ECLI:NL:GHDHA:2015:3431

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
10 december 2015
Publicatiedatum
10 december 2015
Zaaknummer
2200128814
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omkoping en valsheid in geschrift door begeleider van taakgestraften

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, als lasthebber van Reclassering Nederland, was verantwoordelijk voor de begeleiding van personen die een taakstraf dienden te verrichten. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan omkoping door een taakgestrafte en valsheid in geschrift door het valselijk opmaken van urenlijsten die dienden om te controleren of de opgelegde straf was ondergaan. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: het aannemen van een gift van een taakgestrafte en het valselijk opmaken van een urenlijst. De verdachte heeft in de periode van 1 februari 2012 tot en met 3 mei 2012 in Zoetermeer, als begeleider van taakgestraften, geldbedragen aangenomen en dit verzwegen tegenover zijn werkgever. Daarnaast heeft hij urenlijsten valselijk opgemaakt, waardoor de controle op de uitvoering van de taakstraffen werd gefrustreerd.

Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen. De verdachte heeft met zijn handelen het vertrouwen in de rechtspraak aangetast. Gezien het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen, werd een deels voorwaardelijke gevangenisstraf als een passende reactie gezien. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001288-14
Parketnummer: 09-665346-12
Datum uitspraak: 10 december 2015
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 27 maart 2014 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1985,
thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande, ter terechtzitting in hoger beroep opgegeven adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
26 november 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg van 29 november 2012 - ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2012 tot en met 3 mei 2012 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, anders dan als ambtenaar, immers als begeleider taakgestraften op een taakstrafproject voor taakgestraften (bij voetbavereniging [voetbalvereniging]) van de Reclassering Nederland, welke taakgestraften door de reclassering aan hem, verdachte als als begeleider taakgestraften waren toevertrouwd, optredend als lasthebber en/of namens de lasthebber van Reclassering Nederland, naar aanleiding van hetgeen hij verdachte optredend als lasthebber en/of namens de lasthebber van Reclassering Nederland, heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift, namelijk van een taakgestrafte (te weten [taakgestrafte]) die onder zijn, verdachtes, leiding/begeleiding een hem opgelegde taakstraf op het taakstrafproject [taakstrafproject] dienden uit te voeren, (een) geldbedrag(en) (totaal voor honderdtwintig euro), heeft aangenomen en/of heeft gevraagd en dit aannemen en/of vragen in strijd met de goede trouw heeft verzwegen tegenover zijn werkgever en/of lastgever (Reclassering Nederland);
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2012 tot en met 3 mei 2012 te Zoetermeer in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) een zogenaamde Urenlijst Taakstraf van Reclassering Nederland, betrekking hebbende op het taakstrafproject [taakstrafproject], te weten een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [taakgestrafte], (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen (te weten voor Reclassering Nederland van het feit dat de op het formulier vermelde taakgestrafte het aantal taakstrafuren had gewerkt, dat op het formulier stond vermeld aan aantal uren dat die taakgestrafte diende te werken (in een bepaalde periode en/of op een bepaalde dag) en wanneer die taakstrafuren door die taakgestrafte waren gewerkt en dat het voormelde door verdachte die als taakgestraftebegeledier werkzaam was op het taakstrafproject [taakstrafproject] was geconstateerd en gecontroleerd), (telkens) valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid op voormelde formulieren ten name van de op dat formulier genoemde/vermelde taakgestrafte (telkens) schriftelijk te verklaren/vermelden
- dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte op bepaalde dagen, vermeld op de urenlijst taakstraf had gewerkt, terwijl dit niet het geval was en/of (telkens) heeft verzwegen en/of
- dat die taakgestrafte die was vermeld op die urenlijst taakstraf niet alle taakstrafuren had gewerkt die op het formulier waren vermeld en dat die taakgestrafte de taakstraf niet had voltooid en verdachte (vervolgens) (telkens) die urenlijst taakstraf ten name van voormelde taakgestraften (als taakgestraftenbegeleider taakstrafprocject [taakstrafproject]) heeft ondertekend als ware zij overeenkomstig de waarheid ingevuld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 februari 2012 tot en met 3 mei 2012 te Zoetermeer,
