Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- de rechthebbende, bijgestaan door zijn advocaat;
- de bewindvoerder.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de bewindvoering van de rechthebbende. De rechthebbende had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 26 september 2014, waarin het verzoek om het ingestelde bewind over zijn goederen op te heffen was afgewezen. Tijdens de behandeling van de zaak heeft de rechthebbende zijn verzoek tot opheffing van het bewind ingetrokken, waardoor enkel de benoeming van een nieuwe bewindvoerder nog ter discussie stond. De rechthebbende verzocht het hof om een nieuwe bewindvoerder te benoemen, maar het hof heeft vastgesteld dat de beoogde nieuwe bewindvoerder niet voldeed aan de vereisten die het hof stelde, aangezien hij niet ingeschreven was in het register van de branchevereniging BPBI. Het hof heeft de rechthebbende in de gelegenheid gesteld om een andere bewindvoerder te zoeken, maar de rechthebbende had op dat moment nog geen geschikte kandidaat. Uiteindelijk heeft het hof het verzoek van de rechthebbende om de beoogde nieuwe bewindvoerder te benoemen afgewezen, evenals het verzoek om het bewind per direct op te heffen. De beslissing is genomen door de rechters L.F.A. Husson, C. van Nievelt en R.G. Kok, met A.J. Suderée als griffier.