals de hierboven aangehaalde passages op p. 245 e.v.), maar om de omzettingssnelheid (
rate of conversion) in de propstroomreactor. Niet valt in te zien, en Rhodia heeft niet inzichtelijk gemaakt, waarom dit in het onderhavige geval de gemiddelde vakman zou afhouden van de keuze voor een propstroomreactor, mede in het licht van de daarop volgende passages uit diezelfde publicatie die hiervoor zijn besproken.
Froment & Bischoff, Chemical Reactor Analysis & Design, 1979, p 428-437(R55) en de publicatie van
Van der Vusse, Plug-flow type reactor versus tank reactor, Chemical Engineering Science, 1964, Vol. 19, pp. 994-997(R59) waarnaar daarin wordt verwezen, waar een complexe reactie wordt beschreven waarin zowel parallelle als vervolgreacties optreden, leiden, anders dan Rhodia betoogt, evenmin in een andere richting. Daarin komt tot uitdrukking dat indien parallelle reacties moeten worden tegengegaan, toepassing van een CSTR van voordeel is, terwijl voor het tegengaan van vervolgreacties een PFR meest aangewezen is. Zie p. 434 onderaan:
However, at higer conversion when C is relatively low, and an appreciable amount of Q has been formed, the loss of yield by the consecutive step dominates. To minimise this, plug flow is required.
(…) it is unlikely that the method and intensity of mixing (e.g. PFR v. CSTR) would directly influence the ratio of desired product versus parallel product formed – the reason being that the reaction leading to the desired product involves the same reactants as the reaction producing the undesired parallel reaction product. Indeed the difference in the fourth column is small and may just as well result from uncertainties in experimental determination of the product concentrates” alsmede paragraaf 6 van zijn tweede verklaring (prod. J62):
serieCSTR boven een PFR (p.883): “
Continuous-flow stirred tank reactors in series are simpler and easier to design for isothermal operation than tubular reactors”. Daarop wordt vervolgens opgemerkt “
Reactions (…) requiring close control of reactant concentrations for optimum selectivity benefit from series arrangements”. Even daarvoor is al opgemerkt dat een reactie zich in een serie CSTR’s zich vergelijkbaar gedraagt als in een PFR: “
The larger the number of stages, the closer performance approaches that of a tubular plug-flow reactor.” Deze publicatie leidt de gemiddelde vakman dus niet in een andere richting voor wat betreft de door hem verwachte voordelen van een PFR reactor. Evenmin zal de opmerking (p.882) “
Because uniform residence times can be achieved with batch reactors, better yields and higher selectivities can be obtained than with continuous reactors” de gemiddelde vakman ertoe brengen te kiezen voor een batchgewijze productie. Hij zoekt immers naar een industrieel toepasbaar proces, terwijl hij in Kirk Othmer ook leest “
However, batch reactors may be preferred for small-scale production of high priced products.”
that involvesignificantexothermicity, or endothermicity” (onderstreping hof) – niet onderbouwd gesteld is dat dit in het onderhavige geval een zodanige complicatie zou zijn dat de gemiddelde vakman van toepassing van een PFR reactor zou afzien.
redelijke zekerheidzou hebben dat die ook voordelen ten aanzien van de selectiviteit van de condensatiereactie zou opleveren. Aan Rhodia kan worden toegegeven dat die zekerheid gelet op het ontbrekende totaalbeeld van de kinetiek van de condensatiereactie op de prioriteitsdatum niet bestond. Het is evenwel voldoende indien de gemiddelde vakman van zo’n keuze een
redelijke verwachtingvan succes zou hebben. Op grond van hetgeen de gemiddelde vakman op basis van zijn algemene vakkennis op de prioriteitsdatum wist, zoals blijkt uit de diverse tekstboeken, heeft hij de redelijke verwachting dat in elk geval de vorming van di-amandelzuur zal afnemen bij toepassing van een propstroomreactor. Zoals hiervoor overwogen heeft Rhodia tegenover deze aanwijzingen geen duidelijke en onderbouwde contra-indicaties aangevoerd die de vakman ervan zouden weerhouden ondanks die aanwijzingen een propstroomreactor toe te passen en als reeds opgemerkt heeft de partij-deskundige aan de zijde van Rhodia deze desgevraagd ook niet genoemd.