in elk geval in Nederland, anders dan als ambtenaar, immers als begeleider taakgestraften op een taakstrafproject voor taakgestraften
(bij voetba
lvereniging [voetbalvereniging]
) van de Reclassering Nederland, welke taakgestraften door de reclassering aan hem, verdachte als als begeleider taakgestraften waren toevertrouwd,optredend als lasthebber
en/of namens de lasthebbervan Reclassering Nederland, naar aanleiding van hetgeen hij verdachte optredend als lasthebber
en/of namens de lasthebbervan Reclassering Nederland, heeft gedaan
of nagelatendan wel zal doen
of nalaten, een gift, namelijk van een taakgestrafte (te weten [taakgestrafte]) die onder zijn, verdachtes,
leiding/begeleiding een hem opgelegde taakstraf op het taakstrafproject [taakstrafproject] diende
nuit te voeren,
(een)geldbedrag
(en
) (totaal voor honderdtwintig euro
), heeft aangenomen
en/of heeft gevraagden dit aannemen
en/of vragenin strijd met de goede trouw heeft verzwegen tegenover zijn
werkgever en/oflastgever (Reclassering Nederland);
2.
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 februari 2012 tot en met 3 mei 2012 te Zoetermeer
in elk geval in Nederland, meermalen,
althans eenmaal (telkens)een zogenaamde Urenlijst
Werkstraf van Reclassering Nederland, betrekking hebbende op het taakstrafproject [taakstrafproject], te weten een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [taakgestrafte],
(elk
)zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen
(te weten voor Reclassering Nederland van het feit dat de op het formulier vermelde taakgestrafte het aantal taakstrafuren had gewerkt, dat op het formulier stond vermeld
hetaantal uren dat die taakgestrafte diende te werken (in een bepaalde periode en/of op een bepaalde dag) en wanneer die taakstrafuren door die taakgestrafte waren gewerkt en dat het voormelde door verdachte die als taakgestrafte
nbegeleider werkzaam was op het taakstrafproject [taakstrafproject] was geconstateerd en gecontroleerd
),
(telkens
)valselijk heeft opgemaakt
of vervalst, met het oogmerk om die
/datgeschrift
(en
)als echt en onvervalst
te gebruiken ofdoor anderen te doen gebruiken, door
(telkens
)opzettelijk valselijk en
/ofin strijd met de waarheid op voormelde formulieren ten name van de op dat formulier genoemde/vermelde taakgestrafte
(telkens
)schriftelijk te verklaren/vermelden
- dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte op bepaalde dagen, vermeld op de urenlijst taakstraf had gewerkt, terwijl dit niet het geval was
en/of (telkens) heeft verzwegenen
/of
- dat
die taakgestrafte die was vermeld op die urenlijst taakstraf niet alle taakstrafuren had gewerkt die op het formulier waren vermeld en dat die taakgestrafte de taakstraf niet had voltooid enverdachte
(vervolgens
) (telkens
)die urenlijst taakstraf ten name van voormelde taakgestrafte
n(als taakgestraftenbegeleider
taakstrafproject[taakstrafproject]) heeft ondertekend als ware
nzij overeenkomstig de waarheid ingevuld.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
het, anders dan als ambtenaar, optredend als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen hij bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan dan wel zal doen, aannemen van een gift en dit aannemen in strijd met de goede trouw verzwijgen tegenover zijn lastgever, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:

valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich, als lasthebber van Reclassering Nederland bij zijn taak als begeleider van personen die een taakstraf dienden te verrichten, schuldig gemaakt aan omkoping door een taakgestrafte. Daarbij heeft de verdachte ook valsheid in geschrift gepleegd door de urenlijsten werkstraf, die dienen om te controleren of de opgelegde straf is ondergaan, valselijk op te maken. Dit zijn ernstige feiten. De verdachte heeft met zijn handelen immers welbewust de controle op de tenuitvoerlegging van opgelegde taakstraffen gefrustreerd en daarbij uit persoonlijk gewin de taakgestrafte in staat gesteld zich aan de hem opgelegde straf te onttrekken. Dergelijk handelen tast uiteindelijk het vertrouwen in de loop van het recht aan. Naar het oordeel van het hof kan dan ook niet met een andere straf worden volstaan dan met een gevangenisstraf.
Het hof is - alles overwegende en rekening houdend met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 225 en 328ter van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde zoals hiervoor overwogen heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
1 (één) maand,
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door mr. R.M. Bouritius, mr. J.T.F.M. van Krieken en mr. J.W. Klein Wolterink, in bijzijn van de griffier mr. M. Bazuin.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 10 december 2015